Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ2881

Datum uitspraak2009-07-16
Datum gepubliceerd2009-07-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers111613
Statusgepubliceerd


Indicatie

Geschil tussen bewoner en exploitant bungalowpark. Vanwege klachten over de kwaliteit van het snoeien van coniferen, heeft de bewoner een klein gedeelte van de jaarlijkse parklasten onbetaald gelaten. Daarop heeft de exploitant geweigerd aan de bewoner de slagboomsleutel(s) af te geven. Deze maatregel wordt door de voorzieningenrechter disproportioneel geoordeeld.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht MG / HE KG nummer: 111613 / KG ZA 09-223 datum: 16 juli 2009 Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding in de zaak van: 1. EISER sub 1, en 2. EISERES sub 2, beiden wonende te [woonplaats], EISER SUB 1 EN 2 IN KORT GEDING bij dagvaarding van 29 juni 2009, advocaat mr. J.J. de Boer te Hoorn, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DE VLIETLANDEN B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Wervershoof, GEDAAGDE IN KORT GEDING, advocaat mr. H.H. Kreikamp te Amsterdam. Partijen zullen verder ook worden genoemd "Eiser sub 1 en 2" (in enkelvoud) en "De Vlietlanden". 1. HET VERLOOP VAN HET GEDING Ter terechtzitting van 7 juli 2009 heeft Eiser sub 1 en 2 gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. De Vlietlanden heeft de vordering bestreden. Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van Eiser sub 1 en 2 de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd. De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd. 2.DE UITGANGSPUNTEN 2.1 De Vlietlanden is exploitant van Bungalowpark De Vlietlanden, een te Wervershoof gelegen recreatiepark met 275 recreatiebungalows. 2.2 Eiser sub 1 en 2 is eigenaar van één van de bungalows op De Vlietlanden. 2.3 Bij brief van 18 april 2007 heeft Eiser sub 1 en 2 namens de Vereniging van Eigenaren bij De Vlietlanden geklaagd over het onderhoud van de coniferen op het park. 2.4 Bij emailbericht van 8 mei 2007 heeft Eiser sub 1 en 2 zich -als individueel eigenaar- nogmaals beklaagd over de kwaliteit van het snoeien van de coniferen. Daarbij heeft Eiser sub 1 en 2 aangegeven dat, indien niet alsnog naar behoren zou worden gesnoeid, hij dit zelf ter hand zou nemen en de kosten daarvan aan De Vlietlanden zou doorbelasten. 2.5 Bij brief van 28 juli 2007 heeft Eiser sub 1 en 2 aan De Vlietlanden meegedeeld, dat hij het snoeien in eigen beheer heeft verzorgd, en daarvoor een bedrag van euro 35,- bij De Vlietlanden in rekening gebracht. 2.6 De Vlietlanden heeft op haar beurt bij factuur van 9 november 2007 bij Eiser sub 1 en 2 een bedrag van euro 50,- in rekening gebracht wegens de extra tijd die het snoeien zou hebben gekosten als gevolg van door Eiser sub 1 en 2 aangebrachte beplanting tegen de coniferenhaag aan. 2.7 Naar aanleiding van de berichtgeving vanuit De Vlietlanden over de aantasting door schimmels van diverse coniferenhagen op het park, is tussen partijen een discussie ontstaan over de vraag wie voor vervanging van de dode en/of zieke coniferen verantwoordelijk is. 2.8 Bij brief van 23 september 2008 heeft Eiser sub 1 en 2 zich op het standpunt gesteld dat dit een verantwoordelijkheid van De Vlietlanden is. Hij heeft daarbij gevraagd wanneer De Vlietlanden tot vervanging van de aangetaste delen van de coniferenhaag zal overgaan. 2.9 Omdat het geschil over de coniferen nog niet was opgelost, heeft Eiser sub 1 en 2 euro 100,- op de parklasten voor 2009 ingehouden. 2.10 In maart 2009 heeft De Vlietlanden de slagboomsleutels vervangen door een sleutel met elektronische chip. Behalve voor de slagboom dient de sleutel ook voor het schuifhek die toegang geeft tot de vuilcontainers. 