Mededingingswet
Artikel 74
1
De raad kan ingeval van overtreding van:
1
artikel 34,
2
artikel 39, tweede lid, onder a of b,
3
artikel 40, derde lid, onder a of b,
4
artikel 41, eerste lid,
5
artikel 46, derde of vierde lid, de natuurlijke persoon of rechtspersoon, aan wie de overtreding kan worden toegerekend,
a
een boete opleggen van ten hoogste 450 000 of, indien het een onderneming of ondernemersvereniging betreft en indien dat meer is, van ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking;
b
een last onder dwangsom opleggen, die ertoe strekt de overtreding ongedaan te maken.
2
Een boete en een last onder dwangsom kunnen te zamen worden opgelegd.
3
De artikelen 5:32, vierde en vijfde lid, 5:33, 5:34, eerste lid, en 5:35 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing op de in het eerste lid, onder b, bedoelde last.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BC9420, Eerste aanleg - meervoudig, MEDED 06/4218-STRN+MEDED 06/4219-STRN
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
04-03-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamOpleggen boete wegens tot stand brengen concentratie, voordat het voornemen is gemeld en vervolgens de voorgeschreven periode in acht is genomen. Zeggenschap, kunnen uitoefenen van beslissende invloed, duurzame zeggenschap, nevenrestrictie.