Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ5739

Datum uitspraak2009-08-20
Datum gepubliceerd2009-08-21
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002780-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

De inleidende dagvaarding wordt nietig verklaard.


Uitspraak

Parketnummer: 24-002780-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-810374-07 Arrest van 20 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 13 juli 2007 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1968] te [geboorteplaats], zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, thans wonende te [woonplaats] (België), [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. T.W. Delhaye, advocaat te Burgum. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep. Geldigheid van de inleidende dagvaarding Gebleken is, dat het gerechtelijk schrijven, gedateerd 26 juni 2007, inhoudende dagvaarding van de verdachte om op 13 juli 2007 te verschijnen voor de politierechter in de rechtbank Leeuwarden, op 29 juni 2007 is uitgereikt aan de griffier van de rechtbank Leeuwarden, omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is. Uit (onder meer) het GBA-overzicht van 6 augustus 2009 blijkt, dat verdachte sedert 19 juni 2007 staat ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats] (België). Niet is gebleken dat de inleidende dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie en, voor zover een verdrag van toepassing is, met inachtneming van dat verdrag, naar genoemd adres in België is toegezonden. Verdachte is niet ter terechtzitting van de politierechter verschenen. Niet is gebleken dat zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan, waaruit voortvloeit dat de dag van die terechtzitting verdachte bekend was. Vorenstaande brengt mee, dat de inleidende dagvaarding nietig moet worden verklaard. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart de inleidende dagvaarding nietig. Dit arrest is aldus gewezen door mr. Hielkema, voorzitter, mr. Koolschijn en mr. Ter Berg, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Koolschijn voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.