Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ4994

Datum uitspraak2009-07-15
Datum gepubliceerd2009-08-11
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers76755 / HA ZA 08-2482
Statusgepubliceerd


Indicatie

Laatste geschilpunt in burenzaak of vordering tot verwijdering van boom binnen 2 meter van perceelsgrens is verjaard. Bewijs dat de boom er al langer dan 20 jaar staat is niet geleverd.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK DORDRECHT Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 76755 / HA ZA 08-2482 Vonnis van 15 juli 2009 in de zaak van [eiseres], wonende te Puttershoek, eiseres, advocaat mr. F.A. Hoveijn, tegen de stichting WONINGSTICHTING DE MAASHOEK, gevestigd te Puttershoek, gedaagde, advocaat mr. E. de Ruiter. Partijen zullen hierna [eiseres] en De Maashoek genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 14 januari 2009 met de daarin opgenomen processtukken, - het proces-verbaal van het getuigenverhoor aan de zijde van De Maashoek, gehouden op 28 mei 2009. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Het perceel van [eiseres] aan de [adres 1] en het perceel van De Maashoek aan de [adres 2] grenzen aan de achterzijde aan elkaar. 2.2. Op het perceel van De Maashoek staan twee bomen (een lijsterbes en een es of esdoorn) binnen twee meter van de erfgrens met het perceel van [eiseres] en de bomen reiken hoger dan de schutting die op circa twintig centimeter van de erfgrens staat. 3. Het geschil 3.1. [eiseres] vordert, na vermindering van eis tijdens de comparitie ter plaatse, veroordeling van De Maashoek tot verwijdering en het verwijderd houden van de twee bomen op het perceel van De Maashoek binnen twee meter van de erfgrens met het perceel van [eiseres], op straffe van een dwangsom van EUR 500,-- per dag dat De Maashoek nalatig blijft om aan het bevel te voldoen. 3.2. De Maashoek voert verweer. De conclusie strekt tot [eiseress] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, althans haar deze te ontzeggen als ongegrond en onbewezen met het veroordelen van [eiseres] in de proceskosten. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang voor de beoordeling, hierna ingegaan. 3.3. In het tussenvonnis van 14 januari 2009 is De Maashoek opgedragen te bewijzen dat de vordering tot verwijdering van de lijsterbes is verjaard doordat de boom langer dan twintig jaar ter plaatse staat. 3.4. Ter voldoening van de aan haar gegeven bewijsopdracht heeft De Maashoek [getuige 1] (hovenier) en [getuige 2] (huurster van het perceel van De Maashoek) als getuigen doen horen. 4. De verdere beoordeling 4.1. In deze zaak resteert de vraag of het verweer van De Maashoek, inhoudende dat de vordering van [eiseres] tot verwijdering van de lijsterbes is verjaard, slaagt. De vordering tot verwijdering van de es of esdoorn ligt, zoals overwogen in het tussenvonnis van 28 januari 2009, voor toewijzing gereed. De lijsterbes 4.2. Op grond van artikel 3:306 BW juncto 3:314 BW verjaart een vordering tot verwijdering na verloop van twintig jaar. De verjaringstermijn van een rechtsvordering tot opheffing van een onrechtmatige toestand begint ingevolge artikel 3:314 lid 1 BW met de aanvang van de dag volgende op de dag waarop de onmiddellijke opheffing van die toestand gevorderd kan worden. In het geval van een vordering als de onderhavige kan de nabuur ingevolge artikel 5:42 lid 3 BW zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen beide erven. Beide artikelen in samenhang gelezen, leidt tot de slotsom dat de verjaringstermijn van twintig jaar van de rechtsvordering van [eiseres] in het onderhavige geval is aangevangen op de dag volgende op de dag dat de lijsterbes op het perceel van De Maashoek boven de schutting tussen beide percelen is gegroeid. 4.3. De getuigen hebben, voor zover van belang voor het aanvangen van de verjaringstermijn, als volgt verklaard: [getuige 1] (hovenier): “Ik ben twee keer op de [adres 2] geweest. (…) Ik trof daar een Sorbus ofwel een lijsterbes aan die staat tegen of nabij een schuur (…). Hij staat zo dicht tegen de berging dat het op zich mogelijk is dat hij geplant is. Het is gelet op de situering en de omliggende vegetatie die grotendeels bestaat uit inheemse soorten ook goed mogelijk dat het een zaaiing is. Door de situatie ter plaatse en het vocht dat van de berging afkomt en de zware kleigrond zal de boom niet optimaal gegroeid zijn. (…) Ik heb de diameter van de boom bepaald, uitgaande van een omtrek van 62 cm, circa 20 cm. Uitgaande van een groeisnelheid van 0,75 cm per jaar is de boom zo’n 26 jaar oud. Op vragen van mr. de Ruiter antwoord ik als volgt. (…) Ik acht het niet aannemelijk dat een boom van zes jaar of ouder op die manier wordt geplant gelet op de omvang die de boom, de kroon en het wortelgestel of de kluit dan al zullen hebben. (…)” [getuige 2] (huurster van het perceel van De Maashoek): “Ruim 20 jaar geleden, toen ik 73 was, ben ik hier gaan wonen. Ik trof in de tuin begroeiing aan, waaronder ook de bomen waarom het hier gaat. Datzelfde jaar trof ik toen ik thuis kwam de tuin aan in kale toestand. Alle begroeiing was met de grond gelijk gemaakt. (…) Ook de bomen waren tot de grond toe afgezaagd. De bomen zijn daarna weer gaan groeien tot de huidige omvang.(…)” 4.4. De verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] zijn gedeeltelijk tegenstrijdig aan elkaar; waar [getuige 1] de boom 26 jaar oud schat op basis van een berekening op grond van de diameter van de lijsterbes en de groeisnelheid per jaar, verklaart Have Koch dat lijsterbes ruim twintig jaar geleden tot aan de grond is gekapt. Dit zou betekenen dat de lijsterbes binnen een termijn van twintig jaar boven de schutting is gaan reiken. Op basis van deze verklaringen valt niet vast te stellen dat de rechtsvordering van [eiseres] is verjaard. Derhalve slaagt De Maashoek niet in haar bewijsopdracht. Gelet op artikel 5:42 BW dient de vordering dan ook worden toegewezen, nu de lijsterbes binnen twee meter van de erfgrens staat en hoger reikt dan de opgetrokken schutting tussen beide percelen. De vordering wordt toegewezen. De es of esdoorn 4.5. Zoals is overwogen onder 5.5. in het tussenvonnis van 14 januari 2009 dient de vordering tot verwijdering van de es of esdoorn te worden toegewezen, omdat deze binnen twee meter van de erfgrens staat en hoger reikt dan de opgetrokken schutting tussen beide percelen. De proceskosten 4.6. De Maashoek zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op: - dagvaarding EUR 85,44 - vast recht 254,00 - salaris advocaat 1.130,00 (2,5 punten × tarief EUR 452,00) Totaal EUR 1.469,44 5. De beslissing De rechtbank 5.1. veroordeelt De Maashoek om binnen vier weken na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor verwijdering en het verwijderd houden van de twee bomen op het perceel van De Maashoek die zich binnen twee meter van de erfgrens van het perceel van [eiseress] bevinden, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 voor iedere dag dat De Maashoek (gedeeltelijk) nalatig blijft om aan dit bevel te voldoen. 5.2. veroordeelt De Maashoek in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.469,44, 5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, 5.4. wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. Broeders en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2009.?