
Jurisprudentie
BJ3514
Datum uitspraak2009-07-22
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers252782 / HA ZA 08-1556
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers252782 / HA ZA 08-1556
Statusgepubliceerd
Indicatie
Beroep op verrekening slaagt niet. Sourcecom dient zelfstandige inschatting te maken van haar debiteurenrisico.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 252782 / HA ZA 08-1556
Vonnis van 22 juli 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUJITSU SERVICES B.V.,
gevestigd te Maarssen,
eiseres,
advocaat mr. M.R. Ruygvoorn,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOURCECOM B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagde,
advocaat mr. D.H.S. Donk.
Partijen zullen hierna Fujitsu en Sourcecom genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 november 2008;
- de ten behoeve van de comparitie bij brief van 23 februari 2009 overgelegde productie aan de zijde van eiser;
- de ten behoeve van de comparitie bij brief van 5 maart 2009 overgelegde producties aan de zijde van gedaagde;
- het proces-verbaal van de op 13 maart 2009 gehouden comparitie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Fujitsu is een IT-serviceorganisatie, die haar bedrijf maakt van het ontwerpen, bouwen en beheren van IT-systemen en het verlenen van IT-services. Daarnaast treedt zij op als geautoriseerd reseller van computerhardware leveranciers. Sourcecom houdt zich bezig met de in- en verkoop van computerhardware en in het bijzonder computernetwerk-componenten. Sourcecom kocht hardware producten in bij Fujitsu.
2.2. Fujitsu en Sourcecom hadden sinds 2004 een relatie, waarbij [A] aan de zijde van Fujitsu contactpersoon was voor Sourcecom. [A] is in oktober 2007 op non-actief gesteld door Fujitsu.
2.3. Fujitsu had voor € 8.000.000,-- aan hardware aan NTT Antwerp N.V. (hierna: NTT Antwerp) geleverd, waarvan ongeveer € 2.000.000,-- onbetaald was gebleven. Achteraf is gebleken dat Fujitsu in de veronderstelling verkeerde zaken te doen met NTT N.V. in plaats van met NTT Antwerp N.V. Ook bleek er geen getekend contract inzake deze leveringen aanwezig te zijn. Naar aanleiding hiervan is door de directie van Fujitsu een verbod uitgevaardigd tot het doen van leveringen aan NTT Antwerp.
2.4. Op 14 december 2006 hebben Fujitsu en NTT Antwerp een mantelovereenkomst gesloten. In de overwegingen van de mantelovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
"Opdrachtgever (dit is NTT Antwerp, toevoeging rechtbank) niet in staat moet worden geacht deze Schuld (dat is het bedrag van ongeveer € 2.000.000,--, toevoeging rechtbank) te vergoeden als zij geen nieuwe omzet kan genereren;
Fujitsu in staat en bereid is producten (…) te leveren met een korting die Opdrachtgever in staat stelt deze producten te verkopen aan haar afnemers;
Opdrachtgever de marge die zij op deze transacties maakt aan Fujitsu zal vergoeden ter vereffening van de Schuld".
2.5. De vereffening van de schuld aan Fujitsu door NTT Antwerp verliep niet goed. Op 23 maart 2007 is op voorstel van [A] een Kick Back overeenkomst met NTT Antwerp gesloten. Overeengekomen werd dat Fujitsu aan NTT Antwerp een aanbrengpremie zou betalen voor door NTT Antwerp aan te brengen klanten. De premie zou echter niet aan NTT Antwerp worden uitgekeerd maar aangewend worden ter vermindering van de schuld aan Fujitsu.
2.6. In 2008 heeft Fujitsu het faillissement van NTT Antwerp aangevraagd en is NTT Antwerp in staat van faillissement gesteld.
2.7. Op 23 mei 2006 heeft Sourcecom aan, naar later is gebleken, Telecom Business Integration BVBA gevestigd te België (hierna: Telecom) voor ongeveer € 882.000,--. aan hardware geleverd, die zij bij Fujitsu op kredietbasis had ingekocht. Betaling daarvan door Telecom aan Sourcecom is uitgebleven.
