Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Artikel 18f
1
Indien de op grond van artikel 18e, eerste lid, aangewezen ambtenaar voornemens is om de natuurlijke persoon of rechtspersoon door wie een beboetbaar feit is begaan een boete op te leggen, wordt deze hiervan in kennis gesteld onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust.
2
In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht stelt de op grond van artikel 18e, eerste lid, aangewezen ambtenaar binnen een door hem te bepalen termijn de persoon, bedoeld in het eerste lid, in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen alvorens de boete wordt opgelegd.
3
Indien de persoon, bedoeld in het tweede lid, zijn zienswijze mondeling naar voren brengt en hij de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de op grond van artikel 18e, eerste lid, aangewezen ambtenaar, op diens verzoek ervoor dat een tolk wordt benoemd die hem kan bijstaan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.