
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 115 Einde pensioen
1
Elk pensioen eindigt met het einde van de maand waarin de rechthebbende is overleden. In geval van vermissing van de rechthebbende eindigt het pensioen met een door Onze Minister te bepalen dag.
2
Het tijdelijk pensioen eindigt wanneer de vermiste in leven blijkt te zijn, met een door Onze Minister te bepalen dag.
3
Een pensioen waarop het recht krachtens artikel 29 vervallen is verklaard, eindigt met het einde van de maand waarin de beslissing inzake het vervallen verklaren is genomen.
4
Het wezenpensioen eindigt voorts met het einde van de maand waarin:
a
de rechthebbende de leeftijd van eenentwintig jaren heeft bereikt of, de leeftijd van van eenentwintig jaren nog niet bereikt hebbende, in het huwelijk is getreden dan wel partij is bij een aanmelding, of
b
ten opzichte van de rechthebbende ouderschap komt vast te staan van een een ander dan degene aan wiens overlijden het recht op wezenpensioen wordt ontleend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.