
Jurisprudentie
BJ3727
Datum uitspraak2009-07-24
Datum gepubliceerd2009-07-24
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460110-09
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-24
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460110-09
Statusgepubliceerd
Indicatie
Veroordelende vonnissen tegen daders aantal inbraken/diefstallen gepleegd in de gemeente Doetinchem in de periode van 1 november 2008 tot 25 februari 2009. Zie ook uitspraken LJN BJ3713 en BJ3738.
Uitspraak
Parketnummer 06/460110-09
Uitspraak d.d. 24 juli 2009
Tegenspraak / dip - oip
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats, 1985],
thans verblijvende in het huis van bewaring 'De Kruisberg' te Doetinchem.
Raadsman mr. Moll, advocaat te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12 juni 2009 en 10 juli 2009.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2009 tot en met 13 februari
2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
schoolgebouw (gelegen aan de van [adres]) heeft weggenomen een
beamer (merk Acer) en/of een dvd-speler (merk Player) en/of een Boom- blaster
( merk JVC) , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
de [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de nacht van 14 op 15 november 2008 te Doetinchem tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een gebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen drie, althans een aantal (cross)fiets(en) en/of een
geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 8)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 03 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een quad (merk Kymco, kleur rood, gekentekend
[kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
(een) valse sleutel(s);
(incident 12)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de nacht van 5 op 06 december 2008 te Doetinchem tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan het [slachtoffer O] College, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 14)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 november
2008 tot en met 15 december 2008 te Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/of alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
(wijk)gebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen:
- meerdere, althans één, fles(sen), alcoholische drank en/of
- een geldbedrag en/of
- snoepgoed
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer E] en/of
wijkvereniging [slachtoffer F], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak, verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incidenten 15, 16)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de nacht van 21 op 22 november 2008 te Doetinchem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een (school)gebouw ( gelegen aan de [adres])
heeft weggenomen een hoeveelheid gereedschap, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan het [slachtoffer H] College,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 25)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de nacht van 21 op 22 november 2008 te Doetinchem ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (school)gebouw ( gelegen aan de
[adres]) weg te nemen (een) goed(eren) , geheel of ten dele toebehorende
aan het [slachtoffer H] College, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat
schoolgebouw te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking,(een) valse
sleutel(s) en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans
alleen
- een opening in een raam heeft gemaakt en/of
- via die opening dit raam heeft open gedrukt en/of
- (via dit raam) dit gebouw heeft betreden en/of
- een of meer loka(a)l(en) heeft doorzocht en/of gereedschap en/of een of
meer andere goed(eren) heeft vastgepakt en/of klaar gezet om weg te nemen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 25)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 16 februari 2009 tot en met 18 februari
2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
clubgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen (een)
sleutel(bos(sen)) en/of een slijptol (merk Makita) en/of een geldbedrag en/of
ongeveer 10 stuks Bounty en/of ongeveer 10 stuks Twix , althans een
hoeveelheid snoepgoed en/of ongeveer 10 flesjes AA drink, althans een
hoeveelheid (fris)drank en/of een kistje (inhoudende een geldbedrag) en/of een
CD-speler, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Rugbyclub [slachtoffer P], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 26)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Vaststaande feiten / aanleiding onderzoek.
Aanleiding voor het onderzoek van de politie was een golf van aangiften van (woning)inbraken gepleegd in de gemeente Doetinchem in de periode van 1 november 2008 tot 25 februari 20092. Het overgrote deel van deze inbraken bleken te zijn gepleegd in een bepaald deel van Doetinchem, namelijk de wijk Doetinchem Noord. Bij onderzoek bleek dat deze inbraken vooral gedurende de dag en in de vroege avonduren plaatsvonden.
B. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem onder feit 6 primair tenlastegelegde, omdat er geen sprake is geweest van een voltooide diefstal. In de visie van de officier was er een hoeveelheid gereedschap klaargezet in het schoolgebouw, met de bedoeling deze mee te nemen. Zover is het evenwel niet gekomen, omdat zij werden gestoord door mensen van de beveiliging.
De overige onder 1, 2, 3 (met uitzondering van het gekwalificeerde gedeelte inzake braak etc.), 4, 5 (beperkt tot incident 15), 6 subsidiair en 7 tenlastegelegde feiten kunnen volgens de officier wettig en overtuigend bewezen worden verklaard op basis van de verschillende aangiften en de bekennende verklaringen van verdachte. Daarnaast zijn er nog voorhanden de verklaringen van de mededaders [medeverdachte A], [medeverdachte E] en [medeverdachte C].
C. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van een mogelijke bewezenverklaring geconformeerd aan het door de officier van justitie ingenomen standpunt.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft ten aanzien van de feiten 1 (diefstal van een elektronica uit de [slachtoffer A] aan de van [adres] in Doetinchem in de nacht van 12 op 13 februari 2009, samen met [medeverdachte E]), 2 (diefstal van crossfietsen uit het gebouw van de fietscross-vereniging te Doetinchem in de nacht van 14 op 15 november 2008, samen met [medeverdachte E], [verdachte B] en [medeverdachte C]), 3 (diefstal van een aan de [adres] te Doetinchem geparkeerde quad Kymco op de avond van 3 december 2008, samen met [medeverdachte E] en [medeverdachte A]),
4 (diefstal van een laptop uit het schoolgebouw van het [slachtoffer O] College te Doetinchem in de nacht van 5 op 6 december 2008, samen met [medeverdachte E] en [medeverdachte A]),
5 (inbraak bij wijkgebouw [slachtoffer E] te Doetinchem, samen met onder meer [medeverdachte C] en [medeverdachte A], waarbij een aanzienlijke hoeveelheid flessen drank en geld is buitgemaakt), 6 (poging tot inbraak in het [slachtoffer H] College aan de [adres] te Doetinchem tussen 21 november 2008 te 23.00 uur en 22 november 2008 te 00.50 uur, waarbij het alarm is afgegaan en de bewakingsdienst ter plaatse is gegaan en de daders vervolgens met achterlating van de spullen er vandoor zijn gegaan) en 7 (diefstal uit het clubgebouw van de Rugbyclub [slachtoffer P] aan de [adres] te Doetinchem van diverse goederen in de periode van 16 tot 18 februari 2009, samen met [medeverdachte E]) zowel bij de politie als ter terechtzitting een bekennende verklaring3 afgelegd.
Daarnaast zijn voor het bewijs voorhanden de aangifte van [aangever slachtoffer A1] namens de [slachtoffer A]4, de aangifte van De Vries namens fietscross-vereniging De IJsselcrosser5, de aangifte van Spaan6, de aangifte van Braaksma namens het [slachtoffer O] College7, de aangifte van Hempenius namens [slachtoffer E]8, de aangifte van Garrits namens het [slachtoffer H] College9 en de aangifte van Van Dongen namens de Rugbyclub [slachtoffer P]10.
Door [medeverdachte E]11 is over feit 1 eveneens een verklaring afgelegd.
Ten aanzien van feit 2 zijn overigens nog voorhanden de verklaringen van de getuige [getuige A]12 en de mededaders [medeverdachte C]13, [medeverdachte E]14 en [medeverdachte A]15.
[medeverdachte E]16 en [medeverdachte A]17 hebben eveneens een verklaring afgelegd over hun betrokkenheid bij de diefstal van de quad inzake feit 3.
Over feit 5 heeft [medeverdachte C]18 een verklaring afgelegd over zijn betrokkenheid bij de inbraak bij [slachtoffer E], evenals [medeverdachte E]19 en [medeverdachte A]20.
Ten aanzien van feit 6 zijn verder voorhanden de verklaringen van de mededaders [medeverdachte E]21 en de verklaring van [medeverdachte A]22 en voor feit 7 de verklaring van [medeverdachte E]23.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de navolgende feiten bewezen kunnen worden verklaard.
De rechtbank komt anders dan de officier en de raadsman wel tot een bewezenverklaring van de onder 6 primair tenlastegelegde voltooide diefstal, nu er gereedschap buiten het schoolgebouw was neergezet om mee te nemen. Mitsdien hadden zij de feitelijke heerschappij over die voorwerpen en is er in de visie van de rechtbank sprake van een voltooid delict.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 12 februari 2009 tot en met 13 februari 2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een
schoolgebouw (gelegen aan de van [adres]) heeft weggenomen een
beamer (merk Acer) en een dvd-speler (merk Player) en een Boom-blaster (merk JVC), toebehorende aan de [slachtoffer A], waarbij verdachte en zijn mededader zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming;
2.
hij in de nacht van 14 op 15 november 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een gebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen crossfietsen, toebehorende aan [slachtoffer C], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
3.
hij op 3 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een quad (merk Kymco, kleur rood, gekentekend [kenteken]), toebehorende aan [slachtoffer D];
4.
hij in de nacht van 5 op 6 december 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een laptop, toebehorende aan het [slachtoffer O] College, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
5.
hij op of omstreeks 15 november 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een wijkgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen:
- flessen alcoholische drank en
- een geldbedrag en
- snoepgoed,
toebehorende aan wijkvereniging [slachtoffer F], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
6.
hij omstreeks 21 november 2008 te Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schoolgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een hoeveelheid gereedschap, toebehorende aan het [slachtoffer H] College, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
7.
hij in of omstreeks de periode van 16 februari 2009 tot en met 18 februari 2009 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een clubgebouw (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een sleutelbos en een slijptol (merk Makita) en een geldbedrag en ongeveer 10 stuks Bounty en ongeveer 10 stuks Twix en ongeveer 10 flesjes AA drink en een kistje (inhoudende een geldbedrag), toebehorende aan Rugbyclub [slachtoffer P], waarbij verdachte en zijn mededader zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of inklimming.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van inklimming;
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
5.
voortgezette handeling van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
6 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
7.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of inklimming.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming onder de volgnummers 1 t/m 5 op de dagvaarding ad informandum vermelde zaken.
Het gaat daarbij om de navolgende zaken:
Feitgegevens (pleegperiode, -lokatie, -plaats, -gemeente, omschrijving feit)
1. 15 november 2008, [adres], Doetinchem, Gem. Doetinchem,
Poging tot diefstal in/uit sportkantine [slachtoffer G] / vernieling
(incident 23);
2. 30 januari 2009, [adres], Doetinchem, Gem. Doetinchem,
Poging tot diefstal in/uit bedrijf ([slachtoffer Q]) dmv braak/verbreking/inklimming
(incident 27);
3. 1 november 2008 t/m 15 januari 2009, [adres], Doetinchem, Gem. Doetinchem,
Diefstal ladder in/uit bedrijf in vereniging
(incident 28)
4. 19 november 2008, Doetinchem, Gem. Doetinchem,
Diefstal (dames)fiets (Blauwe Gazelle) bij bouwmarkt [slachtoffer R]
(incident 30);
5. 31 januari 2009 t/m 1 februari 2009, [adres], Doetinchem, Gem. Doetinchem,
Diefstal telefoons, gereedschap, radio en parfum uit auto
(incident 32).
Aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Door de raadman is aangegeven dat het onder volgnummer 6 genoemde feit buiten beschouwing moet blijven bij de beoordeling door de rechtbank. Dat feit wordt hier dan ook niet meegenomen.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan een gedeelte van drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht ook als dat inhoudt het volgen van een behandeling bij de Stichting Moria te Nijmegen.
In zijn eis heeft de officier er rekening gehouden met de reeks van binnen een kort tijdbestek gepleegde feiten en de omstandigheid dat verdachte - gezien zijn strafblad - een gewaarschuwd man was, alsmede met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De officier heeft aangevoerd met mee te gaan met het door de reclassering gegeven advies aan de behandeling aan te houden voor een termijn van drie maanden, teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen betrokkene aan te melden bij de Stichting Moria te Nijmegen om na een intakeprocedure een datum voor een plaatsing te verkrijgen. De officier heeft zich op het standpunt gesteld dat - gezien de datum van aanvraag van de voorlichtingsrapportage, te weten 19 maart 2009 - de beoogde intake al geruime tijd door de reclassering geregeld had moeten zijn.
De officier is van mening dat verdachte eerst zijn straf moet uitzitten en daarna een traject kan worden ingezet voor de behandeling van zijn persoonlijke problemen. Binnen detentie bestaat de mogelijkheid om via het traject Terugdringen Recidive (TR) een weg te vinden voor het realiseren van een plan van aanpak zoals door de reclassering is beoogd.
Door de raadsman is aangevoerd dat een strafoplegging zoals door de officier voorgesteld, maar dan met een voorwaardelijk strafdeel van zes maanden, recht doet aan de knullige en niet professionele wijze waarop de feiten zijn gepleegd, waarbij niet heel veel schade is ontstaan, en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte nu gemotiveerd is voor een behandeling, welke behandeling aansluit bij zijn problematiek. Bij een voorwaardelijk strafdeel van zes maanden is er genoeg tijd om een opname bij Moria te realiseren die naadloos op de detentiefase aansluit.
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft in een tijdsbestek van ongeveer vier maanden een reeks strafbare feiten gepleegd, waaronder verschillende inbraken bij scholen, verenigingen en bedrijven.
Door het plegen van dit soort, vaak als ergerlijk ervaren en overlast bezorgende, feiten heeft verdachte veel onrust en schade veroorzaakt. Daarnaast wordt het algemeen gevoel van onveiligheid aangewakkerd.
Verdachte was een gewaarschuwd man, aangezien hij op 5 november 2008 nog is veroordeeld terzake van winkeldiefstal24.
Uit het rapport van de reclassering25 komt naar voren dat de kans op recidive bij een ongewijzigde situatie als gemiddeld wordt ingeschat. Verdachte is niet in staat zijn leven voldoende te organiseren en komt niet tot daadwerkelijke oplossingen van de problemen die zich voordoen. Geadviseerd wordt een traject in te zetten gericht op een intensieve begeleiding binnen een intramurale setting (Stichting Moria te Nijmegen). In dat kader stelt de reclassering een aanhouding voor van drie maanden.
De rechtbank gaat daarin niet mee. Zij acht zich voldoende voorgelicht met de door de reclassering verstrekte informatie.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat een strafoplegging in de zin zoals door de officier van justitie gevorderd, passend en geboden is. De rechtbank zal ten aanzien van de door de officier gevorderde bijzondere voorwaarde volstaan het opleggen van reclasseringtoezicht.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij [aangever slachtoffer A1]26 heeft zich namens de [slachtoffer A] met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 371,79 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van deze benadeelde partij integraal zal worden toegewezen.
De raadsman heeft zich daartegen niet verzet.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade - naar burgerlijk recht- aansprakelijk.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 56, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair, en 7 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van inklimming;
2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen;
4.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
5.
voortgezette handeling van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
6 primair
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf door middel van braak en inklimming;
7.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaf en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of inklimming.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden. Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 3 (drie) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij de [slachtoffer A] (door toedoen van [aangever slachtoffer A1]) [adres] Doetinchem (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 371,79, te vermeerderen met de wettelijke rente van 13 februari 2009 en met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer de [slachtoffer A] voornoemd, een bedrag te betalen van € 371,79, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal zeven dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Aldus gewezen door mrs. Hödl, voorzitter, Roessingh-Bakels en Van Breda, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 juli 2009.
Eindnoten
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (Stam)proces-verbaal nr. PL0640/09-203492 (voor zover niet anders is vermeld)
2 Stamproces-verbaal PL0640/09-203492, doorgenummerde dossierpag. 49
3 Verklaring verdachte, doorgenummerde dossierpag. 480, 568, 569, 697, 698, 750, 751, 886, 887, 906 en 907 en zijn verklaring ter terechtzitting
4 Aangifte [aangever slachtoffer A1], doorgenummerde dossierpag. 469/471
5 Aangifte [aangever slachtoffer C], doorgenummerde dossierpag. 540/544
6 Aangifte [slachtoffer D], doorgenummerde dossierpag. 678/680
7 Aangifte [aangever slachtoffer O], doorgenummerde dossierpag. 711, 712
8 Aangifte [aangever slachtoffer E], doorgenummerde dossierpag. 730/733
9 Aangifte van [aangever slachtoffer H], doorgenummerde dossierpag. 875/876
10 Aangifte [aangever slachtoffer P], doorgenummerde dossierpag. 890/894
11 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E], doorgenummerde dossierpag. 477/478
12 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige A], doorgenummerde dossierpag. 545
13 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpag. 559
14 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E], doorgenummerde dossierpag. 562, 565/566
15 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], doorgenummerde dossierpag. 556
16 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E] doorgenummerde dossierpag. 695/696
17 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], doorgenummerde dossierpag. 693
18 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpag. 745
19 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E] doorgenummerde dossierpag. 747/748
20 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], doorgenummerde dossierpag. 736, 738, 739
21 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E], doorgenummerde dossierpag. 881, 883/884
22 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], doorgenummerde dossierpag. 877/878
23 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte E], doorgenummerde dossierpag. 902/903
24 Uittreksel justitiële documentatie van 23 maart 2009
25 Voorlichtingsrapport reclasseringswerker Kuijer van 24 juni 2009
26 Voegingsformulier benadeelde partij [aangever slachtoffer A1] d.d. 26 juni 2009