Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet 1996
Artikel 17
1. Onze Minister is bevoegd in plaats van de tijdstippen, genoemd in de Afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, andere tijdstippen vast te stellen alsmede te bepalen dat anderszins wordt afgeweken van de bij of krachtens die afdelingen gegeven regels dan wel dat de toepassing daarvan achterwege blijft, voor zover dat in verband met de datum van inwerkingtreding van die wet noodzakelijk is.
2. Onze Minister is bevoegd, voor zover dat in verband met de datum van inwerkingtreding van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 noodzakelijk is, regels te stellen met betrekking tot de bevoegdheid van het Centraal Bestuur en de Regionale Besturen tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven en de daaraan ten grondslag te leggen begrotingen en beleidsplannen.
3. Onze Minister is overigens bevoegd met het oog op een goede invoering van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 regels te stellen, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij en krachtens die wet en de Arbeidsvoorzieningswet.
4. Alvorens toepassing te geven aan dit artikel hoort Onze Minister het Centraal Bestuur.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.