Jurisprudentie
BJ8095
Datum uitspraak2009-09-02
Datum gepubliceerd2009-09-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers177216
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-09-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers177216
Statusgepubliceerd
Indicatie
De rechtbank stelt bij haar beoordeling van het verweer van Meurs voorop dat art. 6:136 BW bepaalt dat de rechter een vordering, ondanks een beroep van de gedaagde op verrekening, kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. De gegrondheid van het verweer van Meurs is niet eenvoudig vast te stellen, nu niet alleen de non-conformiteit van de geleverde goederen en de waarde daarvan wordt betwist maar ook wordt betwist dat Meurs deze vordering nog kan instellen gelet op de vaststellingsovereenkomst die partijen hebben gesloten. De rechtbank passeert dan ook het beroep van Meurs op verrekening, onder verwijzing naar het bepaalde in art. 6:136 BW.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 177216 / HA ZA 08-1906
Vonnis van 2 september 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DELL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. H. van Dijk te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] GROEP HOLDING B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. C.J.M. van Veenendaal te Culemborg.
Partijen zullen hierna Dell en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 september 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 15 mei 2009.
- de rolverwijzing van 6 juli 2009
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Dell heeft [gedaagde] verschillende keren computers c.q. computercomponenten verkocht en geleverd. Voor één van de leveringen heeft Dell aan [gedaagde] een factuur gestuurd, waarvan een bedrag van € 56.525,00 onbetaald is gebleven. Op 20 augustus 2008 heeft de incassogemachtigde van Dell aan [gedaagde] een sommatie gezonden. Deze is gevolgd door sommaties op 12 september 2008, 26 september 2008 en 30 september 2008. Op 7 oktober 2008 is een laatste sommatie gezonden. [gedaagde] heeft het bedrag van € 56.525,00 niet betaald.
2.2. Met betrekking tot een eerdere levering door Dell, waarvoor [gedaagde] de factuur al volledig had voldaan, meent [gedaagde] dat een aantal geleverde zaken niet in orde was. Op 19 oktober 2007 heeft de heer [gedaagde] aan de heer [betrokkene] en de heer [betrokkene 2] van Dell hierover een e-mail gestuurd. Bij die e-mail heeft hij ook de melding van zijn klant dat bepaalde geleverde goederen defect of onjuist zijn en geretourneerd moeten worden aan Dell meegezonden. [gedaagde] heeft [betrokkene] en [betrokkene 2] in die e-mail verder gevraagd waar die goederen moeten worden afgeleverd.
2.3. Op woensdag 25 juni 2008 heeft de heer [betrokkene 3] van Dell aan de heer [betrokkene 4] en de heer [betrokkene 5], beiden zakenpartners van [gedaagde], een e-mail gestuurd met als onderwerp ‘claim of 21 May 2008 for Damages and losses endured by [gedaagde] Groep Holding/Otrada due to bad/non delivery by Dell’ en met onder meer de volgende inhoud:
Dear Mr [betrokkene 4] and mr [betrokkene 5],
Following our meeting this afternoon regarding the above mentioned matter, we inform you as follows.
Dell B.V. (Dell) and [gedaagde] Group/Otrada ([gedaagde]) have agreed a settlement under the following conditions:
- Without accepting liability Dell is willing to solve this issue and will pay a settlement amount to [gedaagde] of EUR 80.000,- (ex VAT), provided that all outstanding amounts payable by [gedaagde] will be paid;
- a credit note of EUR 80.000,- (ex VAT) will be issued by Dell to [gedaagde] after fulfilement of the amounts due approximately EUR 650.000,- by 31 July 2008;
- [gedaagde] will not claim any further damages regarding the above mentioned claim;
- After fulfilment of the above, both parties have no further claims against each other and grant each other full and final discharge.
2.4. Ter zitting heeft [gedaagde] bevestigd dat [betrokkene 4] en [betrokkene 5] namens haar deze vaststellingsovereenkomst met Dell zijn aangegaan en dat [gedaagde] daaraan gebonden is.
2.5. De heer [gedaagde] heeft de heer [betrokkene 6] van Dell op 17 oktober 2008 een e-mail gestuurd waarin hij onder meer het volgende schrijft:
Eind 2007 heb ik via DELL een grote partij CISCO-produkten gekocht. Daarbij bleek een aantal produkten defect vanaf het begin, enkele na korte tijd. Hierover is steeds gecommuniceerd met uw salesafdeling om deze artikelen weer retour te zenden. Ons aanbod om ze te brengen werd afgeslagen, want DELL zou ze zelf wel komen ophalen.
Ondanks vele telefonische meldingen, faxen en mailtjes zijn tot op heden deze artikelen nooit opgehaald.
Het contact daarover is steeds verlopen via uw salesafdeling ([adres] [betrokkene 7], [ ] [betrokkene], [ ] [betrokkene 2]).
Omdat deze goederen een waarde vertegenwoordigen van ca € 50.000 heb ik dit bedrag ingehouden op uw factuur voor de beeldschermen, waar u afgelopen periode met dhr [zakenpartner van gedaagde] de nodige contacten over hebt gehad.
Graag zou ik deze kwestie de wereld uit willen hebben, met bij deze het verzoek aan u om alsnog deze defecte artikelen op te halen en te crediteren. Daarnaast het verzoek om de incasso voor de beeldschermen te staken, want dat is nu gerelateerd aan de wijze waarop DELL deze kwestie correct oplost.
3. Het geschil
3.1. Dell vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 56.525,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde] heeft de vordering van Dell op zichzelf niet betwist. Zij erkent dat Dell hem een factuur heeft gezonden voor dit bedrag en dat zij dit bedrag nog aan Dell verschuldigd is. [gedaagde] beroept zich evenwel op verrekening met een vordering die zij op Dell heeft. Deze vordering bestaat uit een vergoeding die Dell haar zou moeten betalen voor een partij non-conforme goederen die door Dell in 2007 aan haar is geleverd. Zij verwijst daarbij naar de hiervoor weergegeven e-mails van 19 oktober 2007 en 17 oktober 2008. [gedaagde] zou Dell van de non-conformiteit tijdig op de hoogte hebben gesteld en Dell hebben verzocht de goederen in ontvangst te nemen. Daar heeft Dell volgens [gedaagde] niet adequaat op gereageerd. Ter zitting is gebleken dat [gedaagde] niet precies weet wat er mis is met de bewuste goederen en dat zij zelf een schatting heeft gemaakt van de waarde van deze goederen.
4.2. Dell betwist dat de goederen niet beantwoorden aan de overeenkomst en betwist dat [gedaagde] een vordering op Dell heeft. Voor zover [gedaagde] al een vordering op Dell zou hebben, dan is daarvoor een schikking getroffen. Deze schikking is weergegeven in de e-mail van 25 juni 2008, zoals deze hiervoor is geciteerd. [gedaagde] bestrijdt dat deze schikking de bewuste partij goederen betrof.
4.3. De rechtbank stelt bij haar beoordeling van het verweer van [gedaagde] voorop dat art. 6:136 BW bepaalt dat de rechter een vordering, ondanks een beroep van de gedaagde op verrekening, kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. De gegrondheid van het verweer van [gedaagde] is niet eenvoudig vast te stellen, nu niet alleen de non-conformiteit van de geleverde goederen en de waarde daarvan wordt betwist maar ook wordt betwist dat [gedaagde] deze vordering nog kan instellen gelet op de vaststellingsovereenkomst die partijen hebben gesloten. De rechtbank passeert dan ook het beroep van [gedaagde] op verrekening, onder verwijzing naar het bepaalde in art. 6:136 BW. Dat brengt met zich dat de vordering aan Dell zal worden toegewezen, nu deze verder niet is betwist.
4.4. Nu niet gesteld of voldoende aannemelijk is gemaakt dat ten behoeve van Dell werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voor-werk II, zal de gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden worden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van 15% van de hoofdsom, zijnde € 1.788,00. De contractuele rente van 6% per jaar zal als onbetwist eveneens aan Dell worden toegewezen.
4.5. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Dell worden begroot op:
- dagvaarding € 78,80
- vast recht 1.500,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punt × tarief € 894,00)
Totaal € 3.366,80
4.6. Anders dan [gedaagde] heeft aangevoerd staat artikel 237 lid 4 Rv niet in de weg aan toewijzing van de nakosten. De gevorderde nakosten zijn, op de voet van het arrest van het gerechtshof Arnhem d.d. 28 januari 2003, LJN: AF3460, voor toewijzing vatbaar als na te melden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Dell te betalen een bedrag van € 58.313,00 (achtenvijftigduizend driehonderddertien euro), vermeerderd met de contractuele rente van 6% per jaar over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop [gedaagde] de factuur heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Dell tot op heden begroot op € 3.366,80,
5.3. veroordeelt [gedaagde] in de nakosten aan de zijde van Dell begroot op een bedrag van € 131,00, dan wel, indien de betekening van dit vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,00.
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2009.