Wet bezoldiging Raad van State en Algemene Rekenkamer
Artikel 1
1
De bezoldiging van de vice-president van de Raad van State wordt bepaald op 10.123,39 per maand. De bezoldiging van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak wordt bepaald op 9501,91. De bezoldiging van de overige staatsraden wordt bepaald op 8919,86 per maand.
2
Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag van indiensttreding. De bezoldiging wordt niet langer uitbetaald dan tot en met de dag van het overlijden.
3
Na het overlijden van de vice-president of van een staatsraad wordt een uitkering uitgekeerd op de voet van de bepalingen welke te dien aanzien voor burgerlijke rijksambtenaren zijn of zullen worden vastgesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.