
Jurisprudentie
BJ3434
Datum uitspraak2009-07-22
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200807904/1/H2
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-23
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200807904/1/H2
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bij besluit van 13 maart 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (hierna: het college) aan de gemeente Tilburg (hierna: de gemeente) krachtens artikel 22, tweede lid, van de Monumentenverordening gemeente Tilburg (hierna: de verordening) vergunning verleend voor het herinrichten van het kruispunt de Vijfsprong te Tilburg.
Uitspraak
200807904/1/H2.
Datum uitspraak: 22 juli 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging Vereniging tot behoud van beschermd stadsgezicht de Vijfsprong, gevestigd te Tilburg,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 23 oktober 2008 in zaak nr. 07/4782 in het geding tussen:
de vereniging Vereniging tot behoud van beschermd stadsgezicht de Vijfsprong
en
het college van burgemeester en wethouders van Tilburg.
1. Procesverloop
Bij besluit van 13 maart 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (hierna: het college) aan de gemeente Tilburg (hierna: de gemeente) krachtens artikel 22, tweede lid, van de Monumentenverordening gemeente Tilburg (hierna: de verordening) vergunning verleend voor het herinrichten van het kruispunt de Vijfsprong te Tilburg.
Bij besluit van 18 september 2007 heeft het college het door de Vereniging tot Behoud van het Beschermd Stadsgezicht de Vijfsprong (hierna: de Vereniging) daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 oktober 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Breda (hierna: de rechtbank) het door de Vereniging daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de Vereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 oktober 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 26 november 2008.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 juni 2009, waar de Vereniging, vertegenwoordigd door mr. W.P.N. Remie, advocaat te Tilburg, [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. J.M.B. van Overdijk en L.F. Bergmans, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 12, eerste lid, van de verordening (hierna: de verordening) vragen burgemeester en wethouders advies aan de monumentencommissie voordat zij op een aanvraag beslissen.
Ingevolge artikel 22, tweede lid, van de verordening is het verboden in een beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met de bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:
a. bouwwerken te verstoren, te plaatsen, op te richten, af te breken, te verplaatsen of in enig ander opzicht te wijzigen;
(.....);
c. onroerende zaken, geen bouwwerk zijnde, hieronder begrepen straten, wegen, pleinen, wateren, bomen, erfafscheidingen - niet zijnde een bouwwerk - te wijzigen.
2.2. De herinrichting van het kruispunt de Vijfsprong waarvoor de gemeente op 1 november 2006 om vergunning krachtens artikel 22, tweede lid, van de verordening heeft verzocht, bestaat uit het kappen van een zilveresdoorn op de hoek Noordstraat/Korte Schijfstraat, het planten van een nieuwe boom op de hoek Noordstraat/Stationsstraat, het verplaatsen van het Hiroshima-monument en de ginkgoboom van de hoek Noordstraat/Korte Schijfstraat naar de Engelse tuin, het verplaatsen van de lichtmast nabij de hoek Noordstraat/Korte Schijfstraat naar een locatie verderop in de Noordstraat, het plaatsen van een nieuwe lichtmast op de hoek Noordstraat/Korte Schijfstraat, het aanbrengen van nieuwe bestrating en het minder scherp maken van de knik in de Noordstraat.
Het college heeft het verzoek voorgelegd aan de gemeentelijke monumentencommissie (hierna: de commissie) die op 22 november 2006 advies heeft uitgebracht. Hierin stelt de commissie van mening te zijn dat het betrokken gebied een eigen aanpak vereist, omdat het binnen de stad een bijzondere karakteristiek bezit. Het kruispunt en de Engelse tuin hebben een charme die verloren gaat als het herinrichtingsplan wordt uitgevoerd. Gelet hierop heeft de commissie uit een oogpunt van monumentenzorg overwegende bezwaren tegen de uitvoering.
Naar aanleiding van dit advies heeft de gemeente het plan aangepast, in die zin dat de oude lantaarnpaal wordt herplaatst en de flagstones en een deel van de Engelse tuin behouden blijven. Vervolgens heeft het college de vergunning in afwijking van het advies van de commissie verleend. Hiertoe heeft het overwogen dat met het oog op de veiligheid ter plaatse gekozen is voor een grote lichtmast, in plaats van meerdere kleine, die voldoende licht geeft bij calamiteiten. Voorts stelt het college dat de ginkgoboom onvoldoende volume en kroonbreedte heeft om uit te groeien tot een markant punt in de Engelse tuin, terwijl op deze bijzondere locatie een royalere boom wenselijk is. Verder heeft het college gekozen voor uniforme bestrating en straatmeubilair. Dit sluit aan bij een eerder besluit de binnenstad te presenteren als een duidelijk herkenbare eenheid, waartoe ontwerpuitgangspunten voor de inrichting van het gebied zijn vastgesteld. Het herinrichtingsplan sluit hierbij aan. Het advies van de commissie heeft het college geen aanleiding gegeven dat besluit te heroverwegen.
