Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3323

Datum uitspraak2009-07-07
Datum gepubliceerd2009-07-22
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers449532 HA 09-167
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Arbeidzaak. Ontbinding. Hoewel te billijken is dat werkgever wegens bedrijfseconomische omstandigheden wil reorganiseren en in dat verband haar personeelsbestand in omvang wil terugbrengen, moet in dit geval het verzoek stranden omdat werkgever vijf uitzendkrachten inzet op werk dat werknemer kan doen indien hij hersteld is. Zijn arbeidongeschiktheid mag dienaangaande geen rol spelen omdat anders een ontbinding (mede) daarop zou worden gebaseerd.


Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD sector kanton – locatie Zwolle Zaaknr. : 449532 HA VERZ 09-167 Datum : 7 juli 2009 Beschikking in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [VERZOEKENDE PARTIJ] gevestigd te [vestigingsplaats], eisende partij, verder te noemen [verzoekende partij], gemachtigde mr. D. Kneppel, tegen [VERWERENDE PARTIJ], wonende te [woonplaats], gedaagde partij, verder te noemen [verwerende partij]. gemachtigde mr. Y. van Maarwijck. De procedure De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek- en verweerschrift en de overgelegde producties. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juni 2009. Partijen en hun gemachtig-den zijn verschenen en hebben hun standpunten nader toegelicht. Daarna is de uitspraak op vandaag bepaald. Het geschil [verzoekende partij] verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verwerende par-tij] wegens een verandering van omstandigheden. [verwerende partij] verzet zich tegen het verzoek. De beoordeling 1. [verwerende partij], geboren [datum], is op [datum] in loondienst van [verzoekende partij] ge-treden. De functie van [verwerende partij] is ‘warehouse employee’ (magazijnmedewerker). Het salaris bedraagt € 1.956,05 bruto per maand inclusief vakantietoeslag bij een 36-urige werk-week. 2. [verzoekende partij] legt aan haar verzoek, kort samengevat, de volgende stellingen ten grond-slag. Haar omzet is drastisch teruggelopen. Verkocht zij in het verleden 1,1 miljoen trekhaken, in 2009 is een daling geprognosticeerd tot 750.000 stuks. Eerder genomen maatregelen om de kosten te beperken hebben onvoldoende resultaat gehad. Zij heeft daarom in maart van dit jaar besloten, met instemming van de OR, van 17 medewer-kers afscheid te nemen. Vijftien van de zeventien medewerkers hebben het bedrijf met ingang van 1 juni 2009 verlaten. Ten aanzien van twee medewerkers, waaronder [verwerende partij], is een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Het andere ontbindingsver-zoek zal medio augustus worden behandeld. 3. [verwerende partij] voert, kort samengevat, het volgende aan. Op [datum in 2009] is [verwerende partij] door ziekte uitgevallen. [verzoekende partij] heeft geen re-integratie-inspanningen verricht. Hij wordt in geval van beëindiging van het dienstver-band onevenredig zwaar getroffen. [verzoekende partij] heeft uitzendkrachten te werk gesteld. Er is geen sprake van verlies, maar slechts van een lagere winst. [verwerende partij] is breed inzetbaar in de onderneming. 4. De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek houdt geen verband met enig opzegverbod. [verwerende partij] is weliswaar nog steeds ziek, maar het verzoek tot ontbinding berust geheel op verslechterde bedrijfseconomische omstandigheden. [verzoekende partij] heeft onbestreden gesteld dat haar omzet sterk is teruggelopen. Bij een verminderde omzet past min of meer vanzelfsprekend een vermindering van het personeelsbe-stand; de hoeveelheid werk is immers afgenomen. Een reorganisatie van het personeelsbestand kan ook plaatsvinden als (nog) geen sprake is van verlies; een verstandige ondernemer laat omzet en kosten in de pas lopen. Overigens heeft [ver-zoekende partij] ter zitting onweersproken gesteld dat na aftrek van rente en belastingen wel sprake is van een verliessituatie. 5. Tijdens de zitting is gebleken dat [verzoekende partij] thans vijf uitzendkrachten fulltime in de afdeling productie te werk heeft gesteld en dat medewerkers van die afdeling hand- en span-diensten verlenen aan magazijnmedewerkers. Volgens [verzoekende partij] is sprake van een seizoensgebonden opleving van de vraag naar trekhaken. In augustus zal die vraag afnemen, zo verwacht [verzoekende partij]. Voorts heeft [verzoekende partij] erop gewezen dat de functie van [verwerende partij] en de functie van productiemedewerker niet uitwisselbaar zijn en dat uitzendkrachten elk moment weggestuurd kunnen worden indien de hoeveelheid werkzaamhe-den daartoe aanleiding geeft. 6. Onweersproken is door [verwerende partij] gesteld dat hij in het verleden ook met enige regel-maat eenvoudige productiewerkzaamheden (het inpakken van producten) heeft verricht. [ver-zoekende partij] heeft onweersproken gesteld dat de functies in de productie en in het magazijn niet uitwisselbaar zijn, maar waar het om gaat is de vraag of [verwerende partij], evenals in het verleden soms het geval is geweest, ook nu in de productie te werk kan en behoort te worden gesteld, met name ten behoeve van het inpakken van producten. Op [verzoekende partij] rust immers de plicht [verwerende partij] zo mogelijk te herplaatsen. In het onderhavige geval is de situatie feitelijk zo, dat [verzoekende partij] de ontbinding ver-zoekt van het dienstverband met [verwerende partij], hoewel [verwerende partij] bereid en (mits genezen) in staat is (ook) productiewerkzaamheden te verrichten, [verzoekende partij] ten be-hoeve van de productie maar liefst vijf fulltime uitzendkrachten heeft aangenomen en produc-tiemedewerkers (soms) assistentie verlenen in het magazijn. Het verzoek moet daarom stranden. 7. Ten tijde van de adviesaanvraag aan de OR en het besluit tot reorganisatie waren de omstandig-heden onweersproken zodanig dat tot afvloeiing van in totaal 17 werknemers is besloten, maar inmiddels is de situatie in elk geval tijdelijk (zomerseizoen) zodanig verbeterd dat het verzoek tot ontbinding, althans op dit moment, behoort te worden afgewezen: er is meer vraag naar trek-haken en daarom meer werk waarvoor [verwerende partij] (mits hersteld) kan worden ingezet. De omstandigheid dat [verwerende partij] thans wegens ziekte niet in staat is te werken mag bij dit alles geen rol spelen, omdat de ontbinding anders (mede) op de ziekte van [verwerende par-tij] zou worden gebaseerd. [verwerende partij] heeft overigens onweersproken gesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid thans afneemt. 8. [verzoekende partij] dient als verliezende partij in de proceskosten te worden veroordeeld. De beslissing De kantonrechter: 1. wijst het verzoek af; 2. veroordeelt [verzoekende partij] in de proceskosten tot op heden aan de kant van [verwerende partij] begroot op € 400,00 wegens salaris gemachtigde. Gegeven door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier uitgesproken in de openbare terechtzitting van 7 juli 2009.