
Jurisprudentie
BJ4736
Datum uitspraak2009-08-07
Datum gepubliceerd2009-08-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001010-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-08-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001010-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte wordt ter zake van belediging van een politieambtenaar veroordeeld tot een geldboete van € 390,--.
Uitspraak
Parketnummer: 24-001010-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-753197-08
Arrest van 7 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 2 april 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem ten laste gelegde tot een geldboete van € 390, -, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door zeven dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 december 2007, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten een hoofdagent(e) van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid en/of in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vies vuil hoeren wijf", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Verdachte wordt verweten - zakelijk weergegeven - een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening opzettelijk verbaal te hebben beledigd.
Het hof acht het op grond van het voorhanden zijnde bewijsmateriaal, met name de verklaringen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], vervat in een proces-verbaal van bevindingen, bewezen dat verdachte een hoofdagente van politie opzettelijk heeft beledigd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 22 december 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten een hoofdagente van politie, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in dier tegenwoordigheid en in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vies vuil hoeren wijf".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich voorafgaand aan een voetbalwedstrijd beledigend uitgelaten in de richting van een hoofdagente van politie, die op dat moment bezig was verstoringen van de openbare orde door supporters te beteugelen. Verdachte heeft de betreffende verbalisant aldus in haar eer en goede naam aangetast.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 16 april 2009 waaruit blijkt dat verdachte eenmaal eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Gelet op het vorenstaande acht het hof - zoals ook door de advocaat-generaal is gevorderd - een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud), 24 (oud), 24c (oud), 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van driehonderdnegentig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zeven dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. L. Keekstra als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.