Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3557

Datum uitspraak2009-06-17
Datum gepubliceerd2009-08-06
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers200.017.119.01
Statusgepubliceerd


Indicatie

Alimentatie minderjarige. De minderjarige heeft het hof een brief geschreven waarvan zij niet wil dat de inhoud kenbaar gemaakt zal worden aan de alimentatieplichtige. Nu het hof dit in strijd met de procesorde acht, is van de inhoud geen kennis genomen en maakt de brief geen deel uit van de processtukken.


Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE Familiesector Uitspraak : 17 juni 2009 Zaaknummer : 200.017.119.01 Rekestnr. rechtbank : FA RK 07-1629 [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker in hoger beroep, hierna te noemen: de vader, advocaat mr. J.W. Pieters, tegen [verweerster], wonende te [woonplaats], verweerster in hoger beroep, hierna te noemen: de moeder, advocaat mr. M. Krijger. PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP De vader is op 3 oktober 2008 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Middelburg van 30 juli 2008. De moeder heeft op 9 maart 2009 een verweerschrift ingediend. Van de zijde van de vader zijn bij het hof op 20 januari, 27 januari en 6 mei 2009 aanvullende stukken ingekomen. Op 15 mei 2009 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Partijen en hun raadslieden hebben het woord gevoerd. De hierna te noemen minderjarige [naam] heeft haar mening ten aanzien van de kinderalimentatie slechts schriftelijk kenbaar willen maken, indien de inhoud van haar brief niet aan de vader kenbaar zou worden gemaakt. Nu het hof dit in strijd met de goede procesorde acht, heeft het hof van de inhoud van haar brief geen kennis genomen en maakt deze geen deel uit van de processtukken. HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking is, uitvoerbaar bij voorraad, de door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van na te noemen minderjarige met ingang van 10 december 2007 bepaald op € 207,94 per maand, vermeerderd met het bedrag van iedere uitkering die de vader op grond van de geldende wetten of regelingen ten behoeve van de minderjarige kan of zal worden verleend. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht. BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP 1. Partijen hebben ter terechtzitting van het hof overeenstemming bereikt over de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats], hierna: de minderjarige. Zij verblijft bij de moeder. Partijen zijn overeengekomen dat de vader als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 1 juni 2009 maandelijks bij vooruitbetaling verschuldigd is een bijdrage van € 220,-, alsmede dat de vader uiterlijk op 15 juni 2009 eenmalig een bedrag van € 600,- aan de moeder betaalt, eveneens als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Ten aanzien van de door het LBIO in rekening gebrachte kosten komen partijen overeen dat de vader deze zal voldoen en dat hij de helft daarvan tot een maximum van € 600,- zal verrekenen met de aan de moeder verschuldigde hiervoor genoemde eenmalige betaling. 2. Nu partijen overeenstemming hebben bereikt over de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding, zal het hof overeenkomstig hun afspraak beslissen. Dit brengt mee dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd. 3. Mitsdien beslist het hof als volgt. BESLISSING OP HET HOGER BEROEP Het hof: vernietigt de bestreden beschikking en, in zoverre opnieuw beschikkende: bepaalt de door de vader aan de moeder te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 1 juni 2009 op € 220,-, maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen; bepaalt dat de vader uiterlijk op 15 juni 2009 eenmalig een bedrag van € 600,- aan de moeder betaalt, eveneens als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige; bepaalt ten aanzien van de door het LBIO in rekening gebrachte of te brengen kosten dat de vader deze zal voldoen en dat hij de helft daarvan tot een maximum van € 600,- zal verrekenen met de aan de moeder verschuldigde hiervoor genoemde eenmalige betaling. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is gegeven door mrs. Bouritius, Pannekoek-Dubois en Mulder, bijgestaan door mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 juni 2009.