Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ2302

Datum uitspraak2009-06-10
Datum gepubliceerd2009-07-13
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/4822 WW-R
Statusgepubliceerd


Indicatie

Rectificatie van LJN: BH5996, 18-02-2009, 06/4822 WW. (On)juiste vaststelling proceskosten.


Uitspraak

06/4822 WW-R Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K ter rectificatie van de uitspraak van de Raad van 18 februari 2009, 06/4822 WW, in het geding tussen: [appellant] (hierna: appellant), en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 10 juni 2009. I. OVERWEGINGEN 1. De Raad heeft op 18 februari 2009 uitspraak gedaan in het geding met nummer 06/4822 WW. 2. Namens appellant is aan de Raad bij brief van 23 maart 2009 verzocht om deze uitspraak te corrigeren in verband met een onjuiste vaststelling van de proceskosten in beroep. 3. De Raad heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen genoemde uitspraak te rectificeren in verband met een onjuiste vaststelling van de proceskosten. 4. Beide partijen hebben laten weten akkoord te kunnen gaan met de voorgenomen rectificatie. 5.1. De Raad heeft vastgesteld dat in zijn uitspraak van 18 februari 2009 ten gevolge van een vergissing in rechtsoverweging 6, tweede volzin, ten onrechte sprake is van een bedrag van € 322,--; dit moet zijn een bedrag van € 644,--. De in rechtsoverweging 6, tweede volzin, vermelde bedragen leiden derhalve tot een totaalbedrag van € 1.288,--, zodat in het dictum van de uitspraak van 18 februari ten onrechte sprake is van een bedrag van € 966,--. 5.2. De Raad ziet aanleiding deze vergissing te herstellen door rechtsoverweging 6, tweede volzin, en het dictum van de uitspraak van 18 februari 2009 in evenvermelde zin te herstellen, een en ander zoals weergegeven in het aan deze uitspraak gehechte gerectificeerde exemplaar. II. BESLISSING De Raad verbetert zijn uitspraak van 18 februari 2009, 06/4822 WW, als weergegeven onder 5.2. Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en B.M. van Dun en R.P.Th. Elshoff als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2009. (get.) H.G. Rottier. (get.) P. Boer. BvW 46 +B