Jurisprudentie
BJ4860
Datum uitspraak2009-08-10
Datum gepubliceerd2009-08-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/849114-09
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-08-11
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/849114-09
Statusgepubliceerd
Indicatie
Promisvonnis. Verdachte is veroordeeld voor een groot aantal inbraken die verdachte heeft ontkend. Het bewijs is gebaseerd op de gedeeltelijk erkennende verklaring van een van de medeverdachten, de gehanteerde werkwijze door de daders, de leugenachtige verklaringen van verdachte en zijn medeverdachte en de resultaten van technisch onderzoek.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector Strafrecht
Parketnummer: 01/849114-09
Parketnummer vordering: 01/845567-07
Datum uitspraak: 10 augustus 2009
Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 juli 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 18 mei 2009.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 27 juli 2009 is gewijzigd is aan verdachte tenlastegelegd dat (een kopie van de vordering tot wijziging is aangehecht):
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 3 maart 2009 tot en
met 4 maart 2009 te Nistelrode en/of Vinkel, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet gedurende de
voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning en/of besloten erf aan de/het
[adres 33] en/of [adres 34]
(telkens) heeft/ weggenomen
een of meer telefoon(s) en/of credit-card(s) en/of gereedschap(pen) en/of
huishoudelijk(e) voorwerp(en) en/of navigatiesyste(e)m(en) en/of sleutel(s)
en/of bankpas(sen) en/of een (personen)auto (Toyota type Aygo) en/of
een hoeveelheid geld en/of een fotocamera en/of een rijbewijs en/of een kistje
wijn
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 1 en 2)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 3 maart 2009 tot en met 4 maart 2009 te
Rosmalen, in elk geval in Nederland, gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de
[adres 1] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn,
verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorend[slachtoffer 35]]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de
toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen hoeveelheid
geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking, te weten door een (cilinder)slot te
forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 50)
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 10 maart 2009 tot
en met 11 maart 2009 te Vinkel, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet gedurende de
voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning aan de/het
[adres 2] en/of [adres 3] en/of [adres 4]
(telkens) heeft/ weggenomen
een of meer telefoon(s) en/of rijbewijs/rijbewijzen en/of paspoort(en) en/of
portemonnee(s) en/of bankpas(sen) en/of een sleutel en/of een hoeveelheid geld
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 4,5,16)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2009 tot en met 11 maart 2009 te
Vinkel, in elk geval in Nederland, al dan niet gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen
aan de van [adres 5] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of
goederen, van zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen hoeveelheid geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn
bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, te weten door een
(cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 3)
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 15 maart 2009 tot
en met 16 maart 2009 te Heeswijk-Dinther en/of Rosmalen, in elk geval in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al
dan niet gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning en/of besloten erf aan de/het
[adres 6] en/of [adres 7] en/of [adres 8]
(telkens) heeft/ weggenomen een zaklamp en/of sigaretten en/of een hoeveelheid
geld en/of een fles drank en/of een of meer telefoon(s) en/of een of meer
computer(s) en/of een of meer televisie(s) en/of een of meer videocamera('s)
en/of een of meer sleutel(s) en/of een of meer portemonnee(s) en/of een
bestelbus (merk VW type Transporter) en/of een navigatiesysteem en/of een
fotocamera en/of een of meer stuks gereedschap en/of een paspoort en/of een
printer en/of een hoeveelheid beeldjes en/of een bankpas en/of een rijbewijs,
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of
[slachtoffer 10] en/of "[slachtoffer 11]",
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 24,27,28)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 15 maart 2009 tot en met 16 maart 2009 te
Berlicum en/of Rosmalen, in elk geval in Nederland, al dan niet gedurende de
voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning gelegen aan de/het
[adres 9] en/of [adres 10] en/of [adres 11] en/of [adres 12] en/of
[adres 13]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13]
en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte
en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen hoeveelheid geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn
bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, te weten door een
(cilinder)slot te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 25,26,29,30,31)
4.
hij op of omstreeks 14 februari 2009 te Heesch, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de/het
[adres 37]
heeft weggenomen
een of meer bankpas(sen) en/of een of meer sleutel(s) en/of een of meer
fotocamera(s) en/of een of meer navigatiesyste(e)m(en) en/of een of meer
identiteitspapier(en) en/of een of meer computer(s) en/of een of meer
telefoon(s) en/of een of meer mp3-speler(s) en/of een of meer siera(a)d(en)
en/of een of meer kentekenbewijzen en/of een of meer tas(sen) en/of een of
meer fotolens/fotolenzen en/of een of meer portemonnee(s) met inhoud en/of een
of meer zonnebril(len) en/of een of meer horloge(s) en/of een of meer
brandkast(en) en/of een of meer radio('s) en/of een of meer stuks gereedschap
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 17] in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 43 )
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 20 februari 2009
tot en met 21 februari 2009 te Geffen, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet gedurende de
voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning en/of besloten erf aan de/het
[adres 38] en/of [adres 39]
(telkens) heeft/ weggenomen
een bestelauto (Ford Transit) en/of (een) (auto)sleutel(s) en/of een of meer
telefoon(s) en/of een of meer camera('s) en/of een of meer horloge(s) en/of
een of meer portemonnee(s) en/of een hoeveelheid geld en/of een of meer
tas(sen) en/of een of meer bankpas(sen) en/of een of meer zonnebril(len)
en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een of meer navigatiesyste(e)m(en)
en/of een of meer verrekijker(s) en/of een of meer kledingstuk(ken) en/of een
of meer DVD-speler(s) en/of een of meer stuks gereedschap,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 40 en 41 )
6.
