Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 7.2.2 Onderscheid beroepsopleidingen; niveau; leerwegen
1
De volgende beroepsopleidingen worden onderscheiden:
a
de assistentopleiding,
b
de basisberoepsopleiding,
c
de vakopleiding,
d
de middenkaderopleiding,
e
de specialistenopleiding, en
f
andere opleidingen.
2
De in het eerste lid bedoelde opleidingen bestaan uit:
a
een beroepsopleidende leerweg, omvattend een praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan 60% van de studieduur, of
b
een beroepsbegeleidende leerweg, omvattend een praktijkdeel van 60% of meer van de studieduur, dan wel
c
zowel de onder a als de onder b bedoelde leerweg.
3
De opleidingen, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met e, richten zich op de kwalificatie voor opeenvolgende niveaus van beroepsuitoefening, waarbij de assistentopleiding is gericht op het eerste en de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding op het vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening.
4
Aan de in het eerste lid bedoelde opleidingen kunnen ten behoeve van individuele deelnemers voorbereidende en ondersteunende activiteiten worden toegevoegd ter bevordering van het kunnen instromen in en met gunstig gevolg voltooien van de opleiding. Deze activiteiten maken geen deel uit van de opleiding. Voorbereidende en ondersteunende activiteiten zijn bestemd voor deelnemers wier vooropleiding naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende uitzicht biedt op verwezenlijking van de eindtermen van de opleiding binnen redelijke tijd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.