2.8. Sourcecom heeft na mei 2006 nog drie leveringen aan Telecom gedaan van bij Fujitsu ingekochte hardware. Deze leveringen zijn vooraf door Telecom betaald.
2.9. Sourcecom heeft de bij Fujitsu openstaande rekeningen (dus ook ten aanzien van leveringen aan andere partijen dan Telecom) in chronologische volgorde betaald en telkens een bedrag ter hoogte van de aan Telecom geleverde en niet door Telecom betaalde hardware onbetaald gelaten.
2.10. Op 23 maart 2007 hebben partijen een mantelovereenkomst (hierna: de mantelovereenkomst) gesloten. Hierin is onder meer opgenomen:
"h. Opdrachtgever (dit is Sourcecom, toevoeging rechtbank) zal per 23 maart 2007 en per 30 maart 2007 een bedrag ad USD 200.000 aan Fujitsu overmaken ter gedeeltelijke aflossing van de openstaande schuld ter grootte van € 923.477,42 en USD 811.254,17 (hierna te noemen de "Schuld")".
2.11. Tussen partijen hebben diverse gesprekken plaatsgevonden om tot een regeling te komen. Dit is niet gelukt.
2.12. Fujitsu heeft conservatoir derdenbeslag doen leggen op een bankrekening van Sourcecom.
3. Het geschil
3.1. Fujitsu vordert samengevat - veroordeling van Sourcecom tot betaling van EUR 889.804,87, vermeerderd met wettelijke handelsrente en (buitengerechtelijke) kosten.
3.2. Sourcecom voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Fujitsu vordert betaling van de openstaande facturen uit de periode oktober 2006 tot en met april 2007 met een totaal bedrag van € 889.804,87. Fujitsu stelt dat zij geen kennis droeg van enig frauduleus handelen van [A] ten aanzien van Sourcecom en dat haar dat ook niet kan worden toegerekend. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat Sourcecom reeds in het voorjaar van 2006 kennis droeg van de identiteit van Telecom en zij desondanks is doorgegaan met leveringen aan Telecom.
4.2. Sourcecom ontkent als zodanig niet dat zij het door Fujitsu gevorderde bedrag is verschuldigd. Zij doet echter een beroep op opschorting teneinde tot verrekening over te gaan van de schade die zij stelt door het onrechtmatig handelen van Fujitsu te hebben geleden. Sourcecom voert daartoe het volgende aan.
4.3. In april 2006 werd zij door [A] benaderd om een door Telenet Business Integration BVBA (hierna: Telenet) bij Fujitsu geplaatste order aan Telenet uit te leveren. Sourcecom stelt dat zij dit verzoek van [A] kreeg omdat, vanwege de door Fujitsu gekozen landenstructuur, het niet mogelijk was om in België door een Nederlandse Fujitsu-entiteit te leveren. Aangezien Sourcecom een klein bedrijf is en Fujitsu haar grootste leverancier was, was Sourcecom er veel aan gelegen haar relatie met Fujitsu goed te houden. Op 13 april 2006 geeft [A] per email met als onderwerp "Telenet gegevens" aan Sourcecom de adresgegevens van Telenet door, inclusief het BTW-nummer. Vervolgens stuurt [A] op 18 april, 26 april en 8 mei 2006 nadere instructies per email over de levering. Bij alle emails is in het onderwerp van de email een tekst opgenomen met een verwijzing naar Telenet. In de email van 26 april 2006 wordt ook in de email naar Telenet verwezen.