hij in of omstreeks de periode van 23 februari 2009 tot en met 24 februari
2009 te Oss, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen of alleen, al dan niet gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan
de/het
[adres 40]
heeft/ weggenomen een of meer computers en/of computerspelletjes
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 20],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 44)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 23 februari 2009 tot en met 24 februari
2009 te Oss, in elk geval in Nederland, al dan niet gedurende de voor de
nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning gelegen aan de/het
[adres 35] en/of [adres 36]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading,
geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de
toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen hoeveelheid
geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn bereik te brengen
door middel van braak en/of verbreking, te weten door een (cilinder)slot te
forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 45 en 46)
7.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 27 februari 2009
tot en met 28 februari 2009 te Oss en/of Geffen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de/het
[adres 14] en/of [adres 15] en [adres 16]
(telkens) heeft/ weggenomen
een of meer horloge(s) en/of zaklantaarn(s) en/of brandkast(en) en/of een
hoeveelheid geld en/of een of meer navigatiesyste(e)m(en) en/of camera('s)
en/of tas(sen) en/of computer(s) en/of rijbewijs/rijbewijzen en/of
siera(a)d(en) en/of kentekenbewijs/kentekenbewijzen en/of telefoon(s) en/of
rekenmachine(s) en/of computerspel(letjes) en/of paspo(o)rt(en) en/of
credit-card(s) en/of bankpas(sen) en/of walk-man(s) en/of diploma('s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 23]
en/of [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 32,33,51)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 27 februari 2009 tot en met 28 februari
2009 te Oss, in elk geval in Nederland, al dan niet gedurende de voor de
nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning/garage gelegen aan de/het
[adres 17] en/of [adres 18]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading,
geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 36] en/of [slachtoffer 37]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de
toegang tot die woning/garage te verschaffen en/of die/dat weg te nemen
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn bereik
te brengen door middel van braak en/of verbreking, te weten door een
(cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 34 en 35)
8.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 9 maart 2009 tot en
met 10 maart 2009 te Oss, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet gedurende de voor de
nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning aan de/het
[adres 19] en/of [adres 20]
(telkens) heeft/ weggenomen
een of meer telefoon(s) en/of computer(s) en/of camera('s) en/of
navigatiesyste(e)m(en) en/of luidspreker(s) en/of cd('s) en/of een hoeveelheid
geld en/of een gehoorapparaat en/of een of meer bankpas(sen)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 38]
en/of [slachtoffer 39] in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 36 en 38 )
en/of
hij in of omstreeks de periode van 9 maart 2009 tot en met 10 maart 2009 te
Oss, in elk geval in Nederland, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de
[adres 21] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van
zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 27], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich
daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn bereik
te brengen door middel van braak en/of verbreking, te weten door een
(cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 37)
9.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in de periode van 17 maart 2009 tot
en met 18 maart 2009 te Vinkel en/of Nuland, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, al dan niet
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning en/of besloten erf aan de/het
[adres 22] en/of [adres 23] en/of [adres 24]
(telkens) heeft/ weggenomen
een of meer telefoon(s) en/of kadobon(nen) en/of zonnebril(len) en/of
bankpas(sen) en/of een hoeveelheid geld en/of een of meer
navigatiesyste(e)m(en) en/of een (personen)auto (merk Opel type Vectra) en/of
(een) autosleutel(s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 28]
en/of [slachtoffer 29] en/of [slachtoffer 30], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
namelijk (telkens) door het forceren van een (cilinder)slot ;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
(incident 7,8,9)
en/of
hij in of omstreeks de periode van 17 maart 2009 tot en met 18 maart 2009 te
Vinkel en/of Nuland, in elk geval in Nederland, al dan niet gedurende de voor
de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning/garage gelegen aan de/het
[adres 25] en/of [adres 26] en/of [adres 27] en/of
[adres 27a]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading,
geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 31] en/of [slachtoffer 32] en/of [slachtoffer 33] en/of [slachtoffer 34]
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de
toegang tot die woning/garage te verschaffen en/of die/dat weg te nemen
hoeveelheid geld en/of goederen van zijn, verdachtes gading onder zijn bereik
te brengen door middel van braak en/of verbreking, te weten door een
(cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid ;
(artikel 311 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
(incident 10,11,12,13)
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 01/845567-07 is aangebracht bij vordering van 9 oktober 2008. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d. 8 april 2008. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewijsbeslissing.
De acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 3, incident 24 en onder feit 5, incident 40 en 41 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
T.a.v. feit 3, incident 24:
De rechtbank overweegt dat de tijdstippen die geregistreerd zijn door het peilbaken op de Toyota Aygo niet overeenkomen met het tijdstip van de inbraak in de aangifte, te weten tussen 01:15 uur en 01:30 uur). De Toyota Aygo heeft tussen 001:14 uur en 00:46 uur stilgestaan op de [adres 28] te Heeswijk-Dinther in de zeer directe omgeving waar de inbraak is gepleegd. Het begintijdstip dat de plaatsbepalingsapparatuur van de Toyota Aygo heeft geregistreerd is één uur eerder dan het tijdstip waarop de vrouw van aangever iemand binnen in de woning heeft gezien. De inbraak is een half uur later gepleegd dan het eindtijdstip dat het peilbaken heeft geregistreerd. De aangifte wordt verder niet ondersteund door andere bewijsmiddelen. Het enkele feit de Toyota Aygo aanwezig was in de buurt van de inbraak is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen.
T.a.v. feit 5, incident 40 en 41:
De rechtbank overweegt dat [medeverdachte 1] belastend heeft verklaard over de mogelijke rol van verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank is er echter geen ander bewijsmiddel in het dossier dat de verklaring van [medeverdachte 1] ondersteunt. Er is geen technisch bewijs dat ondubbelzinnig gelinkt kan worden aan verdachte, [medeverdachte 2] heeft geeft geen verklaring gegeven over de herkomst van de videocamera die bij haar is aangetroffen en verdachte ontkent dat hij deze incidenten heeft gepleegd.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten en incidenten wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 1 tenlastegelegde incidenten (incident 1 en 2) acht de officier van justitie bewezen dat verdachte deze feiten samen met [medeverdachte 1] heeft gepleegd.
Volgens de officier van justitie is er sprake van een specifiek gedragspatroon van verdachte, te weten: de feiten zijn gepleegd in februari/maart 2009, in en rondom de verblijfplaats van verdachte (Heesch/Vinkel en omgeving), in de nachtelijke uren en door middel van de Bulgaarse methode. De officier van justitie acht de overige tenlastegelegde feiten bewezen indien er sprake is van dit specifieke gedragspatroon en waarbij minimaal één specifieke omstandigheid wijst op concrete betrokkenheid van verdachte. Dat kunnen werktuigsporen zijn, bakengegevens of gestolen goederen die bij de doorzoekingen zijn gevonden.
De officier van justitie merkt daarbij nog op dat na de aanhouding van verdachte op 23 maart 2009 tot de sluitingsdatum van het ambtelijk verslag op 4 mei 2009 in het district Maasland geen woninginbraken meer zijn gepleegd door middel van de Bulgaarse methode. Volgens de officier van justitie kan dat geen toeval zijn.
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte de overige feiten alleen heeft gepleegd gelet op de volgende bewijsmiddelen. Op de videobeelden van de poging tot woninginbraak [adres 5] te Vinkel d.d. 11 maart 2009 wordt verdachte herkend op de beelden. De inbraak is gepleegd volgens de bekende modus operandi en in die nacht zijn nog 5 andere inbraken gepleegd in Vinkel.
Het overgrote deel van de gestolen goederen zijn aangetroffen in de woningen waar verdachte toen verbleef: [adres 30] te Heesch en [adres 31] in Vinkel.
