Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ4902

Datum uitspraak2009-02-19
Datum gepubliceerd2009-08-10
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers108.004.793
Statusgepubliceerd


Indicatie

Zowel aan de betrokkene als aan een collega van de gemachtigde is ter zake van dezelfde gedraging, verricht op dezelfde datum en locatie een sanctie opgelegd. Beiden schreven hetzelfde beroepschrift. Alleen in de zaak van de collega had de officier van justitie meegedeeld het beroep alsnog gegrond te achten. Er is in dit geval sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. De inleidende beschikking wordt vernietigd.


Uitspraak

WAHV 108.004.793 17 februari 2009 CJIB 59104830440 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Utrecht van 27 maart 2008 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), gevestigd te [vestigingsplaats], voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde], wonende te [woonplaats]. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Utrecht genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Het procesverloop De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Bij brief van 21 oktober 2008 heeft de griffier van het hof de advocaat-generaal verzocht om aanvullende informatie in te dienen. De advocaat-generaal heeft de aanvullende informatie ingediend en daarbij opmerkingen gemaakt. De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld hierop te reageren, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Beoordeling 1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 75,- opgelegd ter zake van “voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd”, welke gedraging zou zijn verricht op 27 maart 2007 om 11.05 uur op de Amazonedreef te Utrecht met het voertuig met het kenteken [AB-00-AB]. 2. De gemachtigde van de betrokkene, die ten tijde van de gedraging bestuurster van voornoemd voertuig was, voert onder meer aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat het gelijkheidsbeginsel niet is geschonden. Bij brief van 21 december 2007 gericht aan de rechtbank heeft de gemachtigde aangevoerd dat de aan haar collega opgelegde sanctie inmiddels door de officier van justitie is vernietigd. Haar collega had namelijk ter zake van dezelfde gedraging verricht op dezelfde datum en op dezelfde locatie eveneens een sanctie opgelegd gekregen. Zij hebben vervolgens exact dezelfde beroepschriften ingediend en de officier van justitie heeft daarop dezelfde afwijzende beslissingen genomen. Vervolgens hebben beide personen hetzelfde beroepschrift aan de kantonrechter geschreven, waarna de officier van justitie aan de collega van de gemachtigde heeft bericht dat het beroep alsnog gegrond is geacht, waarna die collega haar beroep heeft ingetrokken. Als bijlage heeft de gemachtigde de aan haar collega gerichte herzieningsbeslissing van de officier van justitie d.d. 13 november 2007 meegezonden. 3. Naar aanleiding van voornoemd verweer heeft de advocaat-generaal op verzoek van het hof het dossier van de collega van de gemachtigde (CJIBnummer 104830439) opgevraagd en in het geding gebracht. Het hof stelt vast dat uit de zaakoverzichten blijkt dat het inderdaad gaat om dezelfde gedraging verricht op hetzelfde tijdstip en dezelfde locatie. Voorts blijkt dat de officier van justitie op basis van dezelfde beroepschriften zijn beslissingen heeft genomen. In de zaak met CJIBnummer 104830439 is de officier van justitie, naar aanleiding van het ingestelde beroep tegen zijn beslissing, overgegaan tot herziening van zijn eerdere beslissing en heeft hij het beroep gegrond geacht. In de onderhavige zaak met het direct daaropvolgende CJIBnummer 104830440 heeft de officier van justitie het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om tot herziening van zijn beslissing over te gaan. 4. In reactie op de aanvullende informatie stelt de advocaat-generaal zich op het standpunt dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel de betrokkene niet kan baten. De advocaat-generaal stelt weliswaar vast dat de zaken zien op dezelfde gedraging verricht op hetzelfde tijdstip en dezelfde locatie, maar dat niet is gebleken dat er zonder (juridische) geldige reden ten nadele van de betrokkene is afgeweken van het met betrekking tot gedragingen als de onderhavige geldende beleid. 5. Nu de officier van justitie op basis van dezelfde aan hem gerichte beroepschriften met betrekking tot dezelfde gedragingen verricht op hetzelfde tijdstip en dezelfde locatie in een gevorderd stadium van de procedure tot twee verschillende beslissingen is gekomen zonder te stellen dat de begunstigende beslissing in de zaak met CJIBnummer 104830439 op een vergissing of ambtelijke misslag berust, is het hof van oordeel dat de bestreden beslissing wegens strijd met het in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur dat wil dat gelijke gevallen - behoudens zich hier niet voordoende uitzonderingen - gelijk worden behandeld, niet in stand kan blijven. Het hof zal de bestreden beslissing, de beslissing van de officier van justitie alsmede de inleidende beschikking vernietigen. Beslissing Het gerechtshof: vernietigt de beslissing van de kantonrechter; verklaart het beroep gegrond; vernietigt de beslissing van de officier van justitie d.d. 1 juli 2007, alsmede de beschikking waarbij onder CJIBnummer 59104830440 de administratieve sanctie is opgelegd; bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 WAHV tot zekerheid is gesteld, te weten een bedrag van €75,-, door de advocaat-generaal aan haar wordt gerestitueerd. Dit arrest is gewezen door mrs. Dijkstra, Beswerda en Van Wagtendonk, in tegenwoordigheid van mr. Samplonius als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.