Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ3313

Datum uitspraak2009-02-04
Datum gepubliceerd2009-07-22
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers59472/ HA ZA 07-427
Statusgepubliceerd


Indicatie

Nadat eind 2002/begin 2003 al een dergelijke overeenkomst was gesloten tussen SKVO en Stoas (rechtsvoorganger van Caesar), is op 16 december 2005 tussen SKVO met Pendula B.V., rechtsopvolger van Stoas en rechtsvoorganger van Caesar – hierna alle genoemd: Caesar – een (nieuwe) overeenkomst gesloten op grond waarvan SKVO tegen betaling het recht verkreeg op het gebruik van het leerling informatiesysteem Pen-Suite. De gebruiksovereenkomst bevat onder meer de navolgende bepaling: “Het contract wordt per 1 januari 2006 aangegaan respectievelijk voortgezet voor de periode van 1 jaar en derhalve eindigend per 31 december van ieder kalenderjaar. Het contract wordt geacht stilzwijgend te zijn verlengd onder dezelfde voorwaarden, tenzij de overeenkomst uiterlijk 4 maanden voor het einde van ieder kalenderjaar schriftelijk per aangetekend schrijven door een van partijen is opgezegd.” 2.2. Op 22 september 2006 schrijft Caesar aan de gebruikers van Pen-Suite (waaronder SKVO): “Ondanks grote inspanningen en investeringen onzerzijds is het duidelijk geworden dat ook Pen Suite nog steeds niet alle functionaliteit bezit die destijds door Stoas aan de klanten is toegezegd. (…) In dat kader komt de marktpositie van Pen Suite ook in beeld. (…) De overname van de activiteiten van Pendula betekent concreet dat Pen-suite zeker tot en met 2007 ondersteund zal blijven worden. De helpdesk en support worden door de (oud)medewerkers van Pendula uitgevoerd zoals u het afgelopen schooljaar gewend was. Er zijn namelijk vijf medewerkers van Pendula bij Simac Iosys in dienst getreden. Simac Iosys neemt per 1 oktober 2006 de contracten over. De licentiekosten voor Pen-suite zullen wij voor de periode dat Pen-suite door ons wordt onderhouden niet wijzigen.” 2.4. Op 29 januari 2007 heeft Caesar aan SKVO een factuur gezonden betreffende het gebruik van Pen-Suite over het jaar 2007, ter hoogte van € 12.877,17 incl. BTW, te betalen binnen 15 dagen na factuurdatum. Ondanks sommatie heeft SKVO de factuur onbetaald gelaten.


Uitspraak

Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDELBURG 59472 / HA ZA 07-427 zaaknummer / rolnummer: 59472 / HA ZA 07-427 Vonnis van 4 februari 2009 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CAESAR EXPERTS B.V., gevestigd te Utrecht, eiseres, advocaat : mr. C.J. IJdema te Middelburg, tegen de stichting STICHTING KATHOLIEK VOORTGEZET ONDERWIJS HULST, gevestigd te Hulst, gedaagde, advocaat: mr. K.P.T.G. Flos te Middelburg. Partijen zullen hierna Caesar en SKVO genoemd worden. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit: het tussenvonnis van 19 december 2007 het proces-verbaal van comparitie van 20 maart 2008 de conclusie van repliek de conclusie van dupliek akte overlegging productie antwoordakte uitlating productie. Ten slotte is vonnis bepaald. De feiten Nadat eind 2002/begin 2003 al een dergelijke overeenkomst was gesloten tussen SKVO en Stoas (rechtsvoorganger van Caesar), is op 16 december 2005 tussen SKVO met Pendula B.V., rechtsopvolger van Stoas en rechtsvoorganger van Caesar – hierna alle genoemd: Caesar – een (nieuwe) overeenkomst gesloten op grond waarvan SKVO tegen betaling het recht verkreeg op het gebruik van het leerling informatiesysteem Pen-Suite. De gebruiksovereenkomst bevat onder meer de navolgende bepaling: “Het contract wordt per 1 januari 2006 aangegaan respectievelijk voortgezet voor de periode van 1 jaar en derhalve eindigend per 31 december van ieder kalenderjaar. Het contract wordt geacht stilzwijgend te zijn verlengd onder dezelfde voorwaarden, tenzij de overeenkomst uiterlijk 4 maanden voor het einde van ieder kalenderjaar schriftelijk per aangetekend schrijven door een van partijen is opgezegd.” 