Vanaf 8 maart 2009 hebben verdachte en [medeverdachte 1] kennelijk een conflict en kan verdachte dus geen gebruik meer maken van het voertuig van [medeverdachte 1]. Verdachte mag vervolgens gebruik maken van de Toyota Aygo van [medeverdachte 2] (politie heeft daadwerkelijk waargenomen dat verdachte van deze auto gebruik maakt) en deze auto is vervolgens stelselmatig terug te brengen (d.m.v. bakengegevens) op plekken waar op 15 maart en 16 maart 2009 woninginbraken zijn gepleegd.
In de periode tussen 8 en 23 maart 2009 zat er ook nog steeds een peilbaken onder Volkswagen Caddy van [medeverdachte 1]. Dat leverde geen aanwijzingen op van betrokkenheid bij een of meer woninginbraken.
Een schroevendraaier die mogelijk gebruikt is bij twee woninginbraken, is gevonden in een schuur aan de [adres 30] in Heesch, te weten een van de verblijfplaatsen van verdachte en niet die van [medeverdachte 1]. Uit deze feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, kan de betrokkenheid van verdachte worden aangetoond bij een grote hoeveelheid inbraken.
De verklaring van verdachte over de aangetroffen gestolen goederen in de woonwagen van zijn vader, namelijk dat hij die gestolen spullen heeft gekocht van [medeverdachte 1], is volgens de officier van justitie ongeloofwaardig. Verdachte en [medeverdachte 1] gingen samen op pad en zijn 2 keer ’s nachts aangetroffen in de Volkswagen Caddy van [medeverdachte 1] met daarin inbrekerswerktuigen. Zij hebben samen twee woninginbraken gepleegd op 4 maart 2009 en vanaf 8 maart 2009 hadden ze geen contact meer met elkaar. Voorts heeft verdachte zelf verteld dat hij forse schulden heeft. Uit het dossier blijkt overduidelijk dat [verdachte] geen heler is, maar een inbreker. De verklaring van verdachte dat hij als heler heeft gefundeerd is naar het oordeel van de officier van justitie leugenachtig.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de tenlastegelegde feiten en incidenten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Verdachte dient daarom vrijgesproken te worden van alle tenlastegelegde feiten.
De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Volgens de raadsman is de Bulgaarse methode wijdverbreid en ontbeert deze methode ieder onderscheidend vermogen. Dat deze methode bij diverse inbraken is gebruikt impliceert dan ook niet dat dit door dezelfde dader of daders gedaan zou moeten zijn.
Het sporenonderzoek heeft een hoog speculatief gehalte en de bewijskracht daarvan is dan ook zeer gering. Er is niet altijd sprake van een onderbroken lijn van spoor-op-spoor-vergelijking en de volgorde is vaak niet vast te stellen. Er zouden niet minder dan 7 verstelbare schroefsleutels gebruikt zijn, maar geen enkele sleutel is daadwerkelijk onderzocht. Er wordt over 7 series gesproken terwijl in de dagvaarding 9 series zijn opgenomen. Dit klopt niet met de CIE-informatie waarin wordt gesteld dat verdachte voor iedere serie eerst gereedschap zou stelen. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat [verdachte] liever ter plaatse gereedschap pakt waar hij een deur mee kan openen.
Er zijn geen dactyloscopische sporen en geen DNA-sporen gevonden. Er is geen match op schoensporen gevonden en er zijn geen geurproeven gedaan. Het blijft allemaal in de speculatieve sfeer.
Er is geen enkel direct bewijs dat verdachte aan enige poging koppelt. Diens betrokkenheid wordt enkel afgeleid op basis van de zeer algemeen gebruikte Bulgaarse methode, uit de nabijheid van de plaats delict van andere delicten, de datum en soms aan de hand van peilbakengegevens. Vast staat dat nimmer is vastgesteld dat verdachte zich op de datums van de meer specifieke peilbakengegevens zich in de VW Caddy of de Toyota Aygo heeft bevonden. Ook dat is dus speculatie.
De verklaringen van [medeverdachte 1] dienen met grote reserve te worden bezien. [medeverdachte 1] heeft er immers alle belang bij zijn eigen rol te minimaliseren en de schuld bij verdachte neer te leggen. Uit met name de (schriftelijke) verklaringen van [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] (proces-verbaal) waar het de gebeurtenissen op 16 maart 2009 (feit 3, incidenten 24, 27, 28 en de pogingen 25, 26, 29, 30 en 31) betreft blijkt dat [medeverdachte 1] de waarheid geweld aandoet. Verdachte heeft immers een alibi. [medeverdachte 1] is op pad gegaan met een derde en niet met verdachte. [medeverdachte 1] spreekt zichzelf ook tegen. De verklaring van [medeverdachte] is kennelijk leugenachtig.
De omstandigheid dat bepaalde spullen zijn aangetroffen op de [adres 30] te Heesch en [adres 29] / [adres 31] te Vinkel bewijst nog niet dat verdachte deze spullen ook gestolen zou hebben. Verdachte heeft verklaard dat hij de bedoelde goederen van [medeverdachte 1] heeft gekocht.
Het oordeel van de rechtbank.
Algemeen.
De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsman. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In de periode februari en maart 2009 is door een groot aantal aangevers, woonachtig in het politiedistrict Maasland, aangifte gedaan van woninginbraak dan wel van poging daartoe. De werkwijze van deze (pogingen tot) inbraken is voor alle tenlastegelegde feiten (met uitzondering van feit 3, incident 24 en feit 5, incidenten 40 en 41) grotendeels hetzelfde. De inbraken zijn steeds gepleegd door middel van de zogenaamde Bulgaarse methode. Er is geen gebruik gemaakt van andere methodes van om in de woningen in te breken of om te proberen in te breken. De (pogingen tot) inbraken zijn ’s nachts gepleegd, waarbij meerdere inbraken in dezelfde nacht en zelfde straat of buurt zijn gepleegd. De rechtbank ziet dat als één serie van (poging tot) inbraken. Voor de bewezenverklaring van een serie inbraken is naar het oordeel van de rechtbank een directe link nodig met verdachte. De rechtbank acht een serie inbraken wettig en overtuigend bewezen als er per serie ook minstens een of meer gestolen goed(eren) die bij de doorzoekingen van de verblijfplaats van verdachte is/zijn aangetroffen, is/zijn herkend door de aangever of de benadeelde, danwel door [medeverdachte 2] is verklaard dat deze/dit goed(eren) afkomstig was/waren van verdachte.
