Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ2580

Datum uitspraak2009-07-15
Datum gepubliceerd2009-07-15
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200809254/1/M2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij brief van 20 mei 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel (hierna: het college) [appellante] medegedeeld dat geen mogelijkheid bestaat om met toepassing van artikel 6.14 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) een maatwerkvoorschrift te stellen voor de toepassing van een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid gedurende de nachtperiode voor een door [appellante] geëxploiteerde horecagelegenheid aan de [locatie] te [plaats] genaamd [Café].


Uitspraak

200809254/1/M2. Datum uitspraak: 15 juli 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellante], te [plaats], en het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel, verweerder. 1. Procesverloop Bij brief van 20 mei 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel (hierna: het college) [appellante] medegedeeld dat geen mogelijkheid bestaat om met toepassing van artikel 6.14 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) een maatwerkvoorschrift te stellen voor de toepassing van een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid gedurende de nachtperiode voor een door [appellante] geëxploiteerde horecagelegenheid aan de [locatie] te [plaats] genaamd [Café]. Bij besluit van 26 augustus 2008 heeft het college het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de rechtbank 's-Hertogenbosch ingekomen op 6 oktober 2008, beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit geschrift doorgezonden aan de Raad van State. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 juni 2009, waar het college, vertegenwoordigd door drs. J.L.A.M. van Zuijlen, is verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Bij het besluit op bezwaar van 26 augustus 2008 heeft het college de bezwaren van [appellante] tegen de brief van het college van 20 mei 2008 niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het college is de brief van 20 mei 2008 geen besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. 2.2. [appellante] betoogt dat haar bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Zij voert hiertoe aan dat het college ten onrechte het standpunt inneemt dat de brief van 20 mei 2008 geen besluit is als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. 2.3. Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt onder beschikking verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. Ingevolge het derde lid van dit artikel wordt onder aanvraag verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen. 2.4. Bij brief van 7 december 2007, die namens [appellante] is geschreven door het akoestisch adviesbureau Kupers & Niggebrugge B.V., verzoekt [appellante] het college om met toepassing van artikel 6.14 van het Activiteitenbesluit een maatwerkvoorschrift te stellen voor de toepassing van een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid. Deze brief is een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het college heeft in de brief van 20 mei 2008 vermeld dat het - kort weergegeven - geen mogelijkheid heeft om voor horecabedrijven met toepassing van artikel 6.14 van het Activiteitenbesluit een maatwerkvoorschrift te stellen voor bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid, omdat de overgangsbepaling in het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer op grond waarvan dit wel mogelijk was voor inrichtingen die zijn opgericht voor 1 december 1992, maar tot 1 december 2002 van toepassing was en deze overgangsbepaling in de regelgeving niet is verlengd. Verder heeft het college in dezelfde brief ook vermeld dat in de gemeente Sint-Michielsgestel geen gevallen zijn waar de toepassing van een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid is toegestaan door een gedoogbesluit, zodat het niet gerechtigd is om ten aanzien hiervan een maatwerkvoorschrift te stellen. Dit kan naar het oordeel van de Afdeling niet anders worden begrepen, dan dat het college het verzoek om een maatwerkvoorschrift te stellen voor de toepassing van een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid, afwijst. Ingevolge artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is die afwijzing een besluit. Uit het bovenstaande volgt dat de brief van 20 mei 2008 een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het college heeft het hiertegen gemaakte bezwaar daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. 2.5. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd. 2.6. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gegrond; II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel van 26 augustus 2008, kenmerk Awb-1318; III. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 322,00 (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [appellante] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; IV. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 145,00 (zegge: honderdvijfenveertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat. w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Leeuwen lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2009 373-584.