2.2. Op 22 september 2006 schrijft Caesar aan de gebruikers van Pen-Suite (waaronder SKVO): “Ondanks grote inspanningen en investeringen onzerzijds is het duidelijk geworden dat ook Pen Suite nog steeds niet alle functionaliteit bezit die destijds door Stoas aan de klanten is toegezegd. (…) In dat kader komt de marktpositie van Pen Suite ook in beeld. (…) Een aantal scenario’s is de revue gepasseerd, wat uiteindelijk heeft geleid tot verkennende gesprekken met Simac Iosys. Simac Iosys exploiteert het pakket @VO waarmee momenteel circa 350.000 leerlingen in het Voortgezet Onderwijs worden geadministreerd. Simac Iosys is een volle dochter van het beursgenoteerde Simac Techniek. Onder het concept Simac Onderwijs wordt naast @VO een uitgebreid pakket producten en diensten aangeboden zoals presentieregistratie, elektronische documentenverwerking en complete ICT-infrastructuren. Wij willen graag op korte termijn persoonlijk met u spreken over de toekomst van pen Suite. (…)”. 2.3. Op 28 september 2006 vindt de in voormelde brief genoemde bijeenkomst met gebruikers van Pen-Suite plaats. Op 2 oktober 2006 ontvangen die gebruikers – waaronder SKVO – een brief van Simac Iosys. Onder meer schrijft Simac Iosys: “De overname van de activiteiten van Pendula betekent concreet dat Pen-suite zeker tot en met 2007 ondersteund zal blijven worden. De helpdesk en support worden door de (oud)medewerkers van Pendula uitgevoerd zoals u het afgelopen schooljaar gewend was. Er zijn namelijk vijf medewerkers van Pendula bij Simac Iosys in dienst getreden. Simac Iosys neemt per 1 oktober 2006 de contracten over. De licentiekosten voor Pen-suite zullen wij voor de periode dat Pen-suite door ons wordt onderhouden niet wijzigen.” 2.4. Op 29 januari 2007 heeft Caesar aan SKVO een factuur gezonden betreffende het gebruik van Pen-Suite over het jaar 2007, ter hoogte van € 12.877,17 incl. BTW, te betalen binnen 15 dagen na factuurdatum. Ondanks sommatie heeft SKVO de factuur onbetaald gelaten. Het geschil Caesar vordert dat de rechtbank SKVO bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling aan haar van € 12.877,17, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 februari 2007 tot aan de dag der algehele voldoening, en van € 904,-- ter zake van buitengerechtelijke kosten, eveneens te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 18 september 2007 tot aan de dag der algehele voldoening. 3.2. Caesar baseert haar vordering op de onder 2.1 weergegeven overeenkomst. Caesar stelt dat zij steeds haar verplichtingen is nagekomen; van SKVO heeft zij over Pen-Suite en de door haar verrichte dienstverlening nooit klachten ontvangen. Juist is dat zij een volgende stap in de ontwikkeling van Pen-Suite niet zelfstandig kon maken, maar daartoe had zij zich jegens SKVO ook niet verbonden. Caesar heeft het contract niet aan Simac Iosys overgedragen; overdracht is wel overwogen maar niet doorgegaan omdat gebruikers van Pen-Suite zich daartegen verzetten. Zonder medewerking van SKVO is contractsovername juridisch niet mogelijk. Wel is de ondersteuning en het onderhoud van Pen-Suite vanaf 1 oktober 2006 voor Caesar door Simac Iosys verricht (waartoe medewerkers van Caesar naar Simac Iosys zijn overgegaan), tegen dezelfde prijs, kwaliteit en condities als daarvoor. SKVO kon op dezelfde wijze de software blijven gebruiken. Caesar is aldus haar verplichtingen – het verschaffen van een licentie voor het gebruik van Pen-Suite, onderhoud van het systeem en ondersteuning aan de gebruikers – blijven nakomen. Door de uitbesteding aan Simac Iosys zijn de belangen van SKVO niet geschaad. Het