Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ5165

Datum uitspraak2009-08-05
Datum gepubliceerd2009-08-12
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers417718 / HA ZA 09.0257
Statusgepubliceerd


Indicatie

Achterstallige termijnbetalingen aan VVE, onduidelijk verweer De VVE vordert betaling van achterstallige maandelijkse termijnbedragen. De VVE heeft een specificatie overgelegd van de achterstand in periodieke betalingen. Gedaagden hebben deze specificatie niet anders betwist dan met de stelling dat een voorschot van € 250,-- per maand achterhaald is, nu het zou gaan om een periode van 22,87 maanden. Zonder nadere uitleg - die ontbreekt - mist de onder 4.1 weergegeven berekening van gedaagden enige betekenis en is niet duidelijk wat zij hiermee willen beweren. Het is blijkens de hiervoor weergegeven specificatie juist – zoals gedaagden opmerken - dat de vordering betrekking heeft op twee boekjaren. Uit het hiervoor onder 2.2. weergegeven artikel 4 van het Splitsingsreglement volgt, dat na vaststelling van de jaarlijkse exploitatierekening de maandelijkse voorschotten worden afgerekend. Dat is blijkens de specificatie over het jaar 2007 ook gebeurd.


Uitspraak

vonnis _____________________________________________________________________ __ RECHTBANK AMSTERDAM Enkelvoudige civiele kamer zaaknummer / rolnummer 417718 / HA ZA 09.0257 Vonnis van 5 augustus 2009 in de zaak van: de vereniging VERENIGING VAN EIGENAARS “NIEUWEZIJDS VOORBURGWAL 58-62/SPUISTRAAT 31-33” gevestigd te Amsterdam, e i s e r e s, advocaat mr. V. Holthuizen, tegen: 1. [A] 2. [B] zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, g e d a a g d e n, advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. Partijen worden hierna de VVE en [A] c.s. genoemd. Waarnodig worden gedaagden ieder bij de eigen achternaam genoemd. 1. De procedure 1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 7 oktober 2008, met bewijsstukken; - de conclusie van antwoord, met bewijsstukken; - het vonnis van deze rechtbank van 18 maart 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast; - het proces-verbaal van de op 5 juni 2009 gehouden comparitie van partijen, met de daarin genoemde stukken en de wijziging van eis. Vervolgens is vonnis bepaald op heden. 2. De feiten De rechtbank gaat uit van de volgende als vaststaand te beschouwen feiten: 2.1 [A] is lid van de VVE en eigenaar van twee appartementsrechten, kadastraal bekend als Amsterdam sectie F F 7417 A14 en A15 (appartementsvervolgnummer A1 en A2 4, Spuistraat 27). [B] is gehuwd met [A]. 2.2 In het zogenoemde Splitsingsreglement van de VVE is onder meer bepaald: [...] Artikel 4 1. Na afloop van elk boekjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar, wordt door het bestuur een exploitatierekening over dat boekjaar opgesteld [...]. 2. Op grond van de vastgestelde exploitatierekening worden de definitieve bijdragen van de eigenaars door het bestuur [...] vastgesteld, met dien verstande dat de definitieve bijdragen in de plaats treden van de in artikel 5 tweede lid bedoelde voorschotbijdragen en dat hetgeen als voorschotbijdragen is betaald in mindering wordt gebracht. [..] Artikel 5 [...] 2. Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de vergadering tevens het bedrag, dat bij wijze van voorschotbijdragen door de eigenaars verschuldigd is [...] Artikel 6 1. Indien een eigenaar het ingevolge artikel 4 en/of artikel 5 door hem aan de vereniging verschuldigde bedrag niet binnen een maand, nadat het bedrag opeisbaar is geworden, aan de vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente ten tijde van de dag van opeisbaarheid verhoogd met twee punten [...] Artikel 7 1. Voor het geval een appartementrecht behoort tot een gemeenschap, zijn de deelgenoten hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen, die uit de gerechtigheid tot dat appartementsrecht voortvloeien [...]. 2.3 Op basis van het Splitsingsreglement dient maandelijks een bedrag van € 250,-- aan de VVE te worden voldaan. 2.4 In de openbare registers van het kadaster staat [B] ingeschreven als (mede)rechthebbende op de onder 2.1 genoemde rechten. 3. De vordering en grondslag 3.1 De VVE vordert na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [A] c.s. te veroordelen, hoofdelijk en zodanig dat als de een heeft betaald de ander zal bevrijd, om aan de VVE te betalen: - het bedrag van € 6.684,48 te vermeerderen met de wettelijke rente + 2% punten over een bedrag van € 5.574,38 vanaf 1 oktober 2008 tot aan de voldoening; - de vastgestelde maandelijkse bijdrage van € 250,-- per maand over de periodes na oktober 2008 indien [A] c.s. ingebreke blijven deze tijdig te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente + 2% punten over dit bedrag vanaf telkens de eerste dag van iedere periode tot aan de voldoening, met de bepaling dat indien de VVE bij meerderheid van stemmen besluit de maandelijkse vergoeding voor alle leden te verhogen of verlagen, het bedrag tot het alsdan vastgestelde bedrag zal worden aangepast; - met veroordeling van [A] c.s. in de kosten van dit geding. 3.2 De VVE specificeert haar vordering als volgt: - hoofdsom € 5.574,38 - rente t/m 1 oktober 2008 € 196,18 - Inkassokosten € 913,92 totaal € 6.684,48 3.3 De VVE legt naast de vaststaande feiten aan haar eis ten grondslag dat [A] c.s. nalatig zijn om aan hun maandelijkse verplichting te voldoen. Thans staat een bedrag van € 5.574,38 open, over 2007 en over de periode van januari tot en met oktober 2008, aldus de VVE. Ondanks sommaties hebben [A] c.s. niet betaald. Aangezien [A] c.s. weigerachtig zijn om aan hun verplichtingen te voldoen, was de VVE genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven, waardoor buitengerechtelijke kosten zijn ontstaan. Deze kosten bedragen overeenkomstig het rapport Voorwerk II € 913,92 inclusief BTW (die niet kan worden verrekend). De VVE vordert deze kosten op grond van artikel 6:96 lid 2 onder c. van het Burgerlijk Wetboek (BW). Tot en met 1 oktober 2008 zijn [A] c.s. een bedrag van € 196,18 verschuldigd aan rente, aldus de VVE. Wat de hoofdelijkheid betreft wijst de VVE op artikel 7 van het Splitsingsreglement en de kadastrale inschrijving van [B]. De VVE heeft verder het verweer van [A] c.s. tegen de vordering betwist. 4. Het verweer 4.1 [A] erkent dat hij een maandelijks bedrag verschuldigd is van € 250,--. De situatie is inmiddels wel achterhaald, aldus [A] c.s. De vordering van de VVE van € 5.574,38 heeft betrekking op voorschotbedragen over een periode van 22,87 maanden (€ 5.574,38 : € 250,--), derhalve over de periode van januari 2007 tot en met 1 oktober 2008. De vorderingen gaan derhalve over twee boekjaren, aldus [A] c.s. De VVE dient inzicht te geven in de daadwerkelijk verschuldigde bedragen in plaats van voorschotbedragen te vorderen. [A] c.s. beroepen zich op verrekening voor het bedrag dat de daadwerkelijke kosten lager liggen dan de gevorderde voorschotbedragen. 4.2 [A] c.s. betwisten dat [B] enig bedrag verschuldigd is omdat zij geen lid is van de VVE en niet in gemeenschap van goederen is gehuwd met [A]. 4.3 [A] beroept zich verder op verrekening op grond van artikel 6:127 BW. Hij heeft een groot aantal tegenvorderingen op de VVE die uiteenvallen in twee hoofdzaken: a. schade door [A] geleden doordat de VVE in de boekjaren ten onrechte ten laste van [A] kosten in rekening heeft gebracht; b. schade door [A] geleden als gevolg van lekkage van een rioolbuis van het pand. [A] heeft beide vorderingen aan de hand van stukken nader toegelicht en hij voert aan dat hij met betrekking tot de kwestie genoemd onder a. een vordering op de VVE heeft van € 12.956,36. Met de betrekking tot de vordering onder b. komt [A] tot een schade van meer dan € 150.000,--. 5. Beoordeling 5.1 [A] c.s. hebben zich niet verzet tegen de wijzing van eis, zodat de rechtbank daarvan van zal uitgaan. 5.2 [A] c.s. erkennen dat zij in beginsel € 250,-- per maand als voorschot dienen te voldoen. De VVE heeft de achterstand in periodieke betalingen van [A] c.s. als volgt gespecificeerd: Jaar maand Spuistraat Nw. Zijds voorburgwal 2007 eindafrekening € 3.267,50 € 193,12 2008 januari € 50,-- € 200,-- februari € 50,-- € 200,-- maart € 50,-- € 200,-- april € 50,-- € 200,-- mei € 50,-- € 200,-- juni € 50,-- € 200,-- juli € 50,-- € 200,-- augustus € 50,-- € 200,-- september € 50,-- € 200,-- oktober € 50,-- € 200,-- subtotaal € 3.767,50 € 1.806,88 Totaal verschuldigd € 5.574,38 5.3 [A] c.s. hebben deze specificatie niet anders betwist dan met de stelling dat een voorschot van € 250,-- per maand achterhaald is, nu het zou gaan om een periode van 22,87 maanden. Zonder nadere uitleg - die ontbreekt - mist de onder 4.1 weergegeven berekening van [A] c.s. enige betekenis en is niet duidelijk wat zij hiermee willen beweren. Het is blijkens de hiervoor weergegeven specificatie juist - zoals [A] c.s. opmerken - dat de vordering betrekking heeft op twee boekjaren. Uit het hiervoor onder 2.2. weergegeven artikel 4 van het Splitsingsreglement volgt, dat na vaststelling van de jaarlijkse exploitatierekening de maandelijkse voorschotten worden afgerekend. Dat is blijkens de specificatie over het jaar 2007 ook gebeurd. Het aldus opgenomen bedrag van € 3.267,50 en € 193,12 (-/-) voor respectievelijk Spuistraat en Nieuwe Zijdsvoorburgwal is inhoudelijk niet (gemotiveerd) betwist. Verder vloeit uit artikel 5 lid 2 van het Splitsingsreglement voort dat bij wijze van voorschot een maandelijkse bijdrage is verschuldigd die door de vergadering is vastgesteld op € 250,-- per maand. Bij gelegenheid van de comparitie is door de VVE onweersproken uiteengezet dat de exploitatierekening over 2008 bijna klaar is en de voorschotten over dat jaar ook zullen worden verrekend. Anders dan [A] c.s. aanvoeren heeft de VVE zodoende voldoende inzicht verschaft in de opbouw van haar vordering. Dat brengt mee dat het gevorderde bedrag van € 5.574,38 is verschuldigd. 5.4 Tegen het tweede deel van de vordering - veroordeling voor termijnen na oktober 2008 - is geen verweer gevoerd. Dat deel van de vordering kan derhalve ook worden toegewezen. Ook de gevorderde rente is niet betwist en dus toewijsbaar. 5.5 De vordering van de VVE betrekking hebbend op de buitengerechtelijke kosten is ook niet betwist. De VVE heeft onweersproken gesteld dat er ter verkrijging van de vordering buiten rechte door haar raadsman is gecorrespondeerd met [A] c.s., waardoor (extra) kosten zijn ontstaan. De rechtbank zal de gevorderde kosten echter matigen tot 15% van de hoofdsom, zijnde het bedrag van € 836,15. 5.6 [A] c.s. hebben betwist dat [B] aansprakelijk zou zijn voor periodieke betalingen omdat zij geen lid van de VVE is en niet in gemeenschap van goederen is gehuwd met [A]. Uit de gegevens van het kadaster blijkt echter dat [B] mederechthebbende is op het appartementsrecht en op grond van artikel 7 van het Splitsingsreglement is zij ook gehouden tot betaling. De gevorderde hoofdelijkheid zal derhalve worden toegewezen. 5.7 Het volgende is derhalve toewijsbaar: - hoofdsom € 5.574,38 - rente t/m 1 oktober 2008 € 196,18 - inkassokosten € 836,15 totaal € 6.606,71 5.8 [A] heeft ter afwering van de vordering van de VVE nog een beroep gedaan op verrekening. Nog daargelaten dat alleen [A] aanvoert tegenvorderingen te hebben - en niet [B] - zijn de door [A] aangevoerde vorderingen door de VVE gemotiveerd betwist. De gegrondheid van het verweer van [A] is niet op eenvoudige wijze vast te stellen, zodat op grond van artikel 6:136 BW het verweer en het beroep op verrekening wordt verworpen. [A] zal zijn (aangevoerde) vorderingen in een aparte procedure geldend moeten maken - zoals hij ook heeft aangekondigd. 5.9 Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [A] c.s. worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Aan de zijde van de VVE worden die tot op heden begroot als volgt: - vast recht € 303,-- - dagvaardingskosten € 85,44 - advertentiekosten € 291,06 - salaris advocaat (twee punten, tarief I) € 768,-- Totaal € 1.447,50 Nu dit is gevorderd zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. BESLISSING De rechtbank: - veroordeelt [A] en [B], hoofdelijk en zodanig dat als de een heeft betaald de ander zal bevrijd, om aan de VVE te betalen: a. een bedrag van € 6.606,71 (zegge: zesduizend zeshonderd zes 71/100 euro), te vermeerderen met de wettelijke rente + 2% punten over een bedrag van € 5.574,38 vanaf 1 oktober 2008 tot aan de voldoening; b. de vastgestelde maandelijkse bijdrage van € 250,-- per maand over de periodes na oktober 2008 indien [A] c.s. ingebreke blijven deze tijdig te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente + 2% punten over dit bedrag vanaf telkens de eerste dag van iedere periode tot aan de voldoening; - bepaalt dat indien de VVE bij meerderheid van stemmen besluit de maandelijkse vergoeding voor alle leden te verhogen of verlagen, het maandelijks te betalen bedrag tot het alsdan vastgestelde bedrag zal worden aangepast; - veroordeelt [A] c.s. in de proceskosten, hoofdelijk en zodanig dat als de een heeft betaald de ander zal bevrijd, tot op heden aan de zijde van de VVE begroot op € 1.447,50 - verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; - wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. A.C.A. Wildenburg, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2009.