Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart
Artikel 32
1
Met de opsporing van de bij of krachtens deze rijkswet strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de overeenkomstige wetsbepalingen van de Nederlandse Antillen en van Aruba, belast:
a
de officieren der Koninklijke Marine, behorende tot het korps zee-officieren en voor zover zij in werkelijke dienst zijn, de tot dit korps behorende officieren der Koninklijke Marine Reserve, alsmede de overige officieren der Koninklijke Marine, daartoe door Onze Minister van Defensie aangewezen;
b
de ambtenaren van de scheepvaartinspectie;
c
de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij;
d
de ambtenaren van de invoerrechten en accijnzen;
e
de ambtenaren van de buitenlandse dienst;
f
de ambtenaren, die Onze Minister daartoe aanwijst;
g
de ambtenaren van de Nederlandse Antillen of Aruba, die Onze betrokken Gouverneur daartoe aanwijst.
2
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant; van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de CuraƧaose Courant, onderscheidenlijk de Landscourant van Aruba.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.