contact met Simac Iosys is medio september 2006 ontstaan, op 26 september 2006 is overeenstemming bereikt en direct daarop zijn de scholen geïnformeerd; hen is niet doelbewust een opzegtermijn ontnomen. De overeenkomst is nooit (op de voorgeschreven wijze) opgezegd en evenmin ontbonden; de door SKVO genoemde brief van 4 oktober 2006 heeft Caesar nooit ontvangen. Een brief van 24 oktober 2006 kent zij niet – de door SKVO overgelegde brief is niet aan haar (Caesar) gericht. Nu geen contractsovername heeft plaatsgevonden en er geen gebreken waren in de dienstverlening aan SKVO, was er ook geen grond voor ontbinding. 3.3. SKVO voert verweer. Zij stelt primair dat Caesar op 1 oktober 2006 feitelijk alle verplichtingen uit de overeenkomst aan Simac Iosys heeft overdragen en aldus de overeenkomst heeft overgedragen. Er was sprake van meer dan uitbesteding van werk; dat blijkt ook uit de onder 2.3 geciteerde brief. Een en ander is zonder medewerking van SKVO – en dus in strijd met art. 6:159 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) – gebeurd; aldus is feitelijk het contract overgedragen (waardoor Caesar geen contractspartij meer is) maar is tussen SKVO en Simac Iosys geen contractuele binding ontstaan. In wezen heeft Caesar aldus zelf het contract ontbonden. Zij kan dan geen nakoming van SKVO meer vorderen. Subsidiair stelt SKVO dat zij de overeenkomst heeft beëindigd door toezending aan Caesar op 4 oktober 2006 (twee dagen na de onder 2.3 geciteerde brief van Caesar) van een brief waarin zij de overeenkomst ontbindt. Voorts heeft zij bij brief van 24 oktober 2006 Simac Iosis (wier wetenschap aan Caesar kan worden toegerekend) van de ontbinding op de hoogte gesteld. Grond voor de ontbinding was de overname van het contract door een door SKVO niet gewenste partij. Door de wijze van bekendmaking – en met name de tijdsplanning daarvan – van voornoemde veranderingen door Caesar werd SKVO de mogelijkheid om met inachtneming van de overeengekomen termijn op te zeggen ontnomen. SKVO stelt ook ontevreden te zijn geweest over het product; Caesar kende die ontevredenheid; zij sprak zelf over het feit dat Pen Suite niet alle functionaliteit bezat die zij had toegezegd. Overigens was die ontevredenheid niet de grond voor de ontbinding. Na 1 januari 2007 heeft Caesar geen werkzaamheden meer verricht uit hoofde van het contract; het is dan in strijd met de redelijkheid en billijkheid om nog betaling op basis van dat contract te vragen. SKVO verzoekt tenslotte – als zij toch moet betalen – matiging. De beoordeling De vraag die eerst moet worden beantwoord is of Caesar op 1 oktober 2006 de tussen partijen gesloten overeenkomst aan Simac Iosys heeft overgedragen in de zin van art. 6:159 BW. Caesar stelt dat dat niet het geval is, SKVO meent van wel, zij het dat daarbij niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. 4.2. Contractsoverneming – geregeld in art. 6:159 BW – is ook zelf een overeenkomst. Overneming vindt plaats doordat de oorspronkelijke contractanten en de partij die de overeenkomst van één van die contractanten overneemt dat gezamenlijk overeenkomen. Als één van de partijen, betrokken bij de voorgenomen overneming, niet met de overneming instemt, komt er geen overeenkomst tot overneming tot stand (immers, een overeenkomst komt slechts bij wilsovereenstemming tot stand). De oorspronkelijke partijen blijven dan partij bij de overeenkomst. Als één van die oorspronkelijke partijen ondanks het ontbreken van wilsovereenstemming over de overneming van het contract toch rechten en verplichtingen aan de beoogde contractsovernemer overdraagt, dan kan hij daarmee onder omstandigheden tekortkomen jegens zijn oorspronkelijke contractspartner, maar hij brengt daarmee geen contractsoverneming tot stand. 