
Jurisprudentie
BJ2116
Datum uitspraak2009-06-29
Datum gepubliceerd2009-07-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08 / 5112
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-09
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
ZaaknummersAWB 08 / 5112
Statusgepubliceerd
Indicatie
Bestuurlijke boete wegens het in strijd met de Meststoffenwet niet volledig en inzichtelijk bijhouden van een veesaldoregistratie.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 / 5112
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 juni 2009
in de zaak van:
[naam eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
tegen:
de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 april 2008 heeft verweerder eiser een bestuurlijke boete opgelegd van € 200,- wegens het niet volledig en inzichtelijk bijhouden van zijn administratie.
Tegen dit besluit heeft eiser brief van 3 mei 2008 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 27 juni 2008 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 18 juli 2008 beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 19 maart 2009. Eiser is in persoon verschenen en verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.C. Commandeur, werkzaam bij het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit.
2. Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 34, eerste lid, van de Meststoffenwet, voor zover van belang, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld omtrent het opmaken, bewaren, overleggen en afdragen van gegevens door natuurlijke personen, rechtspersonen of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen of rechtspersonen die meststoffen produceren, verhandelen of gebruiken. Deze regels kunnen betrekking hebben op de geproduceerde, in voorraad gehouden, aangevoerde, afgevoerde, verhandelde, be- of verwerkte, op of in de bodem gebrachte en anderszins gebruikte hoeveelheden meststoffen, de samenstelling, herkomst en bestemming van de meststoffen en de gegevens, bedoeld in artikel 35, tweede lid, onderdelen b en c;
Ingevolge artikel 35, eerste lid, van de Meststoffenwet, voor zover hier van belang kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over de bepaling van de aantallen gehouden, uitgeschaarde, ingeschaarde, tijdelijk elders ter weiding ondergebrachte of tijdelijk ter weiding aangenomen dieren en de aantallen dieren die anderszins op een bedrijf of in het kader van een onderneming aanwezig zijn.
Ingevolge artikel 50, eerste lid, onder a, van de Meststoffenwet, voor zover van belang, wordt een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens artikel 34 en 35 aangemerkt als overtreding.
Ingevolge artikel 51, eerste lid, van de Meststoffenwet kan de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit een overtreder een bestuurlijke boete opleggen.
Ingevolge artikel 32, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (het Uitvoeringsbesluit) houdt de landbouwer per bedrijf en per kalenderjaar een inzichtelijke administratie bij.
Ingevolge artikel 36, onder b, van het Uitvoeringsbesluit kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld over de wijze waarop de administratie, bedoeld in de artikelen 32 en 33, wordt gevoerd en de termijn waarbinnen de gegevens of wijzigingen in de gegevens in deze administratie worden opgenomen.
Ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit
wordt het gemiddelde aantal in een kalenderjaar voor gebruiks- en winstdoeleinden op het bedrijf gehouden dan wel anderszins aanwezige dieren, anders dan runderen, varkens, kippen en kalkoenen, onderscheiden naar diersoorten en diercategorieën per soort, voor zover dit onderscheid wordt gemaakt in de krachtens de artikelen 36 of 70 gestelde regels, bepaald door de som van de op de eerste dag van iedere maand aanwezige aantallen van deze dieren, te delen door twaalf.
Ingevolge artikel 40, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: de Uitvoeringsregeling) worden wijzigingen in de aantallen op het bedrijf gehouden dan wel anderszins aanwezige varkens, kippen, kalkoenen en runderen, binnen drie dagen na de datum waarop de wijziging zich heeft voorgedaan, onder vermelding van de datum waarop deze wijziging zich heeft voorgedaan, in de administratie opgenomen.
Ingevolge artikel 124, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling luidt:
Degene die ingevolge deze regeling gegevens in de administratie moet opnemen of uit de administratie moet verstrekken, doet dit volledig en naar waarheid.
Ingevolge de beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet wordt het niet volledig bijhouden van een inzichtelijke administratie beboet met een bedrag van € 200,-.
2.2 Op 13 februari 2008 heeft de Algemene Inspectiedienst een controlebezoek gebracht aan het bedrijf van eiser. Hierbij is geconstateerd dat eiser niet beschikte over een volledig bijgehouden en inzichtelijke veesaldoregistratie in 2007. Verweerder stelt zich op het standpunt dat sprake is van een overtreding en heeft eiser daarom een bestuurlijke boete van € 200,- opgelegd.
2.3 Eiser kan zich met dit besluit niet verenigen. Allereerst heeft eiser aangevoerd dat hij helemaal niet op de hoogte was van de administratieplicht. Voorts wijst hij erop dat officiële formulieren voor het opgeven van deze administratie ontbreken. Tenslotte stelt eiser dat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor derogatie, waardoor hij automatisch valt onder de gebruiksnorm voor dierlijk mest van 170 kg stikstof per hectare en dus niet verplicht is een administratie bij te houden.
2.4 De rechtbank overweegt dat eiser op grond van de Meststoffenwet en de bij of krachtens deze wet gestelde regelgeving verplicht is een veesaldoregistratie bij te houden. Dat eiser van deze administratieplicht niet op de hoogte was en hij niet langer voldoet aan de derogatievoorwaarden doen daar niet aan af. Nu eiser niet beschikte over een volledig bijgehouden en inzichtelijke veesaldoregistratie voor het jaar 2007, is er sprake van overtreding van artikel 32 van het Uitvoeringsbesluit.
2.5 Ingevolge de beleidsregel legt verweerder in dat geval een boete van op € 200,-. Dit beleid is niet kennelijk onredelijk. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verweerder in afwijking van het beleid van boeteoplegging had moeten afzien. Het ontbreken van officiële formulieren voor het opgeven van de veesaldoregistratie kan niet als bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Verweerder heeft derhalve terecht besloten tot het opleggen van een boete van € 200,-.
2.6 Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzitter van de meervoudige kamer, en mr. G. Guinau en mr. J.M. Janse van Mantgem, rechters, en op 29 juni 2009 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. D. Krokké, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.