Ter terechtzitting is [verbalisant 1] als getuige-deskundige gehoord. Hij heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op grond van zijn expertise en ervaring in alle gevallen overeenkomsten heeft gezien per serie werktuigsporen en dat deze dan per serie van dezelfde sleutel afkomstig zijn. De conclusie dat de werktuigsporen mogelijk zijn veroorzaakt met hetzelfde werktuig in de serie, is de ondergrens en is reeds een positieve conclusie.
De rechtbank is van oordeel dat de resultaten van het technisch onderzoek in beginsel behoedzaam bekeken dienen te worden, mede omdat de validatie door een tweede sporendeskundige niet heeft plaatsgevonden en de conclusies van de sporendeskundige [verbalisant 1] per serie (poging tot) inbraken zijn weergegeven en niet individueel per (poging tot) inbraak.
De hiervoor genoemde verklaring van de getuige-deskundige ter terechtzitting die hij op ambtseed heeft afgelegd kan naar het oordeel van de rechtbank naast het proces-verbaal van het technisch onderzoek wel als ondersteunend bewijs worden gebruikt.
Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat de bij de doorzoekingen op het adres [adres 30] te Heesch, [adres 31] te Vinkel en [adres 32] te Geffen aangetroffen spullen van hem zijn en dat hij al die spullen van [medeverdachte] heeft gekocht. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij al die spullen van [medeverdachte] heeft gekocht niet geloofwaardig, gelet op de andere bewijsmiddelen in het dossier en omdat de verklaring van verdachte op sommige punten aantoonbaar onjuist is. De rechtbank verwijst daarvoor naar de overwegingen onder feit 2 (incident 4) en feit 3 (incident 27).
Hierna zal de rechtbank de bewijsmiddelen per feit aangeven en nader overwegen waarom zij dat feit bewezen acht.
T.a.v. feit 1, incident 1,2 en 50:
- aangifte [slachtoffer 1] (blz. 448 t/m 456);
- aangifte [slachtoffer 2] (blz. 468 t/m 472);
- aangifte [slachtoffer 35] (878 t/m 880);
- bekennende verklaring [medeverdachte 1] (blz. 230 t/m 232);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch, [adres 31] te Vinkel en [adres 32] te Geffen;
- herkenning aangetroffen goederen door [benadeelde 1] (blz. 465) en aangever [slachtoffer 2] (blz. 473);
- verklaring [medeverdachte 2] (blz. 320 t/m 329);
- proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d.9 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de inbraken die tenlastegelegd zijn onder incident 1 en 2 samen met verdachte heeft gepleegd. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de Bulgaarse methode en daarna spullen naar een verblijfplaats van verdachte gebracht. De rechtbank acht de verklaring van [medeverdachte 1] wel betrouwbaar, aangezien hij ook zichzelf belast. De aangetroffen autoradio en gsm telefoon (imei 353102023320911) werd door [benadeelde 1] herkend als zijnde te zijn weggenomen bij de woninginbraak. Het aangetroffen wijnpakket werd herkend door aangever [slachtoffer 2] als zijnde het wijnpakket dat was weggenomen bij de woninginbraak.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat verdachte en [medeverdachte 1] regelmatig diep in de nacht bij haar kwamen en dat het haar opviel dat zij dingen deden die niet in de haak waren. Ze hoorde [verdachte] en [medeverdachte 1] dan zeggen dat ze best wel buit hadden gemaakt en best wat verdiend hadden. Ze hoorde ook wel eens dat ze daar niet veel buit zouden maken. Tevens heeft zij verklaard dat zij een originele Toyota Aygo autoradio van [verdachte] en [medeverdachte 1] heeft gekregen. Ten aanzien van incident 50 zijn er werktuigsporen zijn aangetroffen, welke overeenkomsten vertonen met de werktuigsporen die bij de woninginbraken onder incident 1 en 2 zijn aangetroffen.
T.a.v. feit 2, incident 4, 5, 16 en 3:
- aangifte [slachtoffer 4] (blz. 485 t/m 489);
- aangifte [slachtoffer 5] (blz. 502 t/m 505);
- aangifte [slachtoffer 6] (blz. 561 t/m 565)
- aangifte [slachtoffer 7] (blz. 476 t/m 477);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch en [adres 31] te Vinkel;
- herkenning aangetroffen goederen door aangeefster [slachtoffer 4] (blz. 498 t/m 500) en aangever [slachtoffer 5] (blz. 506 t/m 508);
- proces-verbaal bevindingen uitkijken camerabeelden (blz. 479-480);
- proces-verbaal bevindingen herkenning (blz. 481 t/m 483);
- proces verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d. 9 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht sprake is van drie inbraken en één poging tot inbraak door middel van de Bulgaarse methode in Vinkel op loopafstand van de verblijfplaats van verdachte bij [medeverdachte 2]. Verdachte belt kort na de inbraak aan de [adres 2], om 06.50 uur met de daar ontvreemde simkaart (tapgesprekken blz. 491 t/m 495). Bij de doorzoeking van [adres 31] (verblijfplaats [medeverdachte 2]) werd de bij deze inbraak ontvreemde gsm teruggevonden. Deze telefoon (imei 353882025970983) werd door aangeefster [slachtoffer 4] herkend als zijnde te zijn weggenomen bij de woninginbraak. De aangetroffen camera werd herkend door aangever [slachtoffer 5] als zijnde de camera die was weggenomen bij de woninginbraak. Ten aanzien van incident 16 zijn er werktuigsporen aangetroffen, welke overeenkomen met de werktuigsporen bij de woninginbraken die onder incident 1 en 2 zijn aangetroffen.
De verklaring van verdachte dat hij de gsm telefoon die hij ruim één uur na de diefstal heeft gebruikt op 11 maart 2009 de avond er voor van [medeverdachte 1] heeft gekocht is aantoonbaar onjuist, aangezien de diefstal pas daarna plaatsvond, te weten tussen 10 maart 2009, 23.00 uur en 11 maart 2009, 05:00 uur en aangeefster [slachtoffer 4] meldt dat midden in de nacht de hond aansloeg.
Ten aanzien van incident 3 overweegt de rechtbank dat verdachte op de videobeelden wordt herkend door vier verbalisanten. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat de persoon op de beelden niet te herkennen is als verdachte en dat verbalisanten verdachte aan zijn gezicht hebben herkend. Vier verbalisanten hebben een proces-verbaal op ambtseed/belofte opgemaakt waarin zij verklaren dat zij de persoon op de beelden herkennen als verdachte. Zij herkennen hem niet aan zijn gezicht, maar aan zijn manier van bewegen, lopen en houding. De verdediging heeft bovendien niet gevraagd om de verbalisanten te horen als getuigen.
Het verweer van de raadsman dat de persoon die op 6 februari 2009 is aangehouden door de politie, te weten [betrokkene 1] uit Wanrooij, is niet relevant voor dit feit, aangezien dit feit tussen 10 en 11 maart 2009 is gepleegd. De rechtbank merkt nog op dat in het ambtelijk verslag en in het proces-verbaal (blz. 27) wel duidelijk is vermeld dat het om verdachte gaat.
T.a.v. feit 3, incident 27, 28, 25, 26, 29, 30 en 31:
- aangifte [slachtoffer 9] (blz. 617 t/m 621);
- aangifte [slachtoffer 10]/slachtoffer 11 (blz. 626 t/m 634);
- aangifte [slachtoffer 12] (blz. 608 t/m 610);
- aangifte [slachtoffer 13] (blz. 612 t/m 615);
- aangifte [slachtoffer 14] (blz. 652 t/m 654);
- aangifte [slachtoffer 15] (blz. 656 t/m 657);
- aangifte [slachtoffer 16] (blz. 659 t/m 662);
- proces-verbaal analyse gegevens plaatsbepalingsapparatuur m.b.t. de Toyota Aygo, [kenteken X] (blz. 399, 401 t/m 403 en 425 t/m 446);
- proces-verbaal bevindingen aantreffen verdachte en [getuige 3] (blz. 635 t/m 636);
- proces-verbaal aantreffen Volkswagen Transporter (blz. 647-648)
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch en [adres 31] te Vinkel;
- herkenning aangetroffen goederen door [persoon 1] (blz. 622 t/m 624) en [persoon 2] (blz. 649);
- verklaring [medeverdachte 2] (blz. 324);
- proces-verbaal werktuigsporenonderzoek d.d. 9 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht 2 keer is ingebroken in een woning en 5 keer geprobeerd in te breken in een woning in Berlicum en in Rosmalen door middel van de Bulgaarse methode. Twee van deze incidenten zijn gepleegd aan de [adres 41] te Berlicum en vijf incidenten zijn gepleegd aan de [adres 42] te Rosmalen. Deze straten liggen ongeveer 6 km en ongeveer 10 minuten rijden van elkaar. Volgens de plaatsbepalingsapparatuur stond de Toyota Aygo die nacht tussen 00:51 uur en 01:05 uur stil op de [adres 41] te Berlicum en tussen 01:14 uur en 02:30 uur op de [adres 42] te Rosmalen, telkens in de zeer directe omgeving van de woningen waar de (pogingen tot) inbraken zijn gepleegd. Verdachte reed die nacht in de betreffende Toyota Aygo. Hij werd omstreeks 03:21 uur door de politie aangetroffen als bestuurder van die Toyota Aygo. Ten aanzien van incident 27 werden de bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 2] aangetroffen gameboys en flatscreen tv herkend door [persoon 1] (de echtgenote van aangever) als zijnde goederen die bij de inbraak zijn gestolen. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat zij de flatscreen tv die bij haar is gevonden in bruikleen had gekregen van verdachte. Ten aanzien van incident 28 werd de aangetroffen gsm door aangeefster herkend als zijnde de gsm die bij de inbraak is gestolen. Daarnaast zijn er ten aanzien van incident 27, 28 en 31 werktuigsporen aangetroffen, welke overeenkomsten vertonen met elkaar.
De rechtbank hecht geen waarde aan de verklaring van verdachte dat hij bij [getuige 1] en [getuige 2] in Heesch op bezoek was en de schriftelijke getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] die door de raadsman ter terechtzitting zijn overgelegd. De rechtbank acht deze verklaringen, gelet op het feit deze pas vele maanden na het voorval zijn afgelegd, in elk geval voor wat betreft het tijdstip van vertrek van verdachte bij de getuigen niet betrouwbaar. De verdere verklaring van verdachte hoe hij na vertrek bij [getuige 1] en [getuige 2] weer aan de Toyota Aygo zou zijn gekomen, overtuigt de rechtbank volstrekt niet. Er is niets gebleken van enig telefonisch contact tussen verdachte en [medeverdachte 1] die nacht, zodat verdachte kennelijk “toevallig” thuis was toen [medeverdachte 1] de auto zou hebben teruggebracht. Bovendien hadden [medeverdachte 1] en verdachte toen een conflict en gingen zij niet met elkaar om.
De raadsman heeft tot de zitting 6 maanden de tijd gehad om de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] bij de rechter-commissaris of ter terechtzitting te horen en heeft dat niet gedaan.
T.a.v. feit 4, incident 43:
- aangifte [slachtoffer 17] (blz. 820 t/m 832) ;
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch;
- herkenning aangetroffen goederen door aangeefster (blz. 833 t/m 837).
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht is ingebroken in de woning door middel van de Bulgaarse methode. De inbraak is gepleegd vlakbij een van de verblijfplaatsen van verdachte. Bij de doorzoeking van het adres [adres 30] werd een ipod en fotocamera aangetroffen. Aangeefster herkende deze goederen als zijnde gestolen tijdens de woninginbraak.
T.a.v. feit 6, incident 44, 45 en 46:
- aangifte [slachtoffer 20] (blz. 839 t/m 846);
- aangifte [slachtoffer 21] (blz. 852 t/m 854);
- aangifte [slachtoffer 22] (blz. 856 t/m 859);
- verklaring [medeverdachte 2] (blz. 321);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch en [adres 31] te Vinkel;
- herkenning aangetroffen goederen door aangeefster [slachtoffer 20] (blz. 847 t/m 850).
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht 1 keer is ingebroken in een woning en twee keer is geprobeerd in te breken in een woning in dezelfde straat waarbij dezelfde modus operandi, de Bulgaarse methode, is gebruikt. Bij de doorzoeking van het adres [adres 30] en [adres 31] zijnde de verblijfplaatsen van verdachte werden o.a. diverse Nintendo DS en Wii-spelletjes, een laptop, een laptoptas, een usb-stick en een harde schijf aangetroffen. Aangeefster [slachtoffer 20] herkende deze goederen als zijnde afkomstig van de woninginbraak.
T.a.v. feit 7, incident 32, 33, 51, 34 en 35:
- aangifte [slachtoffer 23] (blz. 664 t/m 670);
- aangifte [slachtoffer 24] (blz. 673 t/m 680);
- aangifte [slachtoffer 25] (blz. 882 t/m 886);
- aangifte [slachtoffer 36] (blz. 685 t/m 687);
- aangifte [slachtoffer 37] (blz. 689 t/m 691);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch en [adres 31] te Vinkel;
- herkenning aangetroffen goederen door benadeelde [benadeelde 2] (blz. 671) en [benadeelde 3] (blz. 681 t/m 683);
- proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d 9 mei 2009;
- proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d. 26 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht 3 keer is ingebroken in een woning en 2 keer is geprobeerd in te breken in een woning, waarvan 4 keer in dezelfde straat, te weten de [adres 15] te Oss en 1 keer in de [adres 43] in Geffen, telkens door middel van dezelfde modus operandi, te weten de Bulgaarse methode. [adres 44] te Oss en [adres 43] te Geffen liggen volgens de routeplannergegevens zoals beschikbaar op internet, op korte afstand, ongeveer 3,6 km en 7 minuten autorijden, van elkaar. Ten aanzien van incident 32 en 33 werd bij de doorzoeking van het adres [adres 30] en [adres 31] o.a. een fotocamera, een ipod, een pocket PC, een Wii- spelcomputer met spellen, usbs-sticks en een memory card aangetroffen. Ten aanzien van incident 32 herkende de benadeelde [benadeelde 2] de fotocamera als zijnde afkomstig van de woninginbraak. Ten aanzien van incident 33 herkende de benadeelde [benadeelde 3] de overige goederen als zijnde afkomstig van de woninginbraak.
Ten aanzien van de incidenten 33, 34 en 51 zijn werktuigsporen aangetroffen die overeenkomsten vertonen met de werktuigsporen die bij de incidenten 7 t/m 13 zijn aangetroffen.
Ten aanzien van incident 34 zijn werktuigsporen aangetroffen die mogelijk zijn veroorzaakt met de schroevendraaier die bij de doorzoeking aan de [adres] te Heesch in de schuur werd aangetroffen.
T.a.v. feit 8, incident 36, 38 en 37:
- aangifte [slachtoffer 38] (blz. 693 t/m 704);
- aangifte [slachtoffer 39] (blz. 779 t/m 782);
- aangifte [slachtoffer 27] (blz. 775 t/m 777);
- getuigenverklaring [getuige 4] (blz. 705);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch;
- herkenning aangetroffen goederen door benadeelde [benadeelde 4] (blz. 772);
- proces-verbaal vergelijkend sporenonderzoek d.d. 9 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat de er in dezelfde nacht 2 keer is ingebroken in een woning en één keer is geprobeerd in te breken in woning door middel van dezelfde modus operandi, de Bulgaarse methode. Deze woningen liggen in dezelfde straat. [getuige 4] heeft bij incident 36 een Toyota Aygo of qua uiterlijk vergelijkbare kleine auto weg zien rijden.
Ten aanzien van incident 36 werd bij de doorzoeking van het adres [adres 30] te Heesch o.a. een gsm (imei 352650016202059) en een set speakers van het merk Philips weggenomen. De [benadeelde 4] herkende deze goederen als zijn gestolen tijdens de woninginbraak. Ten aanzien van incident 36 zijn tevens werktuigsporen aangetroffen die overeenkomsten vertonen met de werktuigsporen die onder incidenten 1, 2, 4, 5, 16 en 50 zijn aangetroffen.
T.a.v. feit 9, incident 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13:
- aangifte [slachtoffer 28] (blz. 517 t/m 522);
- aangifte [slachtoffer 29] (blz. 526 t/m 530);
- aangifte [slachtoffer 30] (blz. 532 t/m 535);
- aangifte [slachtoffer 31] (blz. 537 t/m 539);
- aangifte [slachtoffer 32] (blz. 541 t/m 543);
- aangifte [slachtoffer 33] (blz. 545 t/m 547);
- aangifte [slachtoffer 34] (blz. 549 t/m 551);
- proces-verbaal doorzoeking [adres 30] te Heesch;
- herkenning aangetroffen goederen door aangever [slachtoffer 28] (blz. 523);
- proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek d.d. 9 mei 2009;
- de verklaring van getuige-deskundige [verbalisant 1] ter terechtzitting.
De rechtbank overweegt dat er in dezelfde nacht 3 keer is ingebroken in een woning en 4 keer geprobeerd in te breken in een woning in Vinkel en Nuland door middel van dezelfde modus operandi, de Bulgaarse methode. Twee van deze woning liggen aan de [adres 45] te Vinkel en 2 andere woningen liggen aan de [adres 46] in Nuland. Alle woningen liggen niet ver van elkaar. De afstand tussen Vinkel en Nuland is ongeveer 3,8 km en ongeveer 6 minuten rijden met de auto.
Ten aanzien van incident 7 werd bij de doorzoeking van het adres [adres 30] te Heesch o.a. 2 gsm’s (imeinrs. 355058009737486 en 355872004974740) aangetroffen. Aangever [slachtoffer 28] herkende deze gsm’s als de gsm’s die bij de inbraak zijn gestolen.
Ten aanzien van alle incidenten werden werktuigsporen aangetroffen die overeenkomsten vertoonden met elkaar en met de werktuigsporen die bij de incidenten 33, 34 en 51 zijn aangetroffen.
Slotsom.
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en overwegingen acht de rechtbank de onder 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde feiten en incidenten, met uitzondering van feit 3, incident 24, wettig en overtuigend bewezen.
In de tenlastelegging is bij de woninginbraken en pogingen daartoe door de officier ten laste gelegd dat deze feiten zijn gepleegd in de voor de nachtrust bestemde tijd. De officier van justitie bedoelt daarmee, zo bleek ook uit het requisitoir, het tweede lid van artikel 311 ten laste te leggen. De officier van justitie heeft echter niet opgenomen in de tenlastelegging dat deze (pogingen tot) diefstal zijn gepleegd door iemand die zich aldaar buiten medeweten of tegen de wil van de rechthebbende heeft bevonden.
Zelfs indien het ten laste gelegde tijdstip bewezen kan worden, kan dit niet leiden tot bewezen verklaring van het tweede lid van artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank zal later in dit vonnis in de strafmaatoverweging aangeven dat zij als strafverzwarende factor rekening heeft gehouden met de uit het dossier blijkende feitelijke omstandigheden waaronder de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
in de periode van 3 maart 2009 tot en met 4 maart 2009 te Nistelrode en Vinkel, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning en/of besloten erf aan de
[adres 33] en [adres 34]
heeft weggenomen een telefoon en creditcards en gereedschap en huishoudelijke voorwerpen en navigatiesysteem en sleutels en bankpassen en een personenauto (Toyota type Aygo) en een hoeveelheid geld en een fotocamera en een rijbewijs en een kistje
wijn
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2],
waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak, namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 1 en 2)
en
in de periode van 3 maart 2009 tot en met 4 maart 2009 te Rosmalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 1] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, toebehorend[slachtoffer 35]]
en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 50)
2.
in de periode van 10 maart 2009 tot en met 11 maart 2009 te Vinkel, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de
[adres 2] en [adres 3] en [adres 4]
heeft weggenomen een telefoon en rijbewijs en paspoort en portemonnees en bankpassen en een sleutel en een hoeveelheid geld
toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak,
namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 4, 5, 16)
en
in de periode van 10 maart 2009 tot en met 11 maart 2009 te Vinkel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de van [adres 5] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, toebehorende aan
[slachtoffer 7], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 3)
3.
in de periode van 15 maart 2009 tot en met 16 maart 2009 Rosmalen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een woning en/of besloten erf aan de
[adres 7] en [adres 8]
heeft weggenomen een hoeveelheid geld en telefoons en computers en een televisie en een videocamera en sleutels en portemonnees en een bestelbus (merk VW type Transporter) en een navigatiesysteem en een fotocamera en meer stuks gereedschap en een paspoort en een printer en een hoeveelheid beeldjes en een bankpas en een rijbewijs,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of "[slachtoffer 11]",
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 27, 28)
en
in de periode van 15 maart 2009 tot en met 16 maart 2009 te Berlicum en Rosmalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de
[adres 9] en [adres 10] en [adres 11] en [adres 12] en [adres 13]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading,
toebehorende aan [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16],
en zich daarbij telkens de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 25, 26, 29, 30, 31)
4.
op 14 februari 2009 te Heesch, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de
[adres 37]
heeft weggenomen bankpassen en sleutels en fotocamera’s en een navigatiesysteem en
identiteitspapieren en computers en telefoons en mp3-spelers en sieraden en kentekenbewijzen en tassen en een fotolens en portemonnees met inhoud en een
of zonnebril en horloges en een radio en gereedschap
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 17]
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, namelijk door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 43)
6.
in de periode van 23 februari 2009 tot en met 24 februari 2009 te Oss, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan het
[adres 40]
heeft weggenomen computers en computerspelletjes toebehorende aan [slachtoffer 20],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, namelijk door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 44)
en
in de periode van 23 februari 2009 tot en met 24 februari 2009 te Oss, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan het
[adres 35] en [adres 36]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22],
en zich daarbij telkens de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 45 en 46)
7.
in de periode van 27 februari 2009 tot en met 28 februari 2009 te Oss en Geffen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de
[adres 14] en [adres 15] en [adres 16]
heeft weggenomen horloges en zaklantaarn en brandkast en een hoeveelheid geld en een navigatiesysteem en camera's en tassen en computers en rijbewijzen en sieraden en kentekenbewijzen en telefoons en rekenmachine en computerspelletjes en paspoorten en
creditcards en bankpassen en walkmans en diploma
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 23] en/of [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25]
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 32,33,51)
en
in de periode van 27 februari 2009 tot en met 28 februari 2009 te Oss, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning/garage gelegen aan de
[adres 17] en [adres 18]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 36] en/of [slachtoffer 37]
en zich daarbij telkens de toegang tot die woning/garage te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 34 en 35)
8.
in de periode van 9 maart 2009 tot en met 10 maart 2009 te Oss, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de
[adres 19] en [adres 20]
heeft weggenomen een telefoon en computers en camera’s en navigatiesysteem en luidsprekers en cd’s en een hoeveelheid geld en een gehoorapparaat en bankpassen
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 38] en/of [slachtoffer 39],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 36 en 38 )
en
in de periode van 9 maart 2009 tot en met 10 maart 2009 te Oss, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 21] weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 27], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 37)
9.
in de periode van 17 maart 2009 tot en met 18 maart 2009 te Vinkel en Nuland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning en/of besloten erf aan de
[adres 22] en [adres 23] en [adres 24] heeft weggenomen
telefoons en cadeaubonnen en zonnebril en bankpas en een hoeveelheid geld en een
navigatiesysteem en een personenauto (merk Opel type Vectra) en autosleutels
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 28] en/of [slachtoffer 29] en/of [slachtoffer 30],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak,
namelijk telkens door het forceren van een (cilinder)slot;
(incident 7,8,9)
en
in de periode van 17 maart 2009 tot en met 18 maart 2009 te Vinkel en Nuland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning/garage gelegen aan de
[adres 25] en [adres 26] en [adres 27] en [adres 27a]
weg te nemen een hoeveelheid geld en/of goederen, van zijn, verdachtes gading, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 31] en/of [slachtoffer 32] en/of [slachtoffer 33] en/of [slachtoffer 34]
en zich daarbij telkens de toegang tot die woning/garage te verschaffen door middel van braak, te weten door een (cilinder)slot te forceren terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 10,11,12,13).
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De kwalificatie.
Het bewezenverklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 45, 57, 63, 310, 311.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf van 6 jaar met aftrek van voorarrest.
De benadeelde partij [slachtoffer 7] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in haar vordering, omdat zij geen schade meer vordert, aangezien deze is vergoed door de verzekering.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] is er geen directe schade, behalve het afgebroken cilinderslot. Een bedrag van ongeveer € 70,-- is daarom toewijsbaar. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in het overige deel van de vordering.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] kan de schade aan het slot en smartengeld tot een bedrag van € 200,-- worden toegewezen. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in het overige deel van de vordering.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] is niet onderbouwd. Het is onduidelijk wat wel en wat niet vergoed is door de verzekering. De benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk verklaard te worden in haar vordering.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 40] zijn de posten 1 en 2 (materiële schade) niet voldoende onderbouwd. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in dit deel van de vordering. De schade die wordt gevraagd met betrekking tot de verleturen à € 211,92 is wel voldoende onderbouwd en kan worden toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] is niet eenvoudig van aard met betrekking tot de gevorderde materiële schade. De immateriële schade is wel toewijsbaar tot een bedrag van € 200,--.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 37] kan geheel worden toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 25] kan terzake loonderving à € 170,-- worden toegewezen. De schade met betrekking tot de portemonnee is niet onderbouwd. De benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk verklaard te worden in dit deel van de vordering.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 29] is niet onderbouwd. De benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
De officier van justitie verzoekt bij toegewezen schadevergoedingen telkens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De officier van justitie persisteert bij de vordering tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf van 120 dagen.
De onder 1, 2 en 4 t/m 8, genoemde voorwerpen op de beslaglijst kunnen worden teruggegeven aan verdachte. Het onder 3 genoemde voorwerp (bivakmuts) dient te worden onttrokken aan het verkeer.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd gelet op het standpunt van de verdediging dat verdachte vrijgesproken dient te worden van alle tenlastegelegde feiten.
De raadsman heeft ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen daarom primair betoogd dat deze niet kunnen worden toegewezen.
Subsidiair heeft de raadsman het volgende aangevoerd.
De kosten van de benadeelde partij [slachtoffer 7] zijn door de verzekering vergoed. Indien en voor zover er een vordering zou zijn dient deze te worden afgewezen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] dient eveneens afgewezen te worden. De extra kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt betreft geen schade maar verbetering.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] heeft de raadsman geen commentaar met betrekking tot de gevorderde materiële schade à € 72,65. De gevorderde immateriële schade dient afgewezen te worden. Het gaat om een poging en de uitspraak die is bijgevoegd ziet op een geslaagde inbraak waarbij het slachtoffer de inbrekers tegen kwam.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] is niet onderbouwd en dient ook afgewezen te worden.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 40] dient eveneens afgewezen te worden, aangezien de gevraagde schadevergoeding geen rechtstreekse schade is.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] dient afgewezen te worden. De materiële schade is vergoed door de verzekering en de onderbouwing van de immateriële schade komt niet overeen met de aangifte.
De raadsman heeft geen commentaar ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 37].
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 25] is niet onderbouwd. De vordering dient daarom afgewezen te worden.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 29] is niet onderbouwd. Het grootste deel van de schade is vergoed door de verzekering. De vordering dient afgewezen te worden.
Ten aanzien van de vordering voorwaardelijke tenuitvoerlegging heeft de politierechter 13 dagen geleden beslist dat een deel van de vordering, te weten 30 dagen, ten uitvoer dient te worden gelegd en dat voor de resterende 90 dagen de proeftijd met 2 jaar wordt verlengd.
Het OM dient daarom niet-ontvankelijk verklaard te worden. Ik heb namens cliënt hoger beroep ingesteld tegen die beslissing. Deze vordering is nog onder de rechter. Ook daarom dient het OM niet-ontvankelijk verklaard te worden in haar vordering dan wel dient de vordering te worden afgewezen.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Bij de strafoplegging zal de rechtbank er in het nadeel van verdachte rekening houden mee houden dat verdachte gedurende een korte periode - ongeveer 5 weken - een zeer groot aantal strafbare feiten heeft gepleegd. Verdachte heeft bij het plegen van die feiten gehandeld uit puur winstbejag en zich niets aangetrokken van de belangen van de benadeelden. Verdachte heeft de woninginbraken en de pogingen daartoe ’s nachts gepleegd, vaak terwijl de bewoners lagen te slapen, hetgeen ingrijpende gevolgen kan hebben voor het veiligheidsgevoel van de slachtoffers in hun eigen huis. De rechtbank neemt bij de strafoplegging tevens in aanmerking dat verdachte terzake van strafbare feiten soortgelijk aan de door hem gepleegde feiten blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister reeds vele malen eerder werd veroordeeld. Daarnaast heeft verdachte de onderhavige strafbare feiten gepleegd tijdens de proeftijd van eerdere veroordeling.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt en van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden.
T.a.v feit 2:
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (incident 5).
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] (incident 3).
De rechtbank zal de vordering afwijzen, aangezien de gevraagde schadevergoeding reeds door de verzekering is vergoed.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 3:
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] (incident 27).
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 40]
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, € 211,92, terzake de 8 verleturen [slachtoffer 10], vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, aangezien dit deel niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] (incident 25)
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, € 72,65, terzake het cilinderslot, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering terzake smartengeld, aangezien dit deel niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 16] (incident 31).
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 7:
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 25]incident 51).
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, € 170,--, terzake 2 dagen loonderving.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van haar vordering, aangezien dit deel niet van zo eenvoudige aard is dat het zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 37] (incident 35).
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
T.a.v. feit 9:
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 29] (incident 8).
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, aangezien deze niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.
Beslag.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01/84556707.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De nog niet onherroepelijke beslissing van de politierechter op 14 juli 2009 over deze vordering, waarbij de politierechter de vordering gedeeltelijk heeft toegewezen (30 dagen gevangenisstraf) en voor het overige deel (90 dagen gevangenisstraf) de proeftijd heeft verlengd raakt niet de ontvankelijkheid van de officier van justitie. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn ook overigens geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. In hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen, ziet de rechtbank aanleiding te gelasten dat een -hieronder te bepalen- gedeelte van de straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd. Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging van dat gedeelte in de weg zouden staan zijn niet aanwezig. De rechtbank merkt in dit verband nog op dat de beslissing van de politierechter d.d. 14 juli 2009 om de proeftijd te verlengen ten aanzien van een gedeelte van de vordering niet in de weg staat om nu de tenuitvoerlegging te gelasten van dat gedeelte.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 5:
Vrijspraak, achtende de rechtbank het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen.
Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 2:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 3:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 4:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 6:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 7:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 8:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 9:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 6, feit 7, feit 8, feit 9:
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 2:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 5] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 2:
Afwijzing van de civiele vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7].
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt tot op
heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 3:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 10] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 211,92 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 40], van een bedrag van EUR 211,92 (zegge: tweehonderdelf euro en tweeënnegentig eurocent), terzake de verleturen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 40] van een bedrag van EUR 211,92 (zegge: tweehonderdelf euro en tweeënnegentig eurocent), terzake de verleturen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 72,65 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12] van een bedrag van EUR 72,65 (zegge: tweeënzeventig euro en vijfenzestig eurocent ), terzake het cilinderslot, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 12], van een bedrag van EUR 72,65 (zegge: tweeënzeventig euro en vijfenzestig eurocent ), terzake het cilinderslot, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering terzake smartengeld niet ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 3:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 16] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. feit 7:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 170,00 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 25] van een bedrag van EUR 170,-- (zegge: honderdzeventig euro ), terzake loonderving, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 25], van een bedrag van EUR 170,-- (zegge: honderdzeventig euro), terzake loonderving.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering terzake de portemonnee niet ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 7:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 58,42 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 37] van een bedrag van EUR 58,42 (zegge: achtenvijftig euro en tweeënveertig eurocent ), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 37], van een bedrag van EUR 58,42 (zegge: achtenvijftig euro en tweeënveertig eurocent).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 9:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 29] in haar vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Beslag.
Teruggave inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte, te weten:
1. controller, merk Nintendo, 4250a wc45
2. controller, merk Nintendo, 6719a wcf7
3. bivakmuts, kleur zwart
4. 1 paar schoenen, merk Puma, kleur zwart/wit
5. 1 paar schoenen, kleur bruin, maat 42
6. 1 paar schoenen, kleur zwart
7. 1 paar schoenen, merk Nike, type Air Max, kleur zwart
8. 1 paar schoenen, merk Nike, type Air, kleur wit/zwart
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
Last tot tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te 's-Hertogenbosch d.d. 8 april 2008, gewezen onder parketnummer 01/845567-07, te weten: gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.A.F. Damen, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. de Dooij, griffier,
en is uitgesproken op 10 augustus 2009.
mr. J.H.P.G. Wielders is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.