4.4. Bij verificatie van het BTW-nummer komt Sourcecom erachter dat het BTW-nummer niet klopt en doet hierover op 9 mei 2006 navraag bij [A]. [A] mailt terug dat hij het heeft gecontroleerd en dat het wel klopt. Op 23 mei 2006 gaat Sourcecom over tot levering. Op 31 mei 2006 stuurt [A] aan Sourcecom een brief van een advocaat d.d. 10 mei 2006 met als bijlage een uittreksel van de onderneming die hoort bij het BTW-nummer dat door [A] is opgegeven. Op dat moment werd Sourcecom duidelijk dat zij niet aan Telenet had geleverd maar aan Telecom. Sourcecom heeft vervolgens direct Graydon opdracht gegeven om een handelsrapport inzake Telecom te sturen. Uit dit rapport bleek dat Telecom op 28 maart 2006 was opgericht door een tweetal Nederlandse besloten vennootschappen. Uit het vestigingsadres van beide vennootschappen kon Sourcecom afleiden welke personen achter deze vennootschappen zaten. De directeur van Sourcecom was bekend met deze personen en had in het verleden daar geen goede ervaringen mee.
4.5. Sourcecom heeft [A] geconfronteerd met de andere identiteit dan door hem aan Sourcecom was voorgespiegeld. [A] heeft aan Sourcecom aangegeven dat zij zich geen zorgen hoefde te maken. De relatie tussen Sourcecom en Fujitsu werd voortgezet, waarbij Fujitsu op kredietbasis aan Sourcecom leverde. Sourcecom heeft de bij Fujitsu openstaande rekeningen in chronologische volgorde betaald en telkens een bedrag ter hoogte van de aan Telecom geleverde en niet door Telecom betaalde hardware onbetaald gelaten. Sourcecom stelt dat zij op verzoek van de directeur van Fujitsu de mantelovereenkomst heeft getekend, omdat anders Fujitsu niet meer aan Sourcecom zou leveren. Volgens Sourcecom had Fujitsu de mantelovereenkomst nodig om haar boeken sluitend te krijgen.
4.6. Na ondertekening van de mantelovereenkomst in maart 2007 werd het Sourcecom duidelijk dat er een aanmerkelijke kans zou bestaan dat Telecom niet zou betalen. Om die reden heeft Sourcecom betaling van de openstaande facturen uit de periode november 2006 – april 2007 opgeschort voor een totaal bedrag van € 882.264,20. Op 3 mei 2007 stuurt Sourcecom aan [A] een email met voor zover van belang de volgende inhoud:
"We hebben deze situatie nu een jaar aangekeken. (…) Het feit dat er geen enkele vooruitgang geboekt is in de betalingen en er ook niet direct zicht is op de betalingen willen wij het volgende voorstellen: Sourcecom zou de vordering die ze heeft op Telenet Integrated Business Solutions willen cederen aan Fujitsu Services. (…) Gezien het feit dat het hier gaat om vorderingen die ontstaan zijn doordat Sourcecom louter als "doorvoer vehikel" heeft gefungeerd ten dienste van Fujitsu, zou deze oplossing ook gevoelsmatig de meest voor de hand liggende zijn. (…)"
[A] antwoordt op 4 mei 2007 onder meer: "[B] ([B] directeur van Fujitsu, toevoeging rechtbank) is vandaag vrij, ik ga dit maandag met hem bespreken. Ik ga dit vandaag met [C] voorbespreken. Momenteel hebben we al een tijdje een bureau op [D] en [E] gezet en de verhalen omtrent hun vordering op de Duitser zijn waar. Ook dat ze een rechtszaak hebben gewonnen. Wij hebben daarom dan ook het geduld. Ik koppel het terug."
In de email wordt gerefereerd aan [D] en [E] (hierna: [E]). Zij zijn de feitelijke beleidsbepalers van NTT Antwerp, aldus Sourcecom. Na dit emailbericht heeft Sourcecom niets meer van [A] vernomen.
