Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3905

Datum uitspraak2009-05-27
Datum gepubliceerd2009-08-05
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 06/4844
Statusgepubliceerd


Indicatie

Over het feitencomplex van deze zaak is voor de vennootschapsbelasting door de rechtbank in zijn uitspraak van eveneens 27 mei 2009, nr. AWB 06/4847 VPB, beslist dat er sprake is van een onttrekking bij de BV. De rechtbank is van oordeel dat de BV heeft gewild eiser een voordeel als aandeelhouder te doen toekomen, reeds omdat de feiten geen grond bieden voor de veronderstelling dat de BV eiser in enige andere hoedanigheid heeft willen bevoordelen. Voorts acht de rechtbank aannemelijk dat eiser zich van de bevoordeling als aandeelhouder bewust is geweest of redelijkerwijs had moeten zijn. Bij dit oordeel neemt de rechtbank in aanmerking dat de uitgaven betrekking hebben op goederen en diensten die zijn ge- of verbruikt ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van eiser en/of diens zoon. De rechtbank acht onaannemelijk dat eiser dit niet heeft gerealiseerd. Beroep is ongegrond.


Uitspraak

HASH(0x31151cc)