![logo-zwart logo-zwart](/export/ad/ad59329DJKqloqcjh.jpeg)
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 118
1
Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.
2
Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.
3
Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.