4.7. Sourcecom voert aan dat Fujitsu haar incassorisico van leveringen aan NTT Antwerp op haar heeft willen afwentelen. Volgens Sourcecom heeft Fujitsu met de beleidsbepalers van NTT Antwerp afgesproken om Telecom op te richten. Dit stond in verband met het feit dat Fujitsu, gelet op de betalingsachterstand van ongeveer 2 miljoen euro, niet langer op krediet aan NTT Antwerp wilde leveren. NTT Antwerp zou Fujitsu ervan hebben overtuigd dat voldoening van de openstaande schuld eerst kon plaatsvinden indien alle leveringen aan haar opdrachtgever volledig waren afgerond. Fujitsu wilde daarom toch blijven doorleveren aan NTT Antwerp. Fujitsu heeft Sourcecom gebruikt voor leveringen via Telecom aan NTT Antwerp en heeft daarbij Sourcecom tevens gebruikt om haar het incassorisico te laten lopen. Sourcecom verwijst in dit verband ook naar een overgelegde verklaring d.d. 25 april 2008 van [E]. [E] verklaart onder meer: "Omstreeks februari 2006 besloot Fujitsu tijdelijk, om de leveringen naar NTT te stoppen, omdat er een discussie was, omtrent de BTW en een overschrijding van de betalingstermijn. (…) Omdat de leveringen niet compleet waren, volgens het verzoek van onze klanten, wilden zij pas betalen wanneer deze conform afspraak, tussen ons en onze klanten en uiteraard Fujitsu waren uitgeleverd. (…) In overleg met Fujitsu werd ons een alternatieve mogelijkheid aangeboden om geleverd te krijgen via de firma Sourcecom in Hoofddorp, zodat wij als tijdelijke tussenmaatregel de leveringen compleet konden krijgen. Alles werd vervolgens door Fujitsu in gang gezet. (…) Wij hebben daarom ook altijd de volle overtuiging gehad dat hier sprake was van een volledig openheid van zaken tussen de bovengenoemde bedrijven."
4.8. Sourcecom stelt dat Fujitsu wist dat er een grote kans bestond dat Telecom de via Sourcecom geleverde hardware niet betaald zou krijgen. Sourcecom stelt te zijn misleid door Fujitsu. Op verzoek van Fujitsu heeft Sourcecom leveringen aan, wat later bleek, Telecom gedaan. Telenet was een in de markt als betrouwbare partij bekend staande partij waaraan Sourcecom zonder meer zou willen leveren. Fujitsu heeft Sourcecom op het verkeerde been gezet door in haar emailberichten aan Telenet te refereren, terwijl in werkelijkheid de levering plaatsvond aan de onlangs met medeweten van Fujitsu opgerichte vennootschap Telecom.
4.9. Voorts betwist Sourcecom de verschuldigheid van een bedrag van € 6.877,15 (factuurnummer 1000037120 d.d. 4 januari 2007). Zij stelt dat de hardwareproducten waar deze factuur betrekking op zou hebben nooit aan haar zijn geleverd door Fujitsu. Sourcecom heeft verschillende malen om opheldering bij Fujitsu gevraagd en verzocht om een creditnota te zenden, maar hierop is door Fujitsu niet gereageerd.
4.10. De rechtbank oordeelt als volgt. Sourcecom betwist, op één post na, als zodanig de vordering van Fujitsu niet, maar beroept zich op een zelfstandig verweer. Sourcecom stelt gerechtigd te zijn tot opschorting van haar betalingsverplichting teneinde de door haar geleden schade te kunnen verrekenen. Beoordeeld dient derhalve te worden of Sourcecom genoeg heeft gesteld voor het intreden van dit rechtsgevolg. Sterk samengevat stelt Sourcecom door Fujitsu te zijn misleid dan wel bedrogen over de identiteit van Telecom teneinde een tussen Fujitsu en NTT Antwerp bestaand probleem op te lossen. Het dossier geeft inderdaad aanleiding om te veronderstellen dat bij de relatie tussen Fujitsu en NTT Antwerp ernstige vraagtekens geplaatst kunnen worden. Eveneens biedt het dossier voldoende aanknopingspunten om te kunnen veronderstellen dat [A] zowel ten aanzien van Fujitsu (los gezien van een eventuele toerekenbaarheid van het handelen van [A] aan Fujitsu), als ten aanzien van Sourcecom niet met volledige openheid van zaken heeft gehandeld. Kern van het onderhavige geschil ziet echter op het volgende.
