Wet luchtvaart
Artikel 5.31
1
De leden van de raad van toezicht worden zonder last of ruggespraak benoemd voor een tijdvak van vier jaren en zijn eenmaal voor een tijdvak van vier jaren herbenoembaar. Hun kan tussentijds op eigen verzoek, dan wel om zwaarwichtige redenen ontslag worden verleend.
2
De waarnemer in de raad van toezicht wordt aangewezen voor een tijdvak van vier jaren en kan eenmaal voor een tijdvak van vier jaar opnieuw worden aangewezen. De aanwijzing kan tussentijds op eigen verzoek, dan wel om zwaarwichtige redenen worden ingetrokken.
3
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat benoemt, schorst en ontslaat de leden, met dien verstande dat:
a
een lid wordt benoemd op voordracht van Onze Minister van Defensie;
b
twee leden worden benoemd op voordracht van de raad van toezicht uit verschillende in Nederland werkzame luchtvaartmaatschappijen;
c
een lid wordt benoemd op voordracht van de raad van toezicht uit de kring van de exploitanten van Nederlandse luchtvaartterreinen; en
d
een lid, tevens voorzitter, wordt benoemd op voordracht van de raad van toezicht. Omtrent de voordracht besluiten de leden van de raad van toezicht met gewone meerderheid, met dien verstande dat de voorzitter niet deelneemt aan de vaststelling van de voordracht.
4
Zolang in een vacature in de raad van toezicht niet is voorzien, vormen de overblijvende leden de raad van toezicht, met de bevoegdheid van de volledige raad.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.