Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ2383

Datum uitspraak2009-07-01
Datum gepubliceerd2009-07-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers106292 / HA ZA 08-886
Statusgepubliceerd


Indicatie

Overeenkomst aanneming van werk (levering en plaatsen van op maat gemaakte kozijnen). Voor de binnenstad Amsterdam geldt sinds 1999 een meldingsplicht voor het plaatsen hiervan. De opdrachtnemer moet de opdrachtgever hiervoor waarschuwen. De benodigde vergunningen: wie draagt het risico voor het niet verkrijgen hiervan?


Uitspraak

vonnis RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht JK / LJS / WD zaaknummer / rolnummer: 106292 / HA ZA 08-886 datum: 1 juli 2009 Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken in de zaak van: [NAAM EISERES], wonende te Amsterdam, eiseres in conventie bij dagvaarding van 31 oktober 2008, verweerster in reconventie, advocaat mr. A. Bosveld te Rotterdam, tegen de besloten vennootschap KNIPPING KOZIJNEN B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zwaagdijk, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, advocaat mr. G.E. Helder te Grootebroek. Partijen zullen hierna respectievelijk "[eiseres]" en "Knipping" worden genoemd. 1. DE PROCEDURE In conventie en reconventie 1.1.[eiseres] heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. 1.2.Knipping heeft een conclusie van antwoord in conventie genomen, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, waarbij drie producties in het geding zijn gebracht. 1.3.Op 18 maart 2009 heeft de rechtbank een in deze zaak tussen partijen gewezen tussenvonnis uitgesproken. Ter uitvoering van dat vonnis heeft op 20 mei 2009 een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt. 1.4.Ten slotte is vonnis bepaald. De inhoud van al deze stukken geldt als hier ingelast. 2. DE FEITEN In conventie en reconventie 2.1.[eiseres] heeft eind 2003, begin 2004 de woning aan het adres [adres 1] te Amsterdam gekocht van haar moeder. 2.2.Op 1 januari 1999 is de binnenstad van Amsterdam aangewezen als beschermd stadsgezicht. De woning van [eiseres] valt onder de orde 2 van het beschermd stadsgezicht. 2.3.[eiseres] heeft op 25 juni 2004 een overeenkomst gesloten met Knipping ter zake van de vervaardiging, levering en plaatsing van 11 kozijnen, te weten 8 kunststof kozijnen en 3 aluminium kozijnen. De totale koopprijs bedroeg [euro] 30.000,--, inclusief BTW. [eiseres] heeft [euro] 22.000,-- aanbetaald. De overeenkomst wordt aangemerkt als aanneming van werk. 2.4.Vijf kozijnen waren bestemd voor ramen op de begane grond en de eerste etage aan de voorgevel en zes kozijnen voor ramen op genoemde verdiepingen aan de achtergevel. 2.5.Begin september 2004 heeft Knipping de exacte bouwmaten ingemeten, waarna Knipping bij een derde de aluminium kozijnen heeft besteld en Knipping zelf is begonnen met de productie van de kunststof kozijnen. 2.6.Tot de inwerkingtreding van de op 22 april 2004 vastgestelde Welstandsnota (hierna: de welstandsnota) waren bewoners van panden vallende onder de orde 2 van het beschermd stadsgezicht verplicht het plaatsen van kozijnen aan de voorgevel te melden aan de gemeente. Voor dit plaatsen was geen vergunning nodig. 2.7.In de loop van september 2004 is de heer [naam 1] van de Sector Bouw en Wonen van de gemeente Amsterdam (hierna: [naam 1]) bij [eiseres] langs geweest. [naam 1] vertelde [eiseres] dat, sinds de inwerkingtreding van de welstandsnota, voor het plaatsen van kozijnen aan de voorgevel een vergunning vereist was. 2.8.Knipping heeft vervolgens op 29 september 2004 voor [eiseres] bij de gemeente Amsterdam een vergunning aangevraagd. De productie voor de kozijnen aan de voorgevel heeft Knipping stopgezet. 2.9.De vergunningaanvraag is op 9 november 2004 afgewezen, waarna Knipping voor [eiseres] bezwaar heeft aangetekend. Op 20 januari 2005 heeft er een hoorzitting naar aanleiding van het bezwaar plaatsgevonden. Hierbij zijn [eiseres] en haar echtgenoot [naam 2] (hierna: [naam 2]), alsmede de heer [naam 3], directeur van Knipping, aanwezig geweest. Het bezwaar is op 21 maart 2005 ongegrond verklaard. 