Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ4146

Datum uitspraak2009-07-16
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers09/343 RDK
Statusgepubliceerd


Indicatie

ernstige bezwaren, nieuwe omstandigheid, onderbouwing schorsingsverzoek


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector strafrecht Afwijzing opheffing/schorsing Rekestnummer: 09/343 Parketnummer: 17/880058-09 BESCHIKKING van de rechtbank van het arrondissement Leeuwarden, meervoudige raadkamer, in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960, wonende te [adres], thans verblijvende PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden. De rechtbank heeft op 25 februari 2009 de gevangenhouding van de verdachte bevolen. Dit bevel is op 25 maart 2009 en 23 april 2009 verlengd met 30 dagen. Het gerechtshof heeft op 06 mei 2009 de uitspraak dd. 23 april 2009 van de rechtbank inzake de verlenging van de gevangenhouding bevestigd. Namens verdachte heeft zijn raadsman verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen dan wel deze te schorsen. Het verzoek is heden behandeld in raadkamer blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal. Verdachte heeft aangevoerd dat te zijnen aanzien geen ernstige bezwaren meer bestaan. Uitgangspunt behoort te zijn dat de rechter in de loop van het onderzoek meer dan eens (rechter-commissaris (13 februari 2009), raadkamer (25 februari 2009, 25 maart 2009, 23 april 2009) appelrechter (06 mei 2009) zittingrechter (28 mei 2009)) heeft beslist dat voldoende verdenking en ernstige bezwaren tegen verdachte bestaan. Laatstelijk op 28 mei 2009 heeft de rechtbank daarom een soortgelijk verzoek als het nu behandelde afgewezen. Dit oordeel kan slechts worden gewijzigd als zich na 28 mei 2009 feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de eerdere rechterlijke beslissingen ontkrachten. De enige nieuwe omstandigheid die zich na 28 mei 2009 heeft voorgedaan is dat aan het dossier is toegevoegd een rapport van de GGD Fryslân d.d. 3 juni 2009, opgemaakt door de GGD-arts [naam]. Uit dit rapport blijkt dat het onmogelijk is vast te stellen of de verwonding aan het genitaal orgaan van verdachte, die de rapporteur op 17 februari 2009 vaststelt, zich ook en in die mate heeft voorgedaan in januari 2009. De rechtbank concludeert dan ook dat bedoeld GGD-rapport niet een nieuwe omstandigheid is die de eerdere rechterlijke beslissingen ontkracht. Evenmin zijn andere feiten of omstandigheden in deze zin aannemelijk geworden. Op grond van het vorenstaande moet het verzoek om opheffing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen. Verdachte heeft zijn verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis niet met nieuwe argumenten onderbouwd. Laatstelijk op 28 mei 2009 is een soortgelijk verzoek afgewezen. Het verzoek wordt evenmin door voorlichtingsrapportage ondersteund. Het verzoek wordt daarom afgewezen. BESLISSING De rechtbank: wijst het verzoek om opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte af. wijst het verzoek om schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte af. Deze beschikking is gegeven op 16 juli 2009 door mrs M.H. Severein, voorzitter, H. van der Werff, L. Germs-de Goede, rechters, bijgestaan door J. van Nood-de Jong als griffier. Deze beschikking is getekend door de voorzitter en griffier.