Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 70 Openbaarmaking en vertrouwelijkheid
1
Het college of Onze Minister besluit in afwijking van de Wet openbaarheid van bestuur en in afwijking van de artikelen 3:7, tweede lid, 3:11, tweede lid, 7:4, zevende lid, 7:18, zevende lid, en 8:29, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht over de openbaarmaking van bij het college onderscheidenlijk Onze Minister aanwezige gegevens inzake toelating van biociden op grond van het bij of krachtens deze wet bepaalde.
2
Een aanvrager van een toelating kan het college gemotiveerd meedelen welke commercieel gevoelige informatie waarvan bekendmaking hem op industrieel of commercieel gebied zou kunnen schaden, voor iedereen behalve het college en de Commissie van de Europese Gemeenschappen vertrouwelijk blijft. Het college behandelt voornoemde commercieel gevoelige informatie vertrouwelijk als het college de motivering aanvaardt.
3
Het college neemt de nodige stappen om de vertrouwelijkheid van de volledige samenstelling van productformules te garanderen, indien de aanvrager dit wenst.
4
Het college behandelt informatie, die door andere lidstaten als vertrouwelijk is gekwalificeerd, vertrouwelijk.
5
De volgende informatie wordt in geen geval als vertrouwelijk beschouwd:
a
de naam en het adres van de aanvrager;
b
de naam en het adres van de fabrikant van de biocide;
c
de naam en het adres van de fabrikant van de werkzame stof;
d
de naam en het gehalte van de werkzame stof en de naam van de biocide;
e
de namen van andere stoffen die uit hoofde van de Wet milieugevaarlijke stoffen als gevaarlijk worden beschouwd en een rol spelen bij de indeling van het product;
f
de fysische en chemische eigenschappen van de werkzame stof en de biocide;
g
de wijzen waarop de biocide onschadelijk kan worden gemaakt;
h
een beknopt overzicht van de resultaten van de krachtens artikel 49 vereiste proeven die ertoe strekken de werkzaamheid en de effecten van de stof of het product op mens, dier en milieu en, indien van toepassing, de resistentiebevorderende werking ervan vast te stellen;
i
de aanbevolen methoden en voorzorgsmaatregelen om de gevaren bij hantering, opslag, vervoer, gebruik, alsmede bij brand of andere mogelijke ongelukken te beperken;
j
veiligheidsinformatiebladen;
k
de analysemethoden die bij de beoordeling zijn toegepast;
l
de methoden voor het verwijderen van het product en de verpakking daarvan;
m
de te volgen procedures en de te nemen maatregelen bij morsen of lekken;
n
de te verlenen eerste hulp en medisch advies bij persoonlijke ongevallen.
6
Indien de aanvrager, de fabrikant of de importeur van de biocide of van de werkzame stof op een later tijdstip informatie vrijgeeft die voordien vertrouwelijk was, wordt het college daarvan op de hoogte gebracht.
7
Onze Minister kan voor de uitvoering van communautaire maatregelen nadere regels stellen over de openbaarmaking van informatie.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.