Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ1943

Datum uitspraak2009-07-02
Datum gepubliceerd2009-07-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers11/510138-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gevangenisstraf van 15 maanden voor meerdere diefstallen en schuldhelingen samen met een of anderen gepleegd.


Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT Sector strafrecht parketnummer: 11/510138-08 verkort vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 juli 2009 in de strafzaak tegen [naam] geboren in 1978, wonende aan [adres en woonplaats]. De zaak is inhoudelijk behandeld ter terechtzitting van 18 juni 2009. De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht. 1 De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd hetgeen in de dagvaarding is omschreven. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit. 2 De voorvragen De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. 3 Het onderzoek ter terechtzitting 3.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft -het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair, 4. primair, 5. primair, 6. subsidiair, 7. subsidiair, 8. subsidiair, 9. subsidiair, 10 en 11 ten laste gelegde bewezen achtend- gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. 3.2 De verdediging De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor feit 1., 2., 3., 6., 7., 8., 9. en 11. Ten aanzien van feit 4., 5. en 10. is door de verdediging een strafmaatverweer gevoerd. 3.3 De vorderingen van de benadeelde partijen Als benadeelde partij heeft zich ten aanzien van feit 3 schriftelijk in het geding gevoegd Van Neerbos Bouwmarkten B.V. gevestigd aan de [adres en woonplaats]. Zij vordert verdachte te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van Eur 2.131,20, ter zake van materiële schadevergoeding. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering. Door of namens verdachte is de aansprakelijkheid voor de schade betwist. Als benadeelde partij heeft zich ten aanzien van feit 5 schriftelijk in het geding gevoegd [Benadeelde partij 2], [adres en woonplaats]. Hij vordert verdachte te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van Eur 1.845,13, ter zake van materiële schadevergoeding. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering. Door of namens verdachte is de aansprakelijkheid voor de schade betwist. Als benadeelde partij heeft zich ten aanzien van feit 7 schriftelijk in het geding gevoegd [Benadeelde partij 3], [adres en woonplaats]. Hij vordert verdachte te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van Eur 15.379,=, ter zake van materiële schadevergoeding. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Door of namens verdachte is de aansprakelijkheid voor de schade betwist. Als benadeelde partij heeft zich ten aanzien van feit 8 schriftelijk in het geding gevoegd [benadeelde partij 4], gevestigd aan de [adres en woonplaats]. Hij vordert verdachte te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van Eur 1.219,50, ter zake van materiële schadevergoeding.De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Door of namens verdachte is de aansprakelijkheid voor de schade betwist. 4 De bewijsbeslissing 4.1 De vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen wat aan verdachte onder 6. primair en subsidiair, 7. primair, 8. primair en 9. primair ten laste is gelegd. Ten aanzien van feit 6 overweegt de rechtbank als volgt. In het dossier bevindt zich een aangifte van de diefstal van een autoambulance. Verdachte wordt verdacht van die diefstal dan wel de (opzet- of schuld)heling van de autoambulance. Uit het dossier blijkt dat de loods van verdachte in Zevenbergen op 24 april 2008 is doorzocht. De autoambulance bevond zich op dat moment niet in of bij de loods. Verdachte is op 24 april 2008 in verzekering gesteld. Tijdens de voorlopige hechtenis van verdachte is zijn loods, op 16 mei 2008, voor de tweede keer doorzocht. Tijdens deze doorzoeking is een autoambulance op het terrein van de loods aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij niet van de diefstal van de autoambulance op de hoogte was en dat hij deze op zijn terrein stalt voor een ander. Deze andere persoon is de eigenaar van de autoambulance. Voorts verklaart verdachte dat hij af en toe gebruik maakt van de autoambulance. Nu de rechtbank in het dossier geen wettig bewijs heeft aangetroffen dat verdachte betrokken is bij de diefstal van de autoambulance, spreekt de rechtbank verdachte vrij van het onder 6 primair tenlastegelegde. Ten aanzien van feit 6 subsidiair overweegt de rechtbank dat uit het dossier blijkt dat ook anderen dan verdachte over de autoambulance konden beschikken. Voorts blijkt niet uit het dossier dat verdachte op de hoogte was van het feit dat de autoambulance van diefstal afkomstig was. Bij deze stand van zaken en mede in aanmerking genomen dat verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat die ander de eigenaar was, kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte had moeten vermoeden dat de autoambulance gestolen was. Ten aanzien van feit 7 primair overweegt de rechtbank als volgt. In het dossier bevindt zich een aangifte van de diefstal van een Nissan Patrol. Op 24 april 2008 is in de loods van verdachte een Nissan Patrol aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat er zich in het dossier geen wettig bewijs bevindt dat verdachte bij de diefstal van de Nissan Patrol is betrokken. Ten aanzien van feit 8 primair overweegt de rechtbank als volgt. In het dossier bevindt zich een aangifte van diefstal van meerdere goederen uit een opslagloods in Rhoon. Op 16 mei 2008 is tijdens een doorzoeking van de loods van verdachte een aantal van deze goederen aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier geen wettig bewijs bevindt voor betrokkenheid van verdachte bij de inbraak in de opslagloods in Rhoon en de diefstal van goederen uit deze loods. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van die feiten. 4.2 Verweren van de verdediging Feit 1, feit 2 en feit 3 Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaringen van [medeverdachte 1] als onbetrouwbaar bestempeld dienen te worden. [medeverdachte 1] heeft voor verdachte belastende verklaringen afgelegd om zo zijn eigen straatje schoon te vegen. Bovendien heeft [medeverdachte 1] verklaringen afgelegd die in strijd zijn met de feiten, aldus de raadsman. Deze verklaringen kunnen daarom niet voor het bewijs worden gebezigd. De rechtbank overweegt als volgt. In het dossier bevinden zich ten aanzien van feit 1 verklaringen van [medeverdachte 1], een aangifte van [slachtoffer 1], een nadere verklaring van [slachtoffer 1], een getuigenver-klaring van [getuige 1] en processen-verbaal van bevindingen en doorzoeking. Ten aan-zien van feit 2 zijn er verklaringen van [medeverdachte 1], een aangifte van [slachtoffer 2], foto's genomen door beveiligingscamera's bij het tankstation en een proces-verbaal van doorzoeking. Ten aanzien van feit 3 zijn er verklaringen van [medeverdachte 1], een aangifte van [slachtoffer 3], een getuigenverklaring van [getuige 1], een proces-verbaal d.d. 24 april 2008 en een proces-verbaal van doorzoeking. De rechtbank stelt vast dat zich ten aanzien van feit 1, 2 en 3 meerdere bewijsmiddelen in het dossier bevinden. Zij stelt voorts vast dat de verklaringen van [medeverdachte 1] voor het grootste gedeelte steun vinden in de overige bewijsmiddelen. De rechtbank is van oordeel dat voorzover [medeverdachte 1] zijn eigen rol in de strafbare feiten bagatelliseert, dit zijn verklaringen met betrekking tot de aan verdachte verweten handelingen daarmee niet onbetrouwbaar maakt.. De verklaringen van [medeverdachte 1] zullen niet van het bewijs worden uitgesloten. Feit 8 Door de verdediging is aangevoerd dat de doorzoeking van de loods van verdachte in Zevenbergen op 16 mei 2008 onrechtmatig is geweest, nu bij deze doorzoeking geen officier van justitie aanwezig was. De verdediging stelt dat de resultaten van deze doorzoeking niet tot het bewijs mogen worden gebezigd. Zij stelt bovendien dat er teveel tijd is verstreken tussen het moment van het verstrekken van de machtiging door de officier van justitie en het moment van de feitelijke doorzoeking door de hulpofficier van justitie. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het dossier blijkt dat door verbalisant M.L. Otten op 14 mei 2008 een aanvraag is ingediend om op 16 mei 2008 de loods van verdachte in Zevenbergen te doorzoeken. Uit diezelfde aanvraag blijkt dat indien de officier van justitie niet in de gelegenheid is om aanwezig te zijn en haar komst niet kan worden afgewacht, het dan in het belang van het onderzoek noodzakelijk is dat de zoeking plaatsvindt onder leiding van een hulpofficier van justitie. Tenslotte verzoekt de verbalisant om toestemming om op grond van artikel 96c van het Wetboek van Strafvordering de loods, niet zijnde een woning of kantoor, te doorzoeken. Door de officier van justitie is eerst op 15 mei 2008 een machtiging verleend aan de hulpofficier van justitie om op grond van artikel 97, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering de loods in Zevenbergen te doorzoeken, nu de doorzoeking dringend noodzakelijk is en het optreden van de officier van justitie niet kan worden afgewacht. Ten slotte blijkt uit het dossier dat op 16 mei 2008 de loods van verdachte in Zevenbergen is doorzocht. De rechtbank is van oordeel dat, nu er slechts één dag is verstreken tussen het afgeven van de machtiging en de doorzoeking, niet van een te lange tijdsspanne kan worden gesproken. Artikel 97, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering de officier van justitie de mogelijkheid biedt om een woning of een kantoor, van een persoon met bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in artikel 218 van het Wetboek van Strafvordering, buiten de aanwezigheid