2.10.Na voornoemde hoorzitting heeft [naam 2] de website van het Ministerie van VROM bezocht. Hierop zag hij dat, sinds de inwerkingtreding van de welstandsnota, niet alleen voor de kozijnen aan de voorgevel een vergunning was vereist, maar dat tevens een lichte vergunning voor de kozijnen aan de achtergevel was benodigd. In april 2005 heeft Knipping namens [eiseres] een vergunning aangevraagd voor het plaatsen van kozijnen aan de achtergevel. 2.11.In oktober 2005 is de vergunningaanvraag voor de kozijnen aan de achtergevel afgewezen. 2.12.De vergunningaanvragen voor de kozijnen (aan de voor- en achtergevel) zijn afgewezen, omdat de welstandsnota vereist dat de kozijnen van hout zijn, terwijl de bestelde kozijnen van kunststof en aluminium waren. 2.13.Op 7 november 2005 zijn [eiseres] en [naam 2] op het kantoor van Knipping langs geweest voor een gesprek. Tijdens dit gesprek heeft [eiseres] de overeenkomst ontbonden, wat door Knipping is geaccepteerd. 2.14.Knipping heeft van het aanbetaalde bedrag [euro] 13.365,80 terugbetaald aan [eiseres]. Knipping heeft [euro] 8.634,20 ingehouden, bestaande uit de kosten die Knipping al had gemaakt voor de kozijnen aan de achtergevel en kosten voor het aanvragen van de vergunningen waarvan partijen hadden afgesproken dat die voor rekening van [eiseres] dienden te komen. 2.15.Knipping heeft de aluminium kozijnen naar de stort gebracht. 2.16.In de op de overeenkomst van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden is in artikel 3 lid 2, voor zover van belang, het volgende opgenomen: "... annulering of ontbinding der overeenkomst door opdrachtgever geeft Knipping het recht de overeenkomst harerzijds te ontbinden of als ontbonden te beschouwen en het reeds geleverde en nog niet verwerkte terug te nemen, onverminderd haar recht op vergoeding van onkosten en winstderving. De schade door winstderving wordt bij deze tussen partijen bindend vastgesteld op tenminste 25 % van het door de gehele aanneem- of koopsom inclusief btw te betalen bedrag." 3.HET GESCHIL In conventie 3.1.[eiseres] vordert thans nog, na vermindering van eis ter comparitie, - kort en zakelijk weergegeven - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Knipping zal veroordelen: a) om aan haar te betalen een bedrag van [euro] 8.634,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2006 tot aan de dag der algehele voldoening, b) om aan haar te betalen een bedrag van [euro] 1.000,-- ter zake van buitengerechtelijke kosten, c) in de kosten van het geding. 3.2.[eiseres] heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd. [eiseres] heeft recht op teruggave van het gehele aanbetaalde bedrag, nu het buiten haar risicosfeer ligt dat de overeenkomst is ontbonden. Knipping heeft namelijk niet medegedeeld dat het plaatsen van de kozijnen moest worden gemeld aan de gemeente. Had Knipping dit wel gedaan, dan had [eiseres] - voordat met de productie van de kozijnen was aangevangen - van de gemeente vernomen dat er een nieuwe welstandsnota in werking was getreden en dat zij voor het plaatsen van de kozijnen aan de voor- en achtergevel een vergunning nodig had. Nu Knipping haar mededelingsplicht heeft geschonden, heeft Knipping ten onrechte een bedrag van [euro] 8.634,20 op het aanbetaalde bedrag ingehouden. 3.3. Knipping heeft de vordering gemotiveerd weersproken op gronden die hierna, voor zover van belang, aan de orde zullen komen. In reconventie 3.4.Knipping vordert thans nog, na vermindering van eis ter comparitie, - kort en zakelijk weergegeven - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres] zal veroordelen: * indien de conventionele vordering van [eiseres] wordt toegewezen: tot betaling van (25% van [euro] 30.000,-- =) [euro] 7.500,--, * indien de conventionele vordering van [eiseres] wordt afgewezen: tot betaling van (25% van {[euro] 30.000,-- minus [euro] 8.634,20} =) [euro] 5.341,45, in de nakosten conform het toepasselijke liquidatietarief. 