4.3. Het vorenstaande leidt ertoe dat de stelling van SKVO dat feitelijk sprake was van contractsoverneming in de zin van art. 6:159 BW niet kan worden gevolgd. Er is evenmin sprake van een ontbinding van de overeenkomst door Caesar in de zin als door SKVO aangevoerd. Voor zover SKVO haar verweer op deze stellingen heeft gebaseerd, moet het worden verworden. 4.4. Een en ander staat er niet aan in de weg dat Caesar doordat zij de feitelijke uitvoering van haar verplichtingen aan een derde – in dit geval Simac Iosys – heeft uitbesteed, mogelijk in de nakoming van haar verplichtingen is tekortgekomen. Op die stelling baseert SKVO haar subsidiaire verweer. Van tekortkoming is zonder meer sprake, wanneer het voor een juiste feitelijke uitvoering noodzakelijk was dat Caesar dat zelf deed. Dat daarvan sprake was, is gesteld noch gebleken. Voorts kan van tekortkoming sprake zijn, als Caesar (immers nog contractspartner) er geen zorg (meer) voor droeg dat de feitelijke uitvoering door Simac Iosys plaatsvond op de wijze als tussen SKVO en Caesar overeengekomen (en waarop SKVO dus mocht rekenen). Dat dat het geval was, is niet evenmin gesteld. Gesteld is alleen dat al voordat de feitelijke uitvoering aan Simac Iosys werd overgedragen, er klachten waren over die uitvoering. En SKVO stelt voorts uitdrukkelijk dat zij de ontbinding van de overeenkomst niet op die grond baseert. Een en ander brengt met zich mee dat van een tekortkoming aan de kant van Caesar geen sprake was en dat SKVO ontbinding van de overeenkomst heeft ingeroepen op gronden die een ontbinding niet rechtvaardigden. De overeenkomst is – nu Caesar zich daar voorts tegen heeft verzet – dan ook niet ontbonden; in het midden kan dan blijven of Caesar de brief van 4 oktober 2006 heeft ontvangen. 4.5. Nu voorts vast staat dat de overeenkomst niet op de in de overeenkomst zelf geregelde wijze is opgezegd - SKVO stelt overigens ook niet dat dat wel zo zou zijn – staat vast dat de overeenkomst tussen partijen voor het jaar 2007 is blijven bestaan, en dat partijen derhalve voor dat jaar hun verplichtingen over en weer dienden na te komen. Niet betwist is dat SKVO gedurende 2007 de mogelijkheid had om van Pen-Suite gebruik te maken en desgewenst ondersteuning van Caesar (al dan niet feitelijk uitgevoerd door Simac Iosys) te verkrijgen. Zij heeft die mogelijkheid niet benut. Dat ontslaat haar niet van haar verplichting voor het jaar 2007 de overeengekomen vergoeding te betalen. Gelet op een en ander kan niet worden gezegd dat de redelijkheid en billijkheid gebeid dat het gevorderde bedrag dient te worden gematigd. 4.6. Het vorenstaande leidt tot ertoe dat de vordering van Caesar tot betaling van de hoofdsom zal worden toegewezen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. Caesar heeft onvoldoende onderbouwd dat zij die kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat zij betrekking hadden op werkzaamheden die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van het schikkingsvoorstel, het inwinnen van informatie of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. 4.7. Als de in het ongelijk gestelde partij zal SKVO worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze kosten worden aan de zijde van Caesar begroot op: - vast recht: € 305,-- - salaris advocaat € 1.356,-- (3,0 x tarief II, € 452,--) Totaal: € 1.661,-- De beslissing De rechtbank veroordeelt SKVO om aan Caesar te betalen een bedrag van € 12.877,17, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in art. 6: 119a BW over dat bedrag vanaf 14 februari 2007 tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt SKVO in de kosten van dit geding, aan de zijde van Caesar tot op heden begroot op € 1.661,--; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2009.