Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 4.43 Genietingstijdstip reguliere voordelen
1
Reguliere voordelen worden geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop zij zijn:
a
ontvangen;
b
verrekend;
c
ter beschikking gesteld;
d
rentedragend geworden of
e
vorderbaar en inbaar geworden.
2
Reguliere voordelen als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a, worden geacht uiterlijk te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de binnenlandse belastingplicht indien deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.