3.5. Knipping heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd. De overeenkomst met [eiseres] is ontbonden. Op grond van de toepasselijke Algemene Voorwaarden heeft Knipping recht op tenminste 25% van de koopprijs ter zake van vergoeding voor winstderving. Hiervan vordert Knipping thans in rechte betaling. 3.6. [eiseres] heeft de vordering gemotiveerd weersproken op gronden die hierna, voor zover van belang, aan de orde zullen komen. 4.DE BEOORDELING In conventie en reconventie 4.1.Gelet op de nauwe samenhang tussen de vordering in conventie en de vordering in reconventie zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld. 4.2.Het debat van partijen spitst zich toe op de vraag bij wie het risico ligt voor het niet verkrijgen van de benodigde vergunningen. Partijen zijn het er over eens dat als uitgangspunt heeft te gelden dat dit risico bij [eiseres] dient te rusten. 4.3.[eiseres] stelt echter dat dit risico is overgegaan op Knipping, doordat Knipping haar mededelingsplicht heeft verzaakt. Knipping heeft namelijk nagelaten te vertellen dat [eiseres] het plaatsen van de kozijnen bij de gemeente moest melden. De rechtbank begrijpt dit verweer van [eiseres] aldus, dat zij stelt dat Knipping haar waarschuwingsplicht (namelijk dat het plaatsen van de kozijnen moet worden gemeld aan de gemeente) heeft geschonden. Had Knipping wel aan haar waarschuwingsplicht voldaan, dan had de gemeente [eiseres] tijdig - namelijk vóórdat Knipping met de productie van de kozijnen was aangevangen - op de welstandsnota kunnen wijzen. In die situatie zou Knipping nog geen kosten hebben gemaakt. Nu Knipping dit heeft nagelaten, dienen de door haar gemaakte kosten voor haar rekening te blijven. Evenmin kan [eiseres] onder die omstandigheden worden gehouden tot betaling van door Knipping in reconventie gevorderde gederfde winst. Overigens had het op de weg van Knipping gelegen om de productie van de kozijnen voor de achtergevel stil te leggen toen bekend werd dat voor de kozijnen voor de voorgevel een vergunning was benodigd. Dat Knipping dit niet heeft gedaan, kan niet voor rekening van [eiseres] komen, alles aldus [eiseres]. 4.4.Knipping heeft daartegenover het volgende gesteld. Bij een overeenkomst van aanneming is het aan de opdrachtgever om zich ervan te vergewissen of er voor de opdracht een vergunning is vereist. Sinds de binnenstad van Amsterdam beschermd stadsgezicht is, heeft Knipping met de gemeente afgesproken dat zij opdrachtgevers er op wijst dat het plaatsen van nieuwe kozijnen aan de voorgevel moet worden gemeld aan de gemeente. Deze waarschuwing doet Knipping vóórdat met de productie voor de kozijnen wordt begonnen. De omstandigheid dat er kort vóór het sluiten van de overeenkomst een (nieuwe) welstandsnota in werking was getreden, waardoor de melding niet meer volstond maar een vergunning was benodigd, kan niet aan Knipping worden tegengeworpen. Knipping heeft geen directe lijn met de gemeente. De opdrachtgever wordt geacht op de hoogte te zijn van (nieuwe) lokale regelgeving. Overigens heeft Knipping alleen kosten ingehouden die zijn gemaakt voor kozijnen aan de achtergevel. Daarvoor gold geen meldingsplicht. 4.5.De rechtbank overweegt als volgt. [eiseres] heeft niet gemotiveerd betwist dat met betrekking tot het plaatsen van de kozijnen aan de achtergevel voor de inwerkingtreding van de welstandsnota geen meldingsplicht bestond, zodat de rechtbank daarvan uit zal gaan. Ten aanzien van deze kozijnen heeft Knipping dan ook niet haar waarschuwingsplicht verzaakt. Voorts staat vast dat na het bezoek van [naam 1] van de gemeente Amsterdam duidelijk werd dat de welstandsnota inwerking was getreden en dat daarom een vergunning was benodigd voor het plaatsen van de kozijnen aan de voorgevel. Hoewel [eiseres] aan [naam 1] heeft verteld, welke verbouwingen zij nog meer ging doen, heeft [naam 1] [eiseres] er niet op gewezen dat ook voor de kozijnen aan de achtergevel een vergunning was benodigd. Eerst ná de hoorzitting constateerde [naam 2] op de website van VROM dat dit het geval is. [eiseres] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom van Knipping moest worden verwacht de productie van de kozijnen aan de achtergevel stop te zetten, terwijl bij [eiseres] én Knipping niet bekend was dat hiervoor een vergunning benodigd was. Op dat moment verkeerde iedereen immers nog in de veronderstelling dat deze kozijnen zo konden worden geplaatst. Naar het oordeel van de rechtbank is het risico voor het niet verkrijgen van de benodigde vergunning voor de kozijnen aan de achtergevel dan ook niet overgegaan op Knipping. Knipping was dus gerechtigd de kosten voor de kozijnen aan de achtergevel in te houden. 4.6[eiseres] heeft hiertegen nog aangevoerd dat [euro] 8.634,20 voor drie aluminium kozijnen buitenproportioneel is. Knipping heeft ter zitting het bedrag toegelicht, stellende dat dit het bedrag is dat zij aan de derde (van wie zij deze kozijnen heeft afgenomen) heeft betaald. Tevens heeft Knipping een overzicht ter onderbouwing hiervan overgelegd. [eiseres] heeft daarop niet meer gereageerd. De rechtbank zal daarom, alsmede gelet op de omstandigheid dat haar het door Knipping gestelde bedrag redelijk voorkomt, dit verweer van [eiseres] verwerpen. 4.7Dit leidt ertoe dat de vordering van [eiseres] in conventie voor afwijzing gereed ligt.[eiseres] zal als de (in conventie) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze begroot de rechtbank op: - vast recht: [euro] 303,-- - advocaatkosten:[euro] 768,-- (2,0 punt x tarief [euro] 384,--) Total[euro] 1.071,--. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen als na te melden. 4.8Ten aanzien van de kozijnen aan de voorgevel overweegt de rechtbank het volgende. Nadat bleek dat de door [eiseres] bij Knipping bestelde kozijnen niet konden worden geplaatst, is de overeenkomst op 7 november 2005 beëindigd. Knipping heeft de door [eiseres] verzochte ontbinding geaccepteerd. Ter afwikkeling van de overeenkomst heeft Knipping berekend welk bedrag [eiseres] was verschuldigd. Deze berekening is in de brief van 22 november 2005 opgenomen (productie 3 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie). Voorts heeft Knipping ter zitting verklaard dat, wat haar betreft, de afwikkeling van de overeenkomst klaar was als zij [euro] 8.634,20 inclusief BTW inhielden op het aanbetaalde bedrag. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat partijen bij het beëindigen van de overeenkomst afspraken hebben gemaakt over de op de overeenkomst toepasselijke algemene voorwaarden, in die zin dat die voorwaarden - ondanks dat de overeenkomst was beëindigd - van toepassing bleven. Derhalve ontbreekt de grondslag van de vordering. 4.9.Daarom komt de vordering in reconventie niet voor toewijzing in aanmerking. Knipping zal als de (in reconventie) in het ongelijk gestelde partij in de kosten van [eiseres] worden veroordeeld. Deze begroot de rechtbank op: - advocaatkosten:[euro] 384,-- (1,0 punt x tarief [euro] 384,--). 5.DE BESLISSING De rechtbank in conventie wijst het gevorderde af; veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding, aan de zijde van Knipping begroot op [euro] 1.071,--; veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op: - [euro] 131,-- aan salaris advocaat, - te vermeerderen met een bedrag van [euro] 68,-- aan salaris advocaat, indien betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan; in reconventie wijst het gevorderde af; veroordeelt Knipping in de kosten van het geding, aan de zijde van [eiseres] begroot op [euro] 384,--. Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.