Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de Watersnoodschade 1953

 

Artikel 16
1
Voor het verlies van en onherstelbare schade aan roerende goederen, behorende tot de uitrusting van een bedrijf of dienende voor de uitoefening van een beroep, met uitzondering van schepen en scheepstoebehoren, wordt de bijdrage gesteld op het bedrag van de heraanschaffingskosten van de verloren gegane goederen, verminderd met een redelijk bedrag voor afschrijving, met dien verstande, dat nimmer meer dan 60 ten honderd van de heraanschaffingskosten wegens afschrijving in mindering zullen worden gebracht. Indien nog niet tot heraanschaffing is overgegaan, kunnen de heraanschaffingskosten door het vaststellend orgaan worden geschat.
2
Onze Minister van Financiƫn stelt, in overeenstemming met Onze Ministers, wie zulks aangaat, normen vast voor de in lid 1 bedoelde afschrijvingen; hij kan eveneens normen vaststellen, volgens welke in gevallen, waarin bij een bedrijf soortgelijke zaken tot bedrijfsuitrusting en tot handelsvoorraad dienen, zal worden beslist, welk gedeelte als bedrijfsuitrusting en welk gedeelte als handelsvoorraad zal worden aangemerkt voor de toepassing van deze wet.
3
Het met de vaststelling belaste orgaan kan voor goederen, waarbij heraanschaffing van een goed in dezelfde staat heeft plaatsgevonden of redelijkerwijze kan plaatsvinden, de bijdrage, in afwijking van het bepaalde in de vorige leden, stellen op het bedrag van de voor een dergelijke heraanschaffing vereiste kosten.
4
Voor het verlies van en onherstelbare schade aan roerende goederen, behorende tot de uitrusting van een rechtspersoon, welke geen bedrijf uitoefent, of dienende voor de bevordering van de doelstellingen van zulk een rechtspersoon, wordt de bijdrage bepaald overeenkomstig de vorige leden.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •