Jurisprudentie
BJ2941
Datum uitspraak2009-07-15
Datum gepubliceerd2009-07-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460497-08, 06/850270-08, 06/800290-09 en 06/460184-07 (tul)
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460497-08, 06/850270-08, 06/800290-09 en 06/460184-07 (tul)
Statusgepubliceerd
Indicatie
Ontslag van alle rechtsvervolging terzake diverse diefstallen, vernielingen en overtreding Wegenverkeerswet 1994. Verdachte wordt ontoerekeningsvatbaar geacht. opname in een psychiatrisch ziekenhuis voorziet onvoldoende in de nehandeling van de problematiek van verdachte en inde bescherming van de samenleving tegen verdachte. De rechtbank gelast daarom terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/460497-08, 06/850270-08, 06/800290-09 en 06/460184-07 (tul)
Uitspraak d.d.: 15 juli 2009
Tegenspraak / dip/oip/oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1986],
verblijvende in de PI Vught te Vught.
Raadsman: mr. E.A.C. Sandberg
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
8 januari, 3 april en 1 juli 2009.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting van 3 april 2009 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/460497-08, 06/850270-08 en 06/800290-09 tegen verdachte aangebrachte zaken.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 06/460497-08
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 augustus 2008 tot en met 13 augustus
2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een bedrijfspand heeft weggenomen een laptop, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A] en/of
[Tandartsenpraktijk], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 23 augustus 2008 te Ulft, althans in de gemeente Oude
IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een portemonnee ( onder meer inhoudende een ID kaart en/of een OV
begeleiderskaart en/of een Menzis-zorgpas en/of een geldbedrag), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer B], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte;
(incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juni 2008
tot en met 24 september 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, (telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand
(gelegen aan [adres A]) heeft weggenomen (respectievelijk)
- een geldkist (onder meer inhoudende circa 3000 Euro, althans een
geldbedrag) en/of een (digitale) fotocamera en/of een
bankschroef/magneetblok en/of (een) kentekenbewijs/-bewijzen deel III (voor
bedrijfsauto's met de kentekens [kenteken A] , [kenteken B], [kenteken C] en [kenteken D])
en/of een vrijwaringsbewijs (voor het kenteken [kenteken E]) en/of een of meer
andere goed(eren) en/of
- een kluis (onder meer inhoudende circa 200 Euro, althans een geldbedrag),
(telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [naam]
B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(incident 2, incident 8)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de nacht van 23 september 2008 tot en met 24 september
2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een supermarkt heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten
en/of shag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer D] en/of [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(incident 7)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 10 juli 2008 te Terborg, althans in de gemeente Oude
IJsselstreek, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij
rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van
motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was
ontzegd, op de weg, de Ettensestraat, een motorrijtuig, (tweewielige
bromfiets), heeft bestuurd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 9 lid 1 Wegenverkeerswet 1994
6.
hij op of omstreeks 10 juli 2008 te Ulft, althans in de gemeente Oude
IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een fiets (merk Union), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 10 juli 2008 te Ulft, althans in de gemeente Oude
IJsselstreek, opzettelijk en wederrechtelijk een deur (van een verhoorkamer),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie Noord- en
Oost-Gelderland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 06/850270-08
1.
hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2008 tot en met 18 januari 2008
te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met (een)
ander(en) , althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning ( [perceel A])en/of in/uit een bij die woning
behorende schuur heeft weggenomen
- (een) sleutel(s) en/of twee/een (leren) jas(sen) en/of een televisie en/of
een computer met flatscreen en/of een printer en/of een WII spelcomputer en/of
een mobiele telefoon (merk Nokia) en/of een digitale foto/filmcamera en/of een
(gouden) ketting en/of armband en/of ring en/of een digitale antenne voor de
televisie en/of een koptelefoon en/of een telefoon (voor de vaste aansluiting)
en/of een navigatiesysteem (in hoes) en/of een kentekenbewijs deel III (voor
Peugeot Zenith) en/of
- een DVD speler en/of (een) pyama('s) en/of
- twee/een paar schoenen en/of een laptop en/of een versterker en/of een
Playstation 3 en/of (een) beeld(en) en/of een DVD speler en/of
- (een) Xbox-spel(len) en/of (een) joystick(s) en/of een webcam en/of een
microfoon en/of een versterker en/of
- een scooter/bromfiets ,
en/of een of meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer F] en/of aan [slachtoffer G] en/of [slachtoffer H], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs hebben/heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
hun/zijn bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak, verbreking ,
(een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2008 tot en met 18 januari 2008
te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
twee/een stoel(en) (behorend bij een bankstel) en/of een aantal
(eetkamer)stoel(en) en/of een tafel(blad) en/of ander meubilair en/of een muur
en/of een kamerdeur en/of een dekbed en/of (het hoofdeinde van ) een bed en/of
vloerbedekking, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer F] en/of aan [slachtoffer G] en/of aan [slachtoffer H], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(incident 2)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 07 februari 2008 te Ulft,
gemeente Oude IJsselstreek, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning ([perceel B]) heeft weggenomen (in
totaal) twee/ een computerbeeldscherm(en) en/of
twee/een laptop(s) (in tas) en/of twee/een DVD speler(s) en/of een mobiele
telefoon en/of een pc en/of een fotocamera en/of een scanner,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer I], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking,(een) valse sleutel(s) en/of
inklimming;
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 23 februari 2008 tot en met 24 februari
2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning ([perceel C]) heeft weggenomen
twee/een sinaasappel(s) en/of twee/een flesje(s) bier , althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer J], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 juni 2008
tot en met 20 augustus 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([perceel D])
heeft weggenomen
- een koffiezetapparaat (merk Senseo) en/of een aantal zak(ken) coffeepads
en/of (een) zwaard(en) en/of een aantal DVD('s) en/of twee/een aansteker(s)
en/of twee/een knikkerzakje(s) en/of een aantal knikker(s) en/of een
hoeveelheid groenten en/of een hoeveelheid levensmiddelen en/of een
(heren)horloge (merk Casio) en/of twee/een koffiekopje(s)en/of een theeglas
en/of (meisjes)kleding en/of (een) parfum(s) en/of een (gouden) (trouw)ring
en/of een (gouden) ketting en/of (een) ander(e) siera(a)d(en) en/of een
Playstation en/of een hoeveelheid speelgoed en/of (een) handdoek(en) en/of een
spaarpot (inhoudende ongeveer 750 Euro, althans een geldbedrag) en/of een
hoeveelheid shampoo en/of cremespoeling en/of scheermesjes en/of
computerapparatuur en/of software en/of (een) kantoorartikel(en) en/of (een)
telefoon(s) met headset(s) en/of (een) sleutel(s) en/of (een) bankpas(sen)
en/of
- een aantal dozen en/of kratten (onder meer inhoudende kleding en/of horloges
en/of speelgoed) en/of een blik (inhoudende circa 5000 Euro, althans een
geldbedrag) en/of een blikje met weed en/of een of meer ander(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan (zijn zus) [slachtoffer K], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking, (een) valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 9, incident 10)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 06/800290-09
hij op of omstreeks 27 september 2008 te 's-Gravenhage opzettelijk en
wederrechtelijk een (voor)deur (van een woning), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer L] en/of [woningbouwvereniging], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar
opzettelijk en wederrechtelijk tegen die deur te schoppen en/of te trappen
en/of te slaan;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting naar voren gebracht dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte ter zake van het onder feit 5 van parketnummer 06/850270-08 ten laste gelegde. Bij de stukken ontbreekt de klacht. Niet gebleken is dat daarover nog contact is geweest met de klachtgerechtigde.
De raadsman heeft ten aanzien van dit feit op dezelfde grond de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie bepleit.
De rechtbank overweegt dat verdachte onder het in feit 5 van parketnummer 06/850270-08 ten laste gelegde wordt verweten dat hij in de woning van zijn zus heeft ingebroken en goederen heeft meegenomen. Gelet op artikel 316, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht vindt vervolging van een bloedverwant in de tweede graad van de zijlinie ter zake van diefstal, alleen plaats op een tegen hem gerichte klacht van degene tegen wie het misdrijf is gepleegd. De klachttermijn neemt gelet op artikel 316, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht een aanvang op de dag nadat de identiteit van de verdachte aan de tot de klachtgerechtigde bekend werd. Uit de stukken blijkt niet dat de klachtgerechtigde is gehoord, nadat de identiteit van de verdachte bekend werd.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de benodigde klacht met betrekking tot het onder feit 5 van parketnummer 06/850270-08 ten laste gelegde ontbreekt. De rechtbank zal het Openbaar Ministerie daarom niet ontvankelijk verklaren in de vervolging van dit feit.
De bewijsmotivering
Parketnummer 06/460497-08
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle feiten.
Standpunt van de raadsman van verdachte
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Bewijsmiddelen feiten 1 tot en met 4
De bewezenverklaring van deze feiten is gebaseerd op1:
- feit 1: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 77) en de aangifte van
[slachtoffer A] (pagina 73);
- feit 2: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 86) en de aangifte van
[slachtoffer A] (pagina 80);
- feit 3: de bekennende verklaring van verdachte (pagina’s 60, 61,123 en 124) en de aangiftes van respectievelijk [slachtoffer C] (pagina’s 44 en 45) en [naam] (pagina 115);
- feit 4: de bekennende verklaring van verdachte (pagina’s 102 en 103) en de aangifte van [slachtoffer D] (pagina’s 94 en 95).
Bewijsmiddelen feiten 5 tot en met 7
De bewezenverklaring van deze feiten is gebaseerd op2:
- feit 5: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 29), het proces-verbaal Wegenverkeerswet (pagina 21), het vonnis van de politierechter te Zutphen van 22 mei 2006 en een uitdraai met betrekking tot de ontzegging (CRB) betreffende verdachte;
- feit 7: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 46) en de aangifte van
S. Nunnikhoven (pagina 43).
Feit 6 acht de rechtbank eveneens bewezen. Aangever [slachtoffer E] heeft verklaard3 dat hij op 10 juli 2008 op het schoolplein van de Wesenthorst in Ulft stond te praten. Hij zag dat verdachte kwam aanrennen en hij hoorde dat verdachte zei dat hij net was ontsnapt en een fiets nodig had. Aangever zag dat verdachte zijn fiets pakte. Hij heeft tegen verdachte gezegd dat hij de fiets moest laten staan, waarop verdachte zei dat hij er snel vandoor moest. Verdachte is vervolgens op de fiets weggereden. De verklaring van [slachtoffer E] wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige]. [getuige] heeft verklaard4 dat zij op 10 juli 2008 op het schoolplein stond te praten met onder meer [slachtoffer E]. Ze zag dat verdachte aan kwam rennen en ze hoorde dat hij zei dat hij net bij de politie was ontsnapt en een fiets nodig had. Hij pakte de fiets van [slachtoffer E], waarop [slachtoffer E] zei dat hij de fiets maar beter kon laten staan. Verdachte gaf daaraan geen gehoor en fietste weg. Ze hoorde dat [slachtoffer E] nog tegen verdachte riep dat hij zijn fiets nodig had en dat hij zijn fiets terug wilde.
Hoewel verdachte heeft verklaard dat hij de fiets wilde lenen, is de rechtbank van oordeel dat sprake is van diefstal nu verdachte geen toestemming kreeg van de rechthebbende om de fiets mee te nemen.
Parketnummer 06/850270-08
De bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 4 is gebaseerd op5:
- feit 1: de bekennende verklaring van verdachte (pagina’s 62 en 63) en de aangifte van [slachtoffer F] (pagina’s 33 tot en met 39);
- feit 2: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 63) en de aangifte van
[slachtoffer F] (pagina 34);
- feit 3: de bekennende verklaring van verdachte (pagina’s 77 en 79) en de aangifte van [slachtoffer I] (pagina’s 69, 71 en 72);
- feit 4: de bekennende verklaring van verdachte (pagina 92) en de aangifte van
[slachtoffer J] (pagina 83);
Parketnummer 06/800290-09
De bewezenverklaring van dit feit is gebaseerd op6 de bekennende verklaring van verdachte (pagina 12) en de aangifte van [slachtoffer L] (pagina 5).
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde van parketnummer 06/460497-08, het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde van parketnummer 06/850270-08 en het ten laste gelegde van parketnummer 06/800290-09 heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 06/460497-08
1.
hij in de periode van 12 augustus 2008 tot en met 13 augustus 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand heeft weggenomen een laptop toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [Tandartsenpraktijk], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2.
hij op 23 augustus 2008 te Ulft met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee onder meer inhoudende een ID kaart en een OV begeleiderskaart en een Menzis-zorgpas en een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer B];
3.
hij op tijdstippen in de periode van 28 juni 2008 tot en met 24 september 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand gelegen aan [adres A] heeft weggenomen respectievelijk
- een geldkist (onder meer inhoudende een geldbedrag) en een digitale fotocamera en
kentekenbewijzen deel III (voor bedrijfsauto's met de kentekens [kenteken A] , [kenteken B],
[kenteken C] en [kenteken D]) en een vrijwaringbewijs (voor het kenteken [kenteken E]) en/of
een of meer andere goederen en
- een kluis inhoudende een geldbedrag,
telkens toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [naam] B.V., waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
4.
hij in de nacht van 23 september 2008 tot en met 24 september 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een supermarkt heeft weggenomen een hoeveelheid sigaretten en/of shag toebehorende aan [slachtoffer D] en/of [supermarkt], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
5.
hij op 10 juli 2008 te Terborg, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Ettensestraat, een motorrijtuig, (tweewielige
bromfiets), heeft bestuurd;
6.
hij op 10 juli 2008 te Ulft met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een fiets (merk Union), toebehorende aan [slachtoffer E];
7.
hij op 10 juli 2008 te Ulft opzettelijk en wederrechtelijk een deur van een verhoorkamer,
toebehorende aan Politie Noord- en Oost-Gelderland, heeft beschadigd;
Parketnummer 06/850270-08
1.
hij in de periode van 17 januari 2008 tot en met 18 januari 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([perceel A]) en/of uit een bij die woning behorende schuur heeft weggenomen
- sleutels en twee leren jassen en een televisie en een computer met flatscreen en een printer
en een WII spelcomputer en een mobiele telefoon (merk Nokia) en een digitale
foto/filmcamera en een gouden ketting en armband en ring en een digitale antenne voor de
televisie en een koptelefoon en een telefoon (voor de vaste aansluiting) en een
navigatiesysteem in hoes en een kentekenbewijs deel III (voor Peugeot Zenith) en
- een DVD speler en pyjama’s en
- twee paar schoenen en een laptop en een versterker en een Playstation 3 en beelden en een
DVD speler en
- Xbox-spellen en joysticks en een webcam en een microfoon en een versterker en
- een scooter/bromfiets,
en/of een of meer andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer F] en/of aan [slachtoffer G] en/of [slachtoffer H], waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs hebben verschaft door middel van (een) valse sleutel(s);
2.
hij in de periode van 17 januari 2008 tot en met 18 januari 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk
twee stoelen behorend bij een bankstel en een aantal eetkamerstoelen en een tafelblad en een muur en een kamerdeur en een dekbed en het hoofdeinde van een bed en vloerbedekking, toebehorende aan [slachtoffer F] en/of aan [slachtoffer G] en/of aan [slachtoffer H], heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op tijdstippen op 7 februari 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([perceel B]) heeft weggenomen in totaal twee computerbeeldschermen en twee laptops in tas en twee DVD spelers en een mobiele telefoon en een pc en een fotocamera en een scanner, toebehorende aan [slachtoffer I], waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en/of inklimming;
4.
hij in de periode van 23 februari 2008 tot en met 24 februari 2008 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([perceel C]) heeft weggenomen twee sinaasappels en twee flesjes bier, toebehorende aan [slachtoffer J], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door
middel van braak en inklimming;
Parketnummer 06/800290-09
hij op 27 september 2008 te 's-Gravenhage opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur van een woning, toebehorende aan [slachtoffer L] en/of [woningbouwvereniging], heeft
vernield en/of beschadigd door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk tegen die deur te schoppen en/of te trappen.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Parketnummer 06/460497-08
Feit 1:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feiten 2 en 6:
Diefstal.
Feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd.
Feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Feit 5:
Overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Feit 7:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen.
Parketnummer 06/850270-08
Feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel.
Feit 2:
Medeplegen van het opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken.
Feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
en
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
Feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door
middel van braak en inklimming.
Parketnummer 06/800290-09
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en/of beschadigen.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent de persoon van verdachte is een multidisciplinair onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport gedateerd 19 februari 2009, opgemaakt door
H.E.M. van Beek, psychiater, en in een rapport gedateerd 13 maart 2009, opgemaakt door drs. B.Y. van Toorn, GZ-psycholoog. Op verzoek van de rechtbank heeft Van Beek voornoemd een aanvullend rapport opgesteld gedateerd 11 mei 2009. Van Toorn voornoemd heeft een aanvullend rapport opgesteld gedateerd 9 mei 2009.
Beide deskundigen achten verdachte ontoerekeningsvatbaar. In zijn aanvullend rapport van 9 mei 2009 heeft Van Toorn dit genuanceerd. Volgens hem is niet goed meer te beoordelen in hoeverre bij verdachte in de periode januari/februari 2008 het contact met de werkelijkheid was verstoord. Het planmatig handelen van verdachte duidt nog op enig vermogen om het gedrag te sturen en controleren. Alles in aanmerking nemend komt Van Toorn tot de conclusie dat verdachte ontoerekeningsvatbaar dan wel op zijn minst sterk verminderd toerekeningsvatbaar was, voor zover sprake was van planmatig handelen.
De rechtbank kan zich verenigen met de conclusies dat verdachte ontoerekeningsvatbaar is en is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Opleggen van maatregel
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot ontoerekeningvatbaarheid van verdachte en heeft vervolgens gevorderd verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen. Zij heeft hiertoe betoogd dat verdachte ondanks langdurig gebruik van antipsychotica psychotisch blijft en dat zijn problematiek vraagt om een langdurige behandeling. De algemene veiligheid van goederen vereist de maatregel van terbeschikkingstelling.
De raadsman heeft eveneens geconcludeerd tot ontoerekeningsvatbaarheid van zijn cliënt en ontslag van alle rechtsvervolging. Vervolgens heeft hij de opname van zijn cliënt in een psychiatrisch ziekenhuis bepleit. Hij ziet wel mogelijkheden voor behandeling van zijn cliënt na het verstrijken van de maximale opname termijn. De raadsman heeft als argumenten tegen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging aangevoerd dat zijn cliënt niet gewelddadig is en geen groot gevaar voor de maatschappij vormt. Het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling kan voor zijn cliënt betekenen dat hij levenslang wordt opgesloten.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de hem ten laste gelegde diefstallen, vernielingen en overtreding van de Wegenverkeerswet 1994. Ook zijn alle ter informatie gevoegde diefstallingen, pogingen tot diefstal en vernielingen door hem erkend. Verdachte heeft zich telkens in betrekkelijk korte tijd schuldig gemaakt aan veel vermogensdelicten. Hij heeft hiermee veel schade en overlast veroorzaakt bij de benadeelden.
Ten aanzien van de over verdachte opgemaakte rapportages, zoals hierboven vermeld, overweegt de rechtbank dat uit de rapporten van Van Beek naar voren komt dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de vorm van een psychotische stoornis Niet Anderszins Omschreven, aan ADHD (gecombineerd type) en aan afhankelijkheid van amfetamine en cannabis. Door de psychotische stoornis kan volgens Van Beek niet worden onderzocht of er eventueel sprake is van een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis. Uit de rapporten komt verder naar voren dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde psychotisch was. Hij had last van imperatieve hallucinaties, ook ten aanzien van het ten laste gelegde. Van belang daarbij is zijn drugsgebruik en zijn ADHD. Van Beek meent dat de kans op recidive zeer groot is als zijn psychotische toestand, ADHD en afhankelijkheid van amfetamine en cannabis niet worden behandeld. Daarom is een intensieve klinisch-psychiatrische behandeling op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis voor de maximale duur van een jaar volgens hem noodzakelijk. In het aanvullend rapport van 11 mei 2009 constateert Van Beek dat verdachte, hoewel hij zeven maanden is behandeld met antipsychotica en hij geen drugs heeft gebruikt, nog steeds behoorlijk psychotisch is. Van Beek vraagt zich daarom af of een klinisch-psychiatrische behandeling van maximaal een jaar wel voldoende is, nu de kans op recidive zeer groot is als verdachte binnen dat jaar niet goed is hersteld van zijn psychose. De maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging moet daarom volgens hem worden overwogen.
