Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet ambulancevervoer

 

Artikel 7
1
Ten aanzien van elke aanvrage om ambulancevervoer beslist degene die is belast met de leiding van de centrale post binnen welker gebied het aangevraagde vervoer aanvangt, of ambulancevervoer nodig is, alsmede door wie en op welke wijze het zal worden verricht. Zo nodig kan hij degene die met de leiding van een andere centrale post is belast verzoeken een opdracht tot het verrichten van het aangevraagde ambulancevervoer te verstrekken. Ingeval van vervoer vanuit het buitenland wordt de beslissing genomen door degene die is belast met de leiding van de in de vergunning van de vervoerder aangewezen centrale post.
2
Een opdracht tot ambulancevervoer kan niet worden verstrekt voor vervoer, aanvangend buiten het gebied waarvoor de centrale post is ingesteld, behoudens in het geval, bedoeld in de tweede en derde volzin van het eerste lid.
3
Bij de in het eerste lid bedoelde beslissing worden de regelen in acht genomen, welke hieromtrent worden gesteld door het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.
4
Een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van de in het derde lid bedoelde regelen behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
5
Alvorens te beslissen winnen gedeputeerde staten het advies in van de inspecteur. Van een besluit als bedoeld in het vierde lid wordt door gedeputeerde staten mededeling gedaan aan de inspecteur door toezending van een afschrift.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •