Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ5155

Datum uitspraak2009-08-12
Datum gepubliceerd2009-08-12
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers95461 / HA ZA 08-896
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bindende eindbeslissing; Verzoek om terug te komen op bindende eindbeslissing gehonoreerd i.v.m. kennelijke verrassingsbeslissing van de rechtbank in combinatie met specifieke omstandigheden. Aanvulling feitelijke grondslag van het verweer, dat bij juistheid zou meebrengen dat op een onjuiste juridische grondslag is beslist. Zie m.n rov 2.4 en 2.5.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ZUTPHEN Sector Civiel – Afdeling Handel zaaknummer / rolnummer: 95461 / HA ZA 08-896 Vonnis van 12 augustus 2009 in de zaak van 1. MR. HENRICUS JOHANNES MATHIJS GERARDVAN DER MEIJDEN, in hoedanigheid van curator in het faillissement van de [eiser1 in conventie, verweerder1 in reconventie], 2. MR. HENRICUS JOHANNES MATHIJS GERARDVAN DER MEIJDEN, in hoedanigheid van curator in het faillissement van [eiser2 in conventie, verweerder2 in reconventie], 3. MR. HENRICUS JOHANNES MATHIJS GERARDVAN DER MEIJDEN, in hoedanigheid van curator in het faillissement van [eiser3 in conventie, verweerder3 in reconventie], wonende te Harderwijk, eisers in conventie, verweerders in reconventie, advocaat mr. F.B.A.M. van Oss te Harderwijk, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], gevestigd te Reuver, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, advocaat mr. P.G.C.P. Smits te Eindhoven. Partijen zullen hierna de curator, [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 22 april 2009 - de akte in conventie van de curator - de akte in conventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - de antwoordakte in conventie van de curator - de antwoordakte in conventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De verdere beoordeling in conventie 2.1. Bij tussenvonnis van 22 april 2009 is de curator in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten of hij bewijs wil leveren van zijn stelling dat de 19.700 potplanten nog aanwezig zijn bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. De curator ziet om proceseconomische redenen af van bewijslevering. 2.2. Ten aanzien van de toewijzing van de vordering op de subsidiaire grondslag (r.o. 7.8. en 7.9.) heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aangevoerd dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] wel degelijk op de hoogte was van de gebreken in de levering. Dit blijkt uit een passage uit een brief d.d. 10 juni 2008 van de curator aan de rechter-commissaris in het faillissement: “Eertijds waren er 25.000 gepot, aldus de heer [eisers in conventie, verweerders in reconventie], doch om allerlei redenen (waaronder vernietiging van bepaalde planten) zijn er nog 20.000 overgebleven.” Onder verwijzing naar deze passage wil [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als getuige horen om op die wijze te weerleggen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet zou hebben gewaarschuwd. De curator verzoekt de rechtbank om het aangeboden getuigenbewijs van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten aanzien van de potplanten van de hand te wijzen, omdat dit moet worden gezien als een vergeefse poging tot ‘napleiten’. Bovendien heeft de curator om proceseconomische redenen afgezien van bewijslevering ten aanzien van de primaire grondslag van de vordering, omdat voor toewijzing van de subsidiaire grondslag geen nadere bewijslevering meer nodig was. 2.3. Met de curator begrijpt de rechtbank het verzoek van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als een verzoek aan de rechtbank om terug te komen op de bindende eindbeslissing in rov. 7.9 dat de vordering tot vervangende schadevergoeding zonder nadere bewijslevering kan worden toegewezen op de grondslag van een toerekenbare tekortkoming. Voor een in een tussenvonnis gegeven eindbeslissing geldt thans dat de eisen van een goede procesorde meebrengen dat de rechter, aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen. Hierbij wordt geen uitzondering gemaakt voor de situatie waarin het aan een belanghebbende partij zelf te wijten is dat uitgegaan is van een onjuiste grondslag (vgl. onder meer HR 25 april 2008, NJ 2008, 553). In de aan deze jurisprudentie ten grondslag liggende gevallen betrof het feiten en omstandigheden die uit het normale verloop van de (tijd gedurende de) procedure zijn gebleken, geen feiten of omstandigheden en/of daarop gebaseerde stellingen van partijen die al van meet af aan aan de orde hadden kunnen worden gesteld door de partij die zich daarop bij nader inzien wenst te beroepen. 2.4. In het onderhavige geval komt het verzoek van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om getuigenbewijs te mogen leveren onder verwijzing naar de passage in de brief van de curator neer op een aanvulling van de feitelijke grondslag van het verweer. Immers, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat uit de passage blijkt dat zij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] al had ingelicht over ‘vernietiging van bepaalde planten’, zodat verder waarschuwen niet meer nodig was en aldus -naar de rechtbank begrijpt- niet wordt toegekomen aan schending van artikel 6:89 BW, zodat toewijzing van de vordering tot vervangende schadevergoeding op een onjuiste juridische grondslag berust. Voorts heeft de aanspraak op levering van vervangende bomen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet bereikt, omdat deze laatste zich in het zicht van het faillissement voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onbereikbaar hield, aldus [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. 2.5. Voor de beoordeling van dit verzoek zijn de volgende omstandigheden relevant. De beslissing van de rechtbank gegrond op artikel 6:89 BW is genomen op basis van hetgeen partijen ter comparitie hebben verklaard. Achteraf moet worden geconstateerd dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het juridische belang van de stelling van de curator dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] had moeten waarschuwen, hetgeen de rechtbank als een impliciet beroep op artikel 6:89 BW heeft begrepen, niet aldus heeft opgevat, zodat de beslissing van de rechtbank voor haar als een verrassing kwam. Dit is wellicht in de hand gewerkt door de omstandigheid dat de procedure betrekking heeft op 20.000 bomen en niet op de 25.000 bomen waarop de overeenkomst tussen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zag, met als gevolg dat partijen de 5.000 bomen, die om allerlei redenen niet meer aanwezig waren, niet in hun stellingen hebben betrokken. Voorts betreft het een procedure in eerste aanleg en is er nog bewijslevering en mogelijk een deskundigenrapport nodig om tot een eindvonnis te komen. Gelet op deze specifieke omstandigheden in onderlinge samenhang zal [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden toegestaan de feitelijke grondslag van haar verweer aan te vullen. Tevens brengt dit mee dat het de curator is toegestaan om alsnog bewijs te leveren van zijn stelling dat de 19.700 potplanten nog aanwezig zijn bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], indien hem dat geraden voorkomt. 2.6. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] biedt aan te bewijzen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] al op de hoogte was van de inferieure kwaliteit van het plantgoed, zodat er in het voorjaar van 2007 voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen noodzaak meer was om [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in te lichten. Indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] slaagt in het bewijs dat zij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] al op de hoogte had gesteld van de volgens haar inferieure kwaliteit van het plantgoed, moet vervolgens worden bewezen dat het plantgoed van inferieure kwaliteit was, gegeven de gemotiveerde betwisting hiervan door [eisers in conventie, verweerders in reconventie]. Het bewijs van de inferieure kwaliteit dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te leveren. In feite beroept zij zich immers op het feit dat het tenietgaan van het plantgoed haar niet kan worden toegerekend omdat de inferieure kwaliteit van het plantgoed niet voor haar risico komt. Het enkele feit dat van de 25.000 planten er 5000 zijn tenietgegaan, is onvoldoende om uit te gaan van het vermoeden van inferieure kwaliteit omdat er bij plantgoed altijd een deel tenietgaat. Ook de passage in de brief geeft geen aanknopingspunt dat de oorzaak van het tenietgaan is gelegen in een inferieure kwaliteit van het plantgoed. Gelet op de eigen stellingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat het plantgoed is tenietgedaan en opgekiept, waaruit de rechtbank begrijpt dat het gestelde inferieure plantgoed niet meer aanwezig is, dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich eerst bij akte uit te laten hoe zij dit bewijs wil leveren. Alleen als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bewijs kan leveren van de gestelde inferieure kwaliteit van het plantgoed, is het zinvol om hem toe te laten tot het bewijs dat zij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] al op de hoogte had gebracht van de volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] inferieure kwaliteit van het plantgoed. 2.7. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft aangeboden als partijgetuige bewijs te leveren van haar stelling dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het voorjaar van 2008 de palletframes, de spijkermachine en de drie pallets met potten heeft opgehaald. De curator heeft aangevoerd dat het aanbod van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om zichzelf als getuige hierover te horen dient te worden afgewezen in verband met artikel 164 lid 2 Rv. De curator zal niet in zijn standpunt worden gevolgd. De rechtbank zou zich schuldig maken aan een verboden prognose omtrent het resultaat van de bewijsvoering. Bewijs zal als hier na te melden worden opgedragen. 2.8. Pas na de bewijslevering zal de rechtbank zo nodig overgaan tot benoeming van een deskundige. In verband met de mogelijkheid dat Schalk als getuige wordt opgeroepen, zal de rechtbank niet Schalk als deskundige benoemen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. in voorwaardelijke reconventie 2.9. De reconventionele vordering is ingesteld onder de voorwaarde dat komt vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de betreffende potplanten nog onder zich heeft. De curator heeft om proceseconomische redenen afgezien van bewijslevering. Zoals hiervoor is overwogen, mag de curator hierop terugkomen zo hij dit geraden acht. Derhalve wordt iedere verdere beslissing aangehouden. 3. De beslissing De rechtbank in conventie 3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 26 augustus 2009 voor het nemen van een akte door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] over hetgeen is vermeld onder 2.6, 3.2. draagt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op te bewijzen dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het voorjaar van 2008 de palletframes, de spijkermachine en de drie pallets met potten heeft opgehaald, 3.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 26 augustus 2009 voor uitlating door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel, 3.4. bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen, 3.5. bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden oktober tot en met december 2009 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald, 3.6. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.A.M. Strens-Meulemeester in het gerechtsgebouw te Zutphen aan de Martinetsingel 2, 3.7. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen, 3.8. houdt iedere verdere beslissing aan, in reconventie 3.9. houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2009.