van de rechter-commissaris, met diens machtiging, te doorzoeken. De rechtbank stelt vast dat de doorzoeking van 16 mei 2008 niet plaats vond in een woning of een voornoemd kantoor, maar in een bedrijfsloods. De rechtbank is daarom van oordeel dat het in de machtiging genoemde artikel 97 Wetboek van Strafvordering een kennelijke schrijffout betreft. Nu de doorzoeking niet een woning maar de loods van verdachte in Zevenbergen betrof, kon deze op grond van artikel 96c, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, buiten aanwezigheid van de officier van justitie, met een machtiging daartoe aan de hulpofficier van justitie, mocht worden doorzocht. De resultaten van deze doorzoeking zullen niet voor het bewijs van het feit worden uitgesloten. Feit 11 Door de verdediging is aangevoerd dat de doorzoeking van de woning van verdachte op 15 december 2008 onrechtmatig is geweest, nu deze zoeking naar aanleiding van CIE-informatie van 19 november 2008 is geschied. Op grond van vaste jurisprudentie kan naar het oordeel van de verdediging worden vastgesteld dat CIE-informatie geen redelijk vermoeden van schuld oplevert als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Straf-vordering. De raadsman stelt daarom dat het bewijs uit deze doorzoeking onbruikbaar is, zeker nu de periode tussen het moment dat de CIE-informatie binnen kwam en het moment van de feitelijke doorzoeking onverklaarbaar lang is geweest. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het dossier blijkt dat de doorzoeking van de woning van verdachte in het kader van de Wet wapens en munitie is geschied. In de CIE-informatie d.d. 19 november 2008 werd gesproken over handel in vuurwapens tussen verdachte en een verdachte in de zaak Lindespint. Uit het dossier blijkt voorts dat op 24 april 2008, tijdens de doorzoeking van de bedrijfsloods van verdachte in Zevenbergen, een pistoolmitrailleur is aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat deze feiten, in onderlinge samenhang bezien, een redelijk vermoeden van aanwezigheid van wapens als bedoeld in artikel 49 van de Wet wapens en munitie opleveren. Met betrekking tot de tijdsspanne tussen 19 november 2008 en 15 december 2008 merkt de rechtbank op dat uit het dossier blijkt dat op 15 december 2008 in het kader van een gecoördineerde actie een doorzoeking op drie adressen was gepland. Dit betrof de woning van verdachte en de woning en het bedrijfspand van genoemde verdachte in de zaak Lindespint. De rechtbank leidt hieruit af dat het gelijktijdige doorzoekingen betreft. Zij is van oordeel dat genoemde periode hiermee verklaarbaar is. De rechtbank ziet in het dossier geen aanwijzingen voor een gewijzigde situatie waardoor genoemde periode verkort diende te worden. 4.3 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 1. op 22 februari 2008 en 30 maart 2008 te Numansdorp en Klaaswaal, gemeente Cromstrijen en Willemstad, gemeente Moerdijk met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen infraroodcamera's (merk: Derwent) en computers (merk: Compaq en/of HP) en routers (merk: Linksys) ensimkaarten (merk: KPN Telecom) envoedingen voor een laptop (merk: Derwent) enaccu's (type: Gell) enacculaders, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak; 2. op 31 maart 2008 te Numansdorp, gemeente Cromstrijen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (beveiligings)camera (merk: Dome) toebehorende aan Benzine Verkoopmaatschappij Ooijens (Shell), waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak; 3. op 11 maart 2008 te Numansdorp, gemeente Cromstrijen, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (hardhouten) windschermen en (tuin)tegels toebehorende aan Karwei, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak; 4. (primair) in de periode van 11 april 2008 tot en met 14 april 2008 te Barendrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een graafmachine (merk/type: JCB 8017, toebehorende aan Dura Vermeer; 5. (primair) op 22 april 2008 te Barendrecht tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (van een carpoolplaats) heeft weggenomen een auto (merk: Opel, type: Corsa, kleur: zwart, voorzien van het kenteken: [kenteken]) met daarin een rijbewijs en /kentekenbewijzen toebehorende aan [Benadeelde partij 2], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak; 7. (subsidiair) in de periode van 17 november 2007 tot en met 24 april 2008 te Zevenbergen, een auto (merk: Nissan, type: Patrol, kleur: blauw, voorzien van het kenteken [kenteken]) voorhanden heeft gehad , terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 8. (subsidiair) in de periode van 23 februari 2008 tot en met 16 mei 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk - meerdere rubbermotorboten en - meerdere buitenboordmotoren voorhanden heeft gehad , terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof; 9. (subsidiair) in de periode van 09 oktober 2006 tot en met 24 april 2008 te Rotterdam een (gestripte) auto (merk: Nissan, type: 350Z, kleur: grijs, voorzien van het kenteken [KENTEKEN]) voorhanden heeft gehad , terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; 10. op 24 april 2008 te Zevenbergen een wapen van categorie II, te weten een automatisch vuurwapen (Mauser, model MP.40, serienummer 5070, kaliber 9 mm), en munitie van categorie III, te weten meerdere scherpe kogelpatronen geschikt om te worden afgeschoten in voornoemd automatisch vuurwapen, voorhanden heeft gehad; 11. (ter berechting gevoegd 11/500592) op 15 december 2008 te Barendrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 64,2 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet. Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. 4.4 De bewijsmiddelen De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De rechtbank bezigt ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De rechtbank bezigt de inhoud van de geschriften als bedoeld in artikel 344, lid 1 sub 5° van het Wetboek van Strafvordering alleen in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen. 5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardi-gingsgrond is niet aannemelijk geworden. Het bewezenverklaarde levert op: 1. primair en 2. primair telkens: DIEFSTAL WAARBIJ DE SCHULDIGE HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN BRAAK; 3. primair en 5. primair telkens: DIEFSTAL DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN WAARBIJ DE SCHULDIGE HET WEG TE NEMEN GOED ONDER ZIJN BEREIK HEEFT GEBRACHT DOOR MIDDEL VAN BRAAK; 4. primair: DIEFSTAL; 7. subsidiair, 8. subsidiair en 9. subsidiair telkens: SCHULDHELING; 10. HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE; 11. HANDELEN IN STRIJD MET HET IN ARTIKEL 2, ONDER C VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD, STRAFBAAR GESTELD BIJ ARTIKEL 10, DERDE LID VAN DE OPIUMWET. 6 De strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar. 7 De redenen die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid 7.1 Strafmotivering De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen en schuldhelingen. Een aantal diefstallen heeft verdachte samen met een ander of anderen gepleegd. Zo heeft verdachte een flink aantal beveiligingscamera's langs de snelweg en bij een benzinestation gestolen. Samen met anderen heeft hij een groot aantal tuinschermen en tuintegels bij een bouwmarkt gestolen. En hij heeft samen met een ander een auto van een carpoolplaats weggenomen. Ook heeft hij een graafmachine gestolen. In de bedrijfsloods van verdachte zijn meerdere gestolen auto's en gemotoriseerde rubberboten aangetroffen. Voorts heeft verdachte een vuurwapen voorhanden gehad met de daarbij behorende munitie en is in zijn woning een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne aangetroffen. Zulke feiten - als de diefstallen en helingen - leveren, naast ergernis voor de gedupeerden, aanzienlijke schadeposten op, terwijl ze tevens bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft er op geen enkele wijze blijk van gegeven zich hierom te bekommeren en heeft slechts oog gehad voor zijn eigen financieel gewin. De rechtbank acht het vuurwapenbezit een zeer ernstig strafbaar feit. Het ongeoorloofd bezit van een vuurwapen, mét de daarbij behorende munitie, kan de veiligheid van personen in gevaar brengen. Dat het in dit geval een wapen uit de Tweede Wereldoorlog betreft doet daaraan niet af. Tegen zulk wapenbezit dient streng te worden opgetreden. Het is algemeen bekend dat harddrugs als cocaïne een onaanvaardbaar gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De handel in harddrugs gaat gepaard met overlast in de samenleving. Het gebruik van harddrugs genereert op haar beurt strafbare feiten. Verdachte heeft door de aanwezigheid van een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne in zijn woning de maatschappij bewust aan deze risico's blootgesteld. Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden veelvuldig met justitie in aanraking is gekomen, onder meer voor het plegen van vermogensdelicten en overtredingen van de Wet wapens en munitie. De vele veroordelingen, al dan niet in voorwaardelijke vorm, hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden door te gaan met het plegen van strafbare feiten. In beginsel is onder deze omstandigheden slechts plaats voor een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft kennis genomen van het voorlichtingsrapport van de reclassering Rotterdam-Dordrecht d.d. 8 augustus 2008. De reclassering heeft geadviseerd verdachte een onvoorwaardelijke straf op te leggen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. 7.2 De inbeslaggenomen voorwerpen In het dossier bevindt zich een lijst van inbeslaggenomen voorwerpen d.d. 26 november 2008. De inbeslaggenomen voorwerpen op deze lijst zijn voorzien van unieke volgnum-mers. Deze corresponderen met de unieke volgnummers op de kennisgevingen van inbeslag-neming, welke zich in het dossier bevinden. De officier van justitie heeft ter terechtzitting ten aanzien van het beslag gevorderd dat "een deel verbeurd wordt verklaard, een deel teruggegeven wordt aan de eigenaar en dat een deel in bewaring voor de rechthebbende wordt gesteld". Hij heeft voorts ter terechtzitting mede-gedeeld dat een deel van de inbeslaggenomen voorwerpen reeds aan de rechtmatige eigenaren is teruggegeven. De officier van justitie heeft bij zijn vorderingen omtrent het beslag echter deze gedeelten van de inbeslaggenomen goederen niet nader gespecificeerd of gebruik gemaakt van de unieke volgnummers. Blijkens het dossier zijn er op meerdere data inbeslaggenomen voorwerpen teruggegeven aan de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4], aan [slachtoffer 8] en aan verdachte. In deze bewijzen van ontvangst worden de teruggegeven inbeslaggenomen voor-werpen omschreven. Er wordt echter geen gebruik gemaakt van de unieke volgnummers. De rechtbank stelt vast dat aan veel voorwerpen op de lijst van inbeslaggenomen voor-werpen d.d. 26 november 2008 een gelijkluidende omschrijving is toegekend. De unieke volgnummers bieden onderscheid. Nu in de bewijzen van ontvangst geen gebruik wordt gemaakt van deze unieke volgnummers is het voor de rechtbank onduidelijk welke voorwerpen van deze lijst reeds aan de eigenaar zijn teruggegeven en op welke voorwerpen nog een beslissing dient te volgen. De rechtbank oordeelt daarom als volgt. 7.3 De teruggave Blijkens het dossier (p. 161-167) zijn op 21 mei 2008 goederen aan [slachtoffer 1] teruggegeven. Op 24 april 2008 is een graafmachine, kleur: geel, merk: JCB8017 aan [slachtoffer 8] teruggegeven. Blijkens een beslissing van de officier van justitie d.d. 13 november 2008 is ook het onderdeel "schep" teruggegeven. Voorts is op 16 juni 2008 een speedboot, merk: Avon, type: Seasport S346, met kenmerk: 5172YE aan E.J.W. [slachtoffer 4] teruggegeven. Tenslotte zijn op 30 september 2008 tweemaal meerdere goederen aan verdachte teruggegeven. De rechtbank is van oordeel dat deze reeds teruggegeven goederen aan [slachtoffer 1], [slachtoffer 8], [slachtoffer 4] en verdachte dienen te worden teruggegeven. Zij zal daarom de teruggave gelasten en verwijst hierbij naar genoemde teruggaven op 21 mei 2008, 24 april 2009, 13 november 2009, 16 juni 2008 en 30 september 2008. De rechtbank gelast voorts de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de autoambulance/aanhanger Hapert G-2700. 7.4 De onttrekking aan het verkeer Ten aanzien van de inbeslaggenomen personenauto, merk: Nissan, type: Patrol, met uniek volgnummer 70, gelast de rechtbank de onttrekking aan het verkeer, nu deze auto over een gedeeltelijk onleesbaar voertuigidentificatienummer beschikt en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Ten aanzien van de inbeslaggenomen personenauto, merk: onbekend, kleur: grijs met uniek volgnummer 76, gelast de rechtbank de onttrekking aan het verkeer, nu ook deze auto over een gedeeltelijk onleesbaar voertuigidentificatienummer beschikt en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. 7.5 De verbeurdverklaring Ten aanzien van de overige inbeslaggenomen voorwerpen gelast de rechtbank dat deze verbeurd worden verklaard, nu deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van de strafbare feiten zijn verkregen. 7.6 De vorderingen van de benadeelde partijen 7.6.1 De vordering van de benadeelde partij Van Neerbos Bouwmarkten B.V De benadeelde partij Van Neerbos Bouwmarkten B.V. is ontvankelijk in de vordering, nu aan verdachte een straf wordt opgelegd en aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 4.2 bewezen verklaarde feit 3. De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toegebrachte schade. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel toewijzen, omdat de vordering voldoende onderbouwd en juist voorkomt. Naast toewijzing van deze civiele vordering zal de rechtbank als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Nu verdachte het desbetreffende strafbare feit met anderen heeft gepleegd en er derhalve van moet worden uitgegaan dat deze personen mede aansprakelijk zijn voor de door dit feit veroorzaakte schade, zal worden verstaan dat verdachte terzake hoofdelijk is verbonden. 7.6.2 De vordering van de benadeelde partij [Benadeelde partij 2] De benadeelde partij [Benadeelde partij 2] is ontvankelijk in de vordering, nu aan verdachte een straf wordt opgelegd en aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 4.2 bewezen verklaarde feit 5. De rechtbank is van oordeel dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de door het bewezen verklaarde strafbare feit toegebrachte schade. De rechtbank zal de gehele vordering van de benadeelde partij toewijzen, omdat de vordering voldoende onderbouwd en juist voorkomt. Naast toewijzing van deze civiele vordering zal de rechtbank als extra waarborg voor de schadevergoeding tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Nu verdachte het desbetreffende strafbare feit met een ander heeft gepleegd en er derhalve van moet worden uitgegaan dat deze persoon mede aansprakelijk is voor de door dit feit veroorzaakte schade, zal worden verstaan dat verdachte terzake hoofdelijk is verbonden. 7.6.3 De vordering van de benadeelde partij [Benadeelde partij 3] De benadeelde partij [Benadeelde partij 3] vordert een schadevergoeding van Eur 15.379,= voor feit 7. Verdachte is vrijgesproken van dit feit. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. 7.6.4 De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] De benadeelde partij [benadeelde partij 4]vordert een schadevergoeding van Eur 15.379,= voor feit 8. Verdachte is vrijgesproken van dit feit. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. 8 De toepasselijke wettelijke voorschriften De opgelegde straf en maatregel berusten op de artikelen 36f, 57, 310, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde. 9 De beslissing De rechtbank: - verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 6. primair en 6. subsidiair, 7. primair, 8. primair en 9. primair ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij; - verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; - verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert; - verklaart verdachte strafbaar; - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van vijftien maanden; - beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf; Benadeelde partijen - veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Van Neerbos B.V. van Eur 2.131,20, ter zake van materiële schade; en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 11 maart 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil; - bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij Van Neerbos B.V., Eur 2.131,20 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 31 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; - bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen; - bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; - veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Benadeelde partij 2] van Eur 1.845,13, ter zake van materiële schade; en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 22 april 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil; - bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen; - legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Benadeelde partij 2], Eur 1.845,13 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 28 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft; - bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen; - bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; - verklaart de benadeelde partij [Benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in haar vordering; - verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4]niet-ontvankelijk in haar vordering; Beslag - gelast de teruggave aan [slachtoffer 8] van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: - 1.00 STK graafmachine, onderdeel schep, uniek volgnummer 71; - 1.00 STK graafmachine, merk: JCB 8017, kleur: geel, uniek volgnummer 64; - gelast de teruggave aan [slachtoffer 4] van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: - 1.00 STK Speedboot, merk: Avon, type: Seasport S346, met kenmerk: 5172YE, uniek volgnummer 153; - gelast de teruggave aan [slachtoffer 1] van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd; - gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd; - gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: - 1.00 STK Aanhanger, Hapert G-2700, uniek volgnummer 152; - verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: - 1.00 STK personenauto, merk: Nissan, uniek volgnummer 70; - 1.00 STK personenauto, kleur: grijs, uniek volgnummer 76; - verklaart verbeurd de voorwerpen die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst zijn genummerd. Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. T. Kooijmans en mr. K. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.C. de Hooge, griffier en is uitgesproken ter openbare terecht-zitting op 2 juli 2009. Mr. T. Kooijmans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. BIJLAGE I: De tenlastelegging 1. hij op of omstreeks 22 februari 2008 en/of 30 maart 2008 en/of 31 maart 2008 te Numansdorp en/of Klaaswaal, gemeente Cromstrijen en/of Willemstad, gemeente Moerdijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere kist(en) met inhoud, te weten een of meerdere infraroodcamera('s) (merk: Derwent) en/of computer(s) (merk: Compaq en/of HP) en/of router(s) (merk: Linksys) en/of simkaart(en) (merk: KPN Telecom) en/of voeding(en) voor een laptop (merk: Derwent) en/of accu('s) (type: Gell) en/of acculader(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 1], in elk geval toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats(en) des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 2. hij op of omstreeks 31 maart 2008 te