Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 65 Niet op andere wijze te bestrijden gevaar
1
Onze Minister kan ambtshalve of op aanvraag in bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen met het oog op een beperkt en gecontroleerd gebruik van de verboden, bedoeld in de artikelen 19 en 20, voor ten hoogste 120 dagen, voor het gebruik van een biocide voor zover noodzakelijk wegens een, niet op andere wijze te bestrijden gevaar.
2
De in het eerste lid bedoelde vrijstelling wordt in ieder geval verleend voor de uitvoering van een communautaire maatregel die is gericht op een te bestrijden gevaar.
3
Aan een vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden.
4
Een vrijstelling kan onder beperkingen worden verleend.
5
Indien naar het oordeel van Onze Minister een onverwijlde voorziening noodzakelijk is, kan Onze Minister bepalen dat de vrijstelling onmiddellijk in werking treedt. In dat geval kan hij de vrijstelling, in afwijking van artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, op andere dan de daar genoemde wijze bekend maken.
6
Onze Minister kan bij regeling bepalen dat hij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid eerst in behandeling neemt, nadat een daarvoor vastgesteld bedrag is voldaan.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.