Ter zitting is gebleken dat de herinrichting deels in afwijking van het plan zal worden uitgevoerd. De Afdeling gaat bij de beoordeling van het geschil evenwel uit van het plan waarop het besluit op bezwaar betrekking heeft, welk besluit de rechtbank in de aangevallen uitspraak heeft beoordeeld.
2.3. De Vijfsprong is onderdeel van het door de gemeenteraad van Tilburg bij besluit van 8 december 1986 aangewezen beschermd stadsgezicht "Nieuwlandstraat/Oude Markt e.o.". In de aan dit besluit ten grondslag liggende redengevende omschrijving en de bijbehorende tekening zijn met name de bebouwing en de wegenstructuur in het aangewezen gebied beschermenswaardig geacht. Het college heeft zich op het standpunt gesteld, dat als gevolg van de herinrichting de gevels van de aan de Vijfsprong gelegen monumentale bebouwing beter zichtbaar worden. Het vervangen van de bestrating zal er toe bijdragen dat een zo uniform mogelijk gebruik van materialen in de binnenstad ontstaat. De plaatsing van de nieuwe lichtmast zal de veiligheid op de Vijfsprong vergroten.
2.4. De Vereniging betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij bij de vergunningverlening is afgeweken van het negatieve advies van de commissie. De herinrichting heeft volgens de Vereniging een onevenredige inbreuk tot gevolg op het eigen karakter en de charme van de Vijfsprong, die volgens haar zodanig is dat het college bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot verlening van de monumentenvergunning heeft kunnen besluiten. De uniformiteit in bestrating en meubilair in de binnenstad heeft tot gevolg dat de kruising in niets meer verschilt van niet beschermde stadsgezichten. Weliswaar heeft de gemeente het herinrichtingsplan aangepast, maar dit aangepaste plan wijkt volgens de Vereniging niet veel af van het oorspronkelijke en leidt niet tot behoud van het bijzondere karakter van de Vijfsprong.
2.5. Dit betoog faalt. Het verlenen van een vergunning als de in geding zijnde is een discretionaire bevoegdheid van het college. Het college heeft bij de beslissing op het verzoek om een vergunning de belangen van de veiligheid op de Vijfsprong en de uniformiteit van de bestrating afgewogen tegen het belang dat gediend is met het behoud van de Vijfsprong in de oude vorm. Hoewel de bestrating en de lichtmast tot het beschermd stadsgezicht behoren, zijn zij, gelet op de redengevende omschrijving, niet in het bijzonder beschermenswaardig. Weliswaar wordt door het minder scherp maken van de knik in de Noordstraat de wegenstructuur ter plaatse enigszins gewijzigd, maar deze wijziging is beperkt van omvang. Bovendien kwam de knik niet voor in het oorspronkelijke wegenplan zoals dat er aan het eind van de negentiende eeuw uitzag, doch is, naar de Vereniging ter zitting heeft verklaard, niet lang geleden aangebracht uit een oogpunt van verkeersveiligheid. De knik is derhalve, evenals de wijziging ervan, niet van bepalende betekenis voor de status van de kruising als beschermd stadsgezicht. Voor het overige gaat het bij de herinrichting om wijzigingen van aspecten van de kruising die kennelijk als bijzonder van karakter, identiteitsbevorderend en charmant worden ervaren, maar die de beschermenswaardigheid van de voor de kruising in de redengevende omschrijving vermelde relevante aspecten niet aantasten. Voor zover de Vereniging heeft aangevoerd dat de herinrichting van de kruising een negatieve invloed heeft op de verkeersveiligheid ter plaatse, is dit geen belang dat de monumentwaardigheid van het beschermde stadsgezicht raakt. Derhalve heeft de rechtbank op juiste gronden geconcludeerd dat de herinrichting geen onevenredige inbreuk vormt op het beschermde stadsgezicht en dat het college in redelijkheid doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen aan de veiligheid op de Vijfsprong en de uniformiteit van de binnenstad. Tevens heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat het college de afwijking van het advies van de commissie voldoende heeft gemotiveerd.
2.6. Voor zover de Vereniging heeft betoogd dat de hierboven onder 2.2 omschreven wijzigingen van het herinrichtingsplan wederom aan de monumentencommissie hadden moeten voorgelegd, faalt dit betoog, reeds omdat de verordening hiertoe niet verplicht.
2.7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. van den Brink, voorzitter, en mr. C.W. Mouton en mr. W.D.M. van Diepenbeek, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat.
w.g. Van den Brink w.g. Poot
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 juli 2009
164.