2.11 De Vlietlanden heeft geweigerd een slagboomsleutel aan Eiser sub 1 en 2 ter beschikking te stellen. 3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN 3.1 Eiser sub 1 en 2 vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van De Vlietlanden om op straffe van verbeurte van een dwangsom aan hem het gebruikelijke aantal (3) slagboomsleutels ter beschikking te stellen, met veroordeling van De Vlietlanden in de kosten van deze procedure. 3.2 Daartoe heeft Eiser sub 1 en 2 kort gezegd gesteld, dat De Vlietlanden haar verplichting tot afgifte van de slagboomsleutels niet mag opschorten, omdat Eiser sub 1 en 2 reeds eerder en op goede gronden zijn verplichtingen heeft opgeschort en derhalve jegens De Vlietlanden niet in verzuim is komen te verkeren. Daarnaast betoogt Eiser sub 1 en 2 dat De Vlietlanden geen opschortingsrecht toekomt, omdat De Vlietlanden geen vordering op hem heeft. Ten slotte voert Eiser sub 1 en 2 aan dat de maatregel tot weigering van de afgifte van de slagboomsleutel disproportioneel is. 3.3 De Vlietlanden heeft als verweer aangevoerd, dat zij wegens de achterstand van Eiser sub 1 en 2 in de betaling van de parklasten terecht de afgifte van de sleutels heeft opgeschort, voor zover zij al tot afgifte gehouden zou zijn. Op dit verweer wordt bij de gronden van de beslissing, voor zover van belang, ingegaan. 4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING 4.1 Aan de orde is de vraag of De Vlietlanden gehouden is om aan Eiser sub 1 en 2 de sleutel(s) van de slagboom ter beschikking te stellen, of dat zij de afgifte daarvan terecht heeft geweigerd met een beroep op een opschortingsrecht als bedoeld in artikel 6:52 en/of 6:262 BW. 4.2 Eiser sub 1 en 2 heeft in de dagvaarding gesteld dat De Vlietlanden een vordering op hem pretendeert van euro 11.344,51 wegens een boete voor het rondbrengen van post op het park, omdat dit in strijd met de akte van levering zou zijn. De ter zake door De Vlietlanden aan Eiser sub 1 en 2 verzonden factuur dateert al van 18 maart 2005 en uit de stukken van De Vlietlanden blijkt niet dat zij deze kwestie aan de opschorting ten grondslag heeft gelegd. Dit punt kan daarom verder buiten de bespreking blijven. 4.3 De geschillen die partijen verdeeld houden en die kennelijk aan de wederzijdse beroepen op hun opschortingsrechten ten grondslag liggen, zijn terug te voeren op de staat van de coniferenhaag, de verantwoordelijkheid voor onderhoud en zonodig vervanging daarvan, de kwaliteit van het snoeiwerk en/of de (on)mogelijkheid om het snoeiwerk naar behoren te kunnen uitvoeren. 4.4 Zoals partijen ter terechtzitting hebben aangegeven, vormen de geschillen omtrent de coniferen slechts een klein onderdeel van alle problemen tussen De Vlietlanden en haar directie enerzijds en (een gedeelte van) de parkbewoners en de VVE anderzijds. De raadsman van Eiser sub 1 en 2 heeft aangegeven, dat partijen doende zijn om voor deze problemen een allesomvattende oplossing te vinden, doch gebleken is dat de onderhavige kort gedingprocedure daarin geen rol van betekenis kan spelen, zodat alle overige geschilpunten tussen de diverse partijen hier verder buiten beschouwing dienen te blijven. 4.5 De geschillen rond de coniferen spelen al geruime tijd, namelijk sinds het voorjaar van 2007. 4.6 Als tussen partijen vaststaand kan worden aangenomen, dat De Vlietlanden voor het onderhoud van de coniferenhagen verantwoordelijk is. Partijen staan echter lijnrecht tegenover elkaar als het gaat om de vragen of De Vlietlanden haar verplichtingen tot het plegen van onderhoud steeds deugdelijk is nagekomen en of zij in de nakoming van die verplichting al dan niet gehinderd wordt door het aanbrengen van beplanting tegen de haag door de bewoners. Zelfs over de verzending van aan partijen gerichte correspondentie en algemene mailings betreffende dit onderwerp en over de interpretatie van - ter zitting getoonde - foto's zijn partijen het niet eens. Hetzelfde geldt voor de feitelijke beantwoording van de vragen of, en zo ja, welke coniferen ziek of zelfs dood zijn, wat daarvan de oorzaak is, en in hoeverre die oorzaak voor de verdeling van verantwoordelijkheden over en weer van belang kan zijn. 4.7 Ten slotte strijden partijen over de uitleg van de bepaling van artikel C 2 van de akte van levering, waarop de stelling van Eiser sub 1 en 2 is gebaseerd, dat De Vlietlanden gehouden is over te gaan tot vervanging van aangetaste of dode coniferen en waaruit De Vlietlanden afleidt, dat die bepaling slechts de verplichting meebrengt tot eenmalige aanplant en het daarop volgende onderhoud, zodat vervanging er in haar visie dus buiten valt. 4.8 De beantwoording van de vragen wie op welk onderdeel het gelijk aan zijn of haar zijde heeft, vereist - mede gelet op het bovenstaande - nader feitenonderzoek en bewijslevering, waartoe in dit kort geding geen plaats is, terwijl bovendien van voldoende noodzaak tot het treffen van voorlopige maatregelen niet is gebleken. Indien partijen er niet in slagen de geschillen met betrekking tot de coniferen(hagen) in der minne te regelen, zullen zij op een bodemprocedure zijn aangewezen, op de onzekere uitkomsten waarvan thans niet kan worden vooruitgelopen. 4.9 Overwogen wordt echter, dat de gedeeltelijke opschorting van de parklasten door Eiser sub 1 en 2 tot een bedrag van euro 135,-, voorshands niet onredelijk en buitensporig wordt geacht, hetgeen wel gezegd moet worden van de daarop volgende reactie van De Vlietlanden om Eiser sub 1 en 2 de afgifte van de slagboomsleutels te weigeren, al was het maar omdat die maatregel nieuwe acties kan uitlokken en zo tot een verdere escalatie van de conflicten kan bijdragen. Dat Eiser sub 1 en 2 geen slagboomsleutel nodig heeft om zijn woning te kunnen bereiken - zoals ter terechtzitting is gebleken -, doet hieraan niet af, omdat Eiser sub 1 en 2 (en eventuele huurders van zijn woning) zonder sleutel danig beperkt wordt in de mogelijkheid om het huisvuil af te voeren naar de daarvoor bestemde vuilcontainers, hetgeen weer een voedingsbodem kan opleveren van nieuwe geschillen. 4.10 Op grond van al het voorgaande zal de vordering van Eiser sub 1 en 2 tot afgifte van de slagboomsleutel(s) worden toegewezen, met dien verstande dat aanleiding bestaat de dwangsom te matigen en te maximeren als volgt. Voorts komt na te melden termijn redelijk voor. 4.11 Als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij wordt De Vlietlanden veroordeeld in de proceskosten. 5. DE BESLISSING De voorzieningenrechter: - veroordeelt De Vlietlanden om binnen vijf werkdagen na de betekening van dit vonnis het gebruikelijke aantal (3) slagboomsleutels aan Eiser sub 1 en 2 af te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom van euro 100,- per dag of gedeelte van een dag dat De Vlietlanden met de nakoming van deze veroordeling in gebreke is, zulks met een maximum van euro 2.500,-; - veroordeelt De Vlietlanden in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Eiser sub 1 en 2 begroot op euro 347,98,- aan verschotten en op euro 816,- aan salaris advocaat; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; - wijst het meer of anders gevorderde af. Gewezen door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken door mr. A.H. Schotman ter openbare terechtzitting van 16 juli 2009 in tegenwoordigheid van mr. M. van de Glind, griffier.