Jurisprudentie
BJ6737
Datum uitspraak2009-09-01
Datum gepubliceerd2009-09-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-004442-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-09-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers20-004442-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Noodweer. Verkeersruzie. Betrokkene 1 heeft zijn auto voor de auto van verdachte geplaatst, op de autoruit van verdachtes auto geslagen en vervolgens met zwaaiende armen en verheven stem de confrontatie met verdachte gezocht. Betrokkene 2 heeft verdachte onverhoeds geslagen. Verdachte heeft zich met een bij toeval in zijn auto aanwezige, in kadopapier verpakte, honkbalknuppel geweerd. Het hof is van oordeel dat het door verdachte maken van zwaaiende bewegingen met een honkbalknuppel waarbij zowel betrokkene 1 als betrokkene 2 zijn geraakt, maar waarbij niet gericht is geslagen tegen vitale delen van de lichamen van beiden, in de gegeven omstandigheden als een gepaste verdediging kan worden beschouwd, die in verhouding staat tot het aangetaste rechtsbelang.
Uitspraak
Parketnummer: 20-004442-07
Uitspraak : 1 september 2009
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht van 28 november 2007 in de strafzaak met parketnummer 03-530138-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1977],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 juni 2006, in de gemeente Beek, in elk geval in het arrondissement Maastricht, opzettelijk mishandelend (een) perso(o)n(en) (te weten [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2]), meermalen, althans eenmaal met een (honkbal)knuppel heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft (hebben) bekomen en/of pijn heeft (hebben) ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 juni 2006, in de gemeente Beek, opzettelijk personen (te weten [betrokkene 1] en [betrokkene 2]) met een honkbalknuppel heeft geslagen, waardoor deze letsel hebben bekomen en pijn hebben ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan wordt vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is (telkens) voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat luidde ten tijde van het bewezenverklaarde.
Ten aanzien van de strafbaarheid van het bewezen verklaarde is van de zijde van de verdediging aangevoerd dat verdachte een beroep op noodweer dan wel noodweerexces toekomt, zodat het feit niet strafbaar is en verdachte ontslagen dient te worden van alle rechtsvervolging.
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep gaat het hof uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 20 juni 2006 reed verdachte op de snelweg. Hij haalde daar een vrachtwagen rechts in. Verdachte verliet de snelweg en zag dat een andere auto hem op korte afstand volgde. Aan het einde van de afrit stopte verdachte voor een rood licht uitstralend verkeerslicht. De bestuurder van de andere auto, [betrokkene 1], parkeerde zijn auto voor de auto van verdachte en stapte uit. Terwijl [betrokkene 1] in verdachtes richting liep, sprong het verkeerslicht op groen. Verdachte trok op en probeerde [betrokkene 1] en diens auto te passeren. Op het moment dat verdachte met zijn auto [betrokkene 1] passeerde, sloeg [betrokkene 1] met zijn vuist op de voorruit van de auto van verdachte. Hierdoor verbrijzelde de autoruit. Verdachte bracht zijn auto daarom tot stilstand. [betrokkene 1] kwam toen dreigend op verdachte aflopen met zwaaiende armen en verheven stem. Verdachte stapte uit en heeft een bij toeval in zijn auto aanwezige, in kadopapier verpakte, honkbalknuppel uit zijn auto gepakt. Hij heeft met de honkbalknuppel zwaaiende bewegingen richting [betrokkene 1] gemaakt om hem op afstand te houden en heeft hem daarbij geraakt. Vervolgens werd verdachte onverhoeds geslagen door de zoon van [betrokkene 1], te weten [betrokkene 2]. Verdachte heeft toen ook in de richting van [betrokkene 2] zwaaiende bewegingen met de honkbalknuppel gemaakt en hem geraakt.
Gelet op de hiervoor geschetste gang van zaken - het voor de auto van verdachte positioneren van zijn, [betrokkene 1]s, auto, het slaan op de autoruit door [betrokkene 1], het zoeken van de confrontatie door [betrokkene 1] en de onverhoedse klap van [betrokkene 2] - verkeerde verdachte objectief beschouwd in de situatie dat hij (aanvankelijk alleen door [betrokkene 1] maar later ook door [betrokkene 2] die zich bij zijn vader aansloot) werd aangevallen.
Naar het oordeel van hof kan de bejegening van verdachte door zowel [betrokkene 1] als [betrokkene 2] worden aangemerkt als een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding waartegen verdachte zich mocht verdedigen. Het hof betrekt daarbij dat - nadat zijn ruit kapotgeslagen was - verdachte begrijpelijkerwijs zijn auto tot stilstand bracht en uitstapte en dat de aanval op verdachte gewoon doorging.
Dat verdachte mogelijk zelf een aandeel heeft gehad in het ontstaan van het geschil doet hieraan niet af, nu het onjuiste verkeersgedrag van verdachte op de snelweg niet kan worden aangemerkt als een onmiddellijke wederrechtelijke aanval tegen lijf eerbaarheid of goed van [betrokkene 1] of diens zoon. Sterker nog, [betrokkene 1] heeft bij de politie verklaard dat hij achter de auto van verdachte is aangereden, omdat hij de bestuurder op zijn rijgedrag wilde aanspreken.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte maken van zwaaiende bewegingen met een honkbalknuppel waarbij zowel [betrokkene 1] als [betrokkene 2] zijn geraakt maar waarbij niet gericht is geslagen tegen vitale delen van de lichamen van beiden, in de gegeven omstandigheden als een gepaste verdediging kan worden beschouwd, die in verhouding staat tot het aangetaste rechtsbelang.
De verdachte komt derhalve een beroep op noodweer toe, waardoor de strafbaarheid van het bewezen verklaarde feit in dit concrete geval wordt uitgesloten. De verdachte dient mitsdien ter zake te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Beslag
Van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven honkbalknuppel, zal de teruggave aan de verdachte worden gelast, nu verdachte degene is die blijkens het onderzoek ter terechtzitting redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
Mishandeling, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezen verklaarde niet strafbaar.
Ontslaat verdachte met betrekking tot dat feit van alle rechtsvervolging.
Gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven, te weten: een honkbalartikel, home run verpakt in blauw papier.
Aldus gewezen door
mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend, voorzitter,
mr. H. Harmsen en mr. J.G. Sillevis Smitt,
in tegenwoordigheid van mr. R. van den Munckhof, griffier,
en op 1 september 2009 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.G. Sillevis Smitt is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.