4.11. Sourcecom stelt schade geleden te hebben omdat zij dacht aan Telenet te gaan leveren en kort na de levering bleek dat zij aan Telecom had geleverd. Bij het uitleveren van goederen op krediet dient Sourcecom als elk ander bedrijf een risicoafweging te maken over de mogelijkheid dat betaling van de goederen uitblijft. Uit het dossier blijkt dat zij gecontroleerd heeft of het BTW-nummer correct was. Dit bleek niet zo te zijn. Uit de overlegde emailwisseling van vlak voor de eerste levering zou de conclusie getrokken kunnen worden dat [A] inderdaad aan Sourcecom heeft doen willen voorkomen dat zij aan Telenet zou gaan leveren. Echter, de voor de levering verrichte controle door Sourcecom gaf voor haar kennelijk voldoende aanleiding om navraag te doen bij [A] en, zij het eerst na de levering, Graydon in te schakelen. Echter, voordat de twijfels van Sourcecom op afdoende wijze waren weggenomen, besluit zij desondanks tot levering over te gaan. Op welke wijze Fujitsu een rol heeft gespeeld in het besluit van Sourcecom om toch te gaan leveren, is door Sourcecom niet toegelicht. Voorts is gesteld noch gebleken dat Sourcecom het debiteurenrisico op enigerlei wijze vooraf heeft beperkt. Een dergelijke beperking zou voor de hand hebben gelegen nu het kennelijk niet ongebruikelijk was in die branche dat dergelijke producten via verschillende schakels bij de partij terecht kwam die de producten ook daadwerkelijk zelf ging gebruiken. Onderliggende overeenkomsten, voorwaarden of facturen aangaande de leveringen van Sourcecom aan Telenet of Telecom zijn door Sourcecom niet overgelegd.
4.12. Ook is niet gesteld of gebleken dat Sourcecom incassomaatregelen heeft genomen ten aanzien van de door Telecom onbetaalde rekeningen. Dat dit voor de hand had gelegen, wordt onderstreept door het feit dat de directeur van Sourcecom ter comparitie heeft verklaard dat hij na kennisname van de identiteit van Telecom meteen zag dat het niet goed was. Niettemin heeft Sourcecom na mei 2006 nog drie leveringen aan Telecom gedaan terwijl zij inmiddels met de identiteit van Telecom bekend was. Weliswaar zijn ten aanzien van die leveringen door Sourcecom wel betalingsafspraken gemaakt, namelijk betaling vooraf, maar dit wijst er eerder op dat Telecom als zodanig nog wel in staat bleek om betalingen te verrichten. De door Sourcecom overlegde verklaring van [E] (zie 4.7) lijkt erop te duiden dat er eerder betalingsproblemen bestonden bij een klant van NTT Antwerp, waardoor kennelijk betalingen aan de voorschakels ook niet plaatsvonden, dan bij Telecom. Daarbij komt dat Sourcecom in onvoldoende mate inzicht heeft gegeven in de relatie tussen Telecom en NTT Antwerp.
4.13. In de email van 3 mei 2007 van de directeur van Sourcecom aan [A] is onder meer opgenomen: "Gezien het feit dat het hier gaat om vorderingen die ontstaan zijn doordat Sourcecom louter als "doorvoer vehikel" heeft gefungeerd ten dienste van Fujitsu, zou deze oplossing ook gevoelsmatig de meest voor de hand liggende zijn."
Zelfs indien veronderstellenderwijs ervan uit wordt gegaan dat Sourcecom als "doorvoer vehikel" fungeerde voor leveringen van Fujitsu aan Telecom, dan valt niet te begrijpen dat Sourcecom met Fujitsu niet zodanige zekerheden heeft bedongen dat zij niet voor het (debiteuren-)risico van deze vermeende afspraak zou opdraaien. Dat door Sourcecom onbetwist is gesteld dat zij als klein bedrijf afhankelijk was van Fujitsu en het behouden van een goede relatie met Fujitsu voor haar van groot belang was, laat onverlet dat zij zelf verantwoordelijk is en blijft voor het beoordelen van een aanvaardbaar risico, zowel ten aanzien van haar leverancier Fujitsu als haar afnemer Telecom. Van enige risicoafweging dan wel risicobeperking is niet gebleken. Daarbij komt dat door Sourcecom ook niet is gesteld dat er met Fujitsu afspraken zijn gemaakt ten aanzien van haar rol als "doorvoer vehikel" waaruit zou blijken dat onderdeel van deze afspraak was dat Sourcecom voor een eventueel debiteurenrisico van Telecom door Fujitsu gevrijwaard zou blijven. Ook is niet door Sourcecom gesteld of en in welke mate zij door Fujitsu onder druk is gezet om de leveringen op kredietbasis aan Telecom te verrichten. Zoals hiervoor vermeld, heeft Sourcecom echter uitsluitend gesteld dat zij door Fujitsu is misleid dan wel bedrogen over de identiteit van Telecom.
4.14. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat er geen aanleiding bestaat om Sourcecom niet de consequenties te laten dragen van het door haar aanvaarde debiteurenrisico. Dit betekent dat het zelfstandige verweer van Sourcecom niet kan dienen ter afwending van haar betalingsverplichting jegens Fujitsu.
4.15. Ten aanzien van de door Sourcecom betwiste post van € 6.877,15 geldt het volgende. Uit de door Sourcecom overgelegde correspondentie blijkt dat zij Fujitsu diverse keren om opheldering heeft verzocht omdat zij stelt deze goederen niet te hebben ontvangen. Van enige reactie hierop door Fujitsu is niet gebleken. Ook in deze procedure is door Fujitsu niet gereageerd op deze herhaalde betwisting door Sourcecom. Dit betekent dat de rechtbank de vordering ten aanzien van deze post zal afwijzen. De vordering van Fujitsu inzake de hoofdsom zal derhalve worden toegewezen voor een bedrag van € 882.927,72.
4.16. Fujitsu vordert Sourcecom te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op EUR 323,76 voor verschotten en EUR 2.580,00 voor salaris advocaat (1 rekest x EUR 2.580,00).
4.17. Fujitsu heeft, onweersproken, gesteld buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en heeft vergoeding daarvan gevorderd. Voldaan dient te worden aan het vereiste dat alleen redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt kunnen worden toegewezen. In dit geval is niet gebleken dat niet aan dit vereiste is voldaan, zodat de rechtbank de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal toewijzen.
4.18. Sourcecom zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van Fujitsu op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding EUR 71,80
- overige explootkosten 0,00
- vast recht 4.784,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 5.160,00 (2,0 punten × tarief EUR 2.580,00)
Totaal EUR 10.015,80
4.19. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Sourcecom om aan Fujitsu te betalen een bedrag van EUR 882.927,72 (achthonderdtweeëntachtig duizendnegenhonderdzevenentwintig euro en tweeënzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de respectievelijke deelbedragen te kennen uit productie 1 bij dagvaarding (uitgezonderd factuur 10000037120), telkens vanaf de 30e dag na de respectievelijke factuurdata telkens tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Sourcecom in de beslagkosten, tot op heden begroot op EUR 2.903,76,
5.3. veroordeelt Sourcecom tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, tot op heden begroot op EUR 5.160,00;
5.4. veroordeelt Sourcecom in de proceskosten, aan de zijde van Fujitsu tot op heden begroot op EUR 10.015,80,
5.5. veroordeelt Sourcecom in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- EUR 131,-- aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ch.E. Bethlem en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2009.?
w.g. griffier w.g. rechter