Uit de rapporten van Van Toorn komt naar voren dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin dat in de DSM-IV classificatie op As-I sprake is van een psychotische stoornis, ADHD, verslaving aan middelen en een periodieke explosieve stoornis (gecombineerd type) en aan afhankelijkheid van amfetamine en cannabis en op As-II van een persoonlijkheidsstoornis, type onbekend, en kenmerken van borderline. Ook Van Toorn komt tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde psychotisch was en dat hij handelde in opdracht van zijn stemmen. Volgens Van Toorn was verdachte op andere momenten door het misbruik van drugs en alcohol dermate ontremd dat hij niet meer in staat was om zijn gedrag te sturen en gedroeg hij zich zeer impulsief en primair. Hij schat de kans op recidive evenals Van Beek, zeer hoog in. Van Toorn adviseert een gedwongen plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, conform artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. In zijn aanvullend rapport gaat Van Toorn in op de voor- en nadelen van de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis dan wel de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Van Toorn geeft geen advies welk juridisch kader het meest aangewezen is.
Het komt de rechtbank voor dat opname in een psychiatrisch ziekenhuis onvoldoende voorziet in de behandeling van de problematiek van verdachte. Uit de aanvullende rapporten van de deskundigen komt naar voren dat verdachte nog steeds psychotisch is ondanks de medicatie die hij al langdurig gebruikt. Bij hen heerst daarom twijfel of de behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar, zoals bedoeld in artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht, voldoende is voor de behandeling van verdachte. Volgens Van Toorn is de kans groot dat verdachte na dat jaar overgeplaatst zal moeten worden. Hij signaleert dat als er dan nog steeds sprake is van een neiging tot acting-out gedrag en vernieling van spullen, verdachte binnen de reguliere GGZ niet zal zijn te handhaven en de opname zal worden beëindigd met als gevolg dat er voor verdachte geen opvang meer voorhanden is. Voor zover die neiging er niet is en verdachte zich niet agressief uit, kan de resocialisatie wel plaatsvinden via de reguliere GGZ. De kans op recidive zal dan toenemen omdat de resocialisatie minder structuur heeft dan een forensische resocialisatie.
De rechtbank is bovendien van oordeel dat opname in een psychiatrisch ziekenhuis onvoldoende voorziet in de bescherming van de samenleving tegen verdachte. De behandeling van verdachte en het terugdringen van de kans op recidive vergen een verdergaande maatregel dan opname is een psychiatrische kliniek op de voet van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet op de inhoud van de (aanvullende) rapporten overweegt de rechtbank dat de ernst van de feiten en de algemene veiligheid van goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege vereisen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat, naar het zich laat aanzien, de behandeling van de problematiek van verdachte langer zal duren dan één jaar. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van de maatregel van terbeschikingstelling niet betekent dat verdachte de kans loopt levenslang te worden opgesloten. De maatregel wordt gegrond op de door verdachte begane misdrijven, waarvan de (gekwalificeerde) diefstallen behoren tot een der misdrijven genoemd in artikel 37a, eerste lid onder 1 van het Wetboek van Strafrecht. Nu geen sprake is van een of meer misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, is de termijn van de terbeschikkingstelling op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht maximaal vier jaar.
Aangezien voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van de artikelen 37a en 37b, telkens onder de leden 1 van het Wetboek van Strafrecht, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling gelasten en bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank brengt bij het opleggen van na te melden maatregel op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht in rekening de veroordeling op 14 mei 2008 van de politierechter te Zutphen.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder parketnummer 06/460497-08 betreffende de incidenten1, 3, 6, 11 en 12, en parketnummer 06/850270-08 betreffende de incidenten 1, 5, 6, 7, 8, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29 en 30.
Verdachte heeft bekend deze feiten te hebben begaan en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor deze feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
In beslag genomen voorwerpen
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven bromfiets, met behulp waarvan het onder 5 van parketnummer 06/460497-08 bewezen verklaarde is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat uit het proces-verbaal Wegenverkeerswet7 naar voren komt dat de bromfiets niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen.
Nu zich geen strafvorderlijk belang meer daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde danwel de rechthebbende.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer A] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 500,- vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 van parketnummer 06/460497-08 ten laste gelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering niet is onderbouwd.
Namens de benadeelde partij [slachtoffer A] heeft [slachtoffer A] zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 99,65 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 van parketnummer 06/460497-08 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 van parketnummer 06/460497-08 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een bedrag van € 89,65, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd.
De benadeelde partij [naam] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 6.843,47 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 3 van parketnummer 06/460497-08 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 van parketnummer 06/460497-08 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot een bedrag van € 4.696,-, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Bij de berekening van de schade heeft de rechtbank de schade voor de deur begroot op € 500,-. De rechtbank heeft op de vordering de btw in mindering gebracht en voorts rekening gehouden met de vergoeding van de verzekering. De vordering dient tot genoemd bedrag van € 4.696,- te worden toegewezen. Wat betreft het meer of anders gevorderde moet de vordering, als in zoverre ongegrond worden afgewezen.
De benadeelde partij Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 511,40 vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 7 van parketnummer 06/460497-08 ten laste gelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat uit het voegingsformulier niet blijkt dat de vordering is ingediend door of namens het bevoegd gezag.
De benadeelde partij Gemeente Oude IJsselstreek heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 568,81 gevoegd in het strafproces.
Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
Vordering tenuitvoerlegging
De vordering tot tenuitvoerlegging van de op 22 mei 2007 bij vonnis van de politierechter te Zutphen voorwaardelijk opgelegde straf dient naar het oordeel van de rechtbank te worden afgewezen, aangezien verdachte ten aanzien van de hem thans ten laste gelegde feiten volledig ontoerekeningsvatbaar wordt geacht, hem daarvoor dwangbehandeling wordt opgelegd en hij belang heeft bij een zo snel mogelijke behandeling van zijn problematiek. Een tenuitvoerlegging zou die snelle behandeling doorkruisen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 37a, 37b, 47, 57, 63, 91, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 176 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar strafvervolging ten aanzien van het onder feit 5 van parketnummer 06/850270-08 ten laste gelegde;
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 van parketnummer 06/460497-08 ten laste gelegde, het onder 1, 2, 3 en 4 van parketnummer 06/850270-08 ten laste gelegde en het onder parketnummer 06/800290-09 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Parketnummer 06/460497-08
Feit 1:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feiten 2 en 6:
Diefstal.
Feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming, meermalen gepleegd.
Feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Feit 5:
Overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Feit 7:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen.
Parketnummer 06/850270-08
Feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van een valse sleutel.
Feit 2:
Medeplegen van het opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken.
Feit 3:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
en
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
Feit 4:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Parketnummer 06/800290-09
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en/of beschadigen.
* verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
* gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven bromfiets, merk Aprillia;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- een paar Rucanor sportschoenen;
- een bromfiets, merk Puch maxi;
- een integraalhelm;
* gelast de teruggave van in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende, te weten:
- drie kentekenbewijzen, behorende bij het kenteken [kenteken F];
- een VISA Creditcard ten name van [naam];
* wijst af de vordering van de officier van justitie van 2 december 2008, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 22 mei 2007 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer A], [adres en plaats (banknummer)]), van een bedrag van € 89,65, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 augustus 2008 en vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart [slachtoffer A] met betrekking tot het anders of meer gevorderde niet-ontvankelijk in zijn vordering;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam], [adres en plaats] (bankrekeningnummer [nummer]), van een bedrag van € 4.696,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 september 2008 en vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* wijst het door [naam] anders of meer gevorderde af;
* verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer A], Regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland en Gemeente Oude IJsselstreek niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Knoop en Tas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 juli 2009.
Mrs. Knoop en Tas zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0642/08-208203, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, District Achterhoek, Team Oude IJsselstreek, gesloten en getekend op 11 november 2008.
2 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0640/08-206754, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, District Achterhoek, gesloten en getekend op 14 augustus 2008.
3 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer E], p.32/33.
4 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], p.35
5 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0640/08-208203A, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, District Achterhoek, Team Oude IJsselstreek, gesloten en getekend op 9 december 2008.
6 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL1533/2008/51215-10, Politie Haaglanden, gesloten en getekend op 9 oktober 2008.
7 Proces-verbaal Wegenverkeerswet, p.23 (behorend bij (stam) proces-verbaal nr. PL0640/08-206754, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, District Achterhoek)