
Jurisprudentie
BJ3548
Datum uitspraak2009-07-22
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers74171 / KG ZA 09-153
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers74171 / KG ZA 09-153
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Kort geding ter incasso van onbetaald gebleven advocatendeclaraties is mogelijk, maar voorwaarde daarbij is dat de declaraties door de cliënt niet worden betwist.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ASSEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 74171 / KG ZA 09-153
Vonnis in kort geding van 22 juli 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[NAAM ADVOCATENKANTOOR] ADVOCATEN B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres,
advocaat mr. F.H. Elema,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te [woonplaats],
en tevens handelende onder de naam [NAAM],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 juli 2009;
- de mondelinge behandeling op 20 juli 2009;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De vordering
Eiseres vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, en op alle dagen en uren:
I gedaagde zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan
eiseres te voldoen het bedrag groot € 10.799,25 (zegge: tienduizendzevenhonderdnegenennegentig euro en vijfentwintig eurocent) inclusief BTW, te vermeerderen met het (gematigde) bedrag van € 500,00(zegge: vijfhonderd euro) exclusief BTW terzake de buitengerechtelijke incassokosten, alsmede te vermeerderen met de verschuldigde vertragingsrente, gelijk aan de wettelijke rente vermeerderd met 1,5 %, gerekend vanaf de vervaldatum der facturen tot aan de dag der algehele voldoening;
II zulks met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure, onder de
bepaling dat gedaagde de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is wanneer deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis zijn betaald.
3. De beoordeling
3.1. De gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
3.2. Aldus staat de voorzieningenrechter in de eerste plaats voor de vraag of het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn. In dit verband stelt de voorzieningenrechter voorop dat een kort geding ter incasso van onbetaald gebleven advocatendeclaraties mogelijk is, maar dat daarbij voorwaarde is dat de declaraties door de cliënt niet worden betwist.
3.3. In dit geval blijkt uit het dossier van eiseres dat de (hoogte van) de declaraties van eiseres worden betwist. Dit volgt reeds uit de door eiseres overgelegde brief van 28 mei 2009. In die brief bericht mr. Slofstra, de advocate die de feitelijke rechtsbijstand heeft verleend, aan haar cliënt, voor zover hier van belang:
"(…)
Ruim een week geleden heeft u, de heer [naam], mij telefonisch bericht dat u zich in de hoogte van één of meerdere facturen niet kon vinden. Er is als toen aangegeven dat kennelijk bepaalde verrichtingen ten onrechte op de specificaties zijn opgenomen.(…)"
3.4. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan uit deze brief worden afgeleid dat er niet sprake is van het simpelweg niet betalen van declaratie(s). Eiseres had daarom het initiatief moeten nemen om haar declaratie(s) te laten begroten door de Raad van Toezicht. Eiseres heeft niet gesteld en dit is de voorzieningenrechter ook overigens niet gebleken, dat het gaat om door eiseres verleende rechtsbijstand in een zaak die niet rechtstreeks valt onder artikel 32 van de WTBZ.
3.5. Voor zover eiseres ter zitting heeft betoogd dat in de toepasselijke algemene voorwaarden een termijn is gegeven om te klagen over declaraties, die de cliënt onbenut heeft laten verstrijken en bovendien in de aanmaningsfase de cliënt uitdrukkelijk is uitgenodigd eventuele bezwaren tegen de declaratie(s) kenbaar te maken, noopt dat niet tot een ander oordeel. Het in de aanmaningsfase uitnodigen van de cliënt eventuele bezwaren concreet te maken en het aanzeggen dat wanneer dat niet gebeurd tot dagvaarding wordt overgegaan, maakt niet dat de advocaat die in een WTBZ zaak de “ verkeerde” keuze maakt door de zaak aan de gewone rechter voor te leggen, toch ontvankelijk is in zijn vordering c.q. de gewone rechter bevoegd wordt.
3.6. Het vorenoverwogene leidt tot de slotsom dat de vordering moet worden afgewezen.
3.3. Aangezien gedaagde niet is verschenen en daarmee geen proceskosten heeft gemaakt, kan een proceskostenveroordeling achterwege blijven.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
- wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R. Tromp, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. F.W. Strijker op 22 juli 2009.