Successiewet 1956
Artikel 16
De goederen, door de erflater bij uiterste wil bestemd tot vermogen van een stichting welke overeenkomstig artikel 135, tweede en derde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek na het overlijden van de erflater wordt opgericht, worden beschouwd als door de stichting krachtens erfrecht te zijn verkregen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.