Numansdorp, gemeente Cromstrijen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (beveiligings)camera (merk: Dome), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Benzine Verkoopmaatschappij Ooijens (Shell), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 3. hij op of omstreeks 11 maart 2008 te Numansdorp, gemeente Cromstrijen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere (hardhouten) windscherm(en) en/of (tuin)tegel(s) (merk: Prestige), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Karwei, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; 4. hij in of omstreeks de periode van 11 april 2008 tot en met 14 april 2008 te Barendrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een graafmachine(-vervoermiddel) (merk/type: JCB 8017, kleur: groen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Dura Vermeer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 11 tot en met 24 april 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, in elk geval in Nederland, een graafmachine(-vervoermiddel) (merk/type: JCB 8017, kleur: groen) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die graafmachine wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht 5. hij op of omstreeks 22 april 2008 te Barendrecht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (van een carpoolplaats) heeft weggenomen een auto (merk: Opel, type: Corsa, kleur: zwart, voorzien van het kenteken: [kenteken]) ( met daarin een rijbewijs en/of (een) kentekenbewijs/kentekenbewijzen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 22 april 2008 tot en met 24 april 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, in elk geval in Nederland, een auto (merk: Opel, type: Corsa, kleur: zwart, voorzien van het kenteken: [kenteken]) ( met daarin een rijbewijs en/of (een) kentekenbewijs/kentekenbewijzen)) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht 6. hij in of omstreeks de periode van 03 februari 2008 tot en met 06 februari 2008 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (van een bedrijfsterrein) heeft weggenomen een aanhangwagen en/of autoambulance (merk/type: Hapert G - 2700, voorzien van het kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan City Service, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 6 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 03 februari tot en met 16 mei 2008 te Zevenbergen, in elk geval in Nederland, een aanhangwagen en/of autoambulance (merk/type: Hapert G - 2700, voorzien van het kenteken [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die aanhangwagen en/of autoambulance wist, althans redelijkerwijk had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht 7. hij op of omstreeks 17 november 2008 en/of 18 november 2007 te Helmond met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk: Nissan, type: Patrol, kleur: blauw, voorzien van het kenteken [kenteken]) (met daarin een kentekenbewijs en/of (een) gereedschapskist(en) en/of een sleutelbos en/of een of meerdere dvd('s)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een (kopie van een) autosleutel van die auto, terwijl hij, verdachte, die auto reeds had verkocht en geleverd aan die Plaatsman); SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 7 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 17 november 2007 tot en met 24 april 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, in elk geval in Nederland, een auto (merk: Nissan, type: Patrol, kleur: blauw, voorzien van het kenteken [kenteken]) (met daarin een kentekenbewijs en/of (een) gereedschapskist(en) en/of een sleutelbos en/of een of meerdere dvd('s)) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht 8. hij op of omstreeks 23 februari 2008 en/of 24 februari 2008 te Rhoon, gemeente Albrandswaard, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een opslagloods heeft weggenomen - een of meerdere rubber(motor)bo(o)t(en), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of - een of meerdere buitenboordmotor(en), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 6] en/of - een of meerdere zitkussen(s) (voor een rubberboot), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of - een auto (merk: Volkswagen, type: Caddy SDI), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan autobedrijf [naam] en/of - een of meerdere kentekenpla(a)t(en) (voorzien van het kenteken: [kenteken]),in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval (telkens) toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 8 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 23 februari 2008 tot en met 16 mei 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk Rhoon, in elk geval in Nederland, - een of meerdere rubber(motor)bo(o)t(en) en/of - een of meerdere buitenboordmotor(en) en/of - een of meerdere zitkussen(s) (voor een rubberboot) en/of - een auto (merk: Volkswagen, type: Caddy SDI) en/of - een of meerdere kentekenpla(a)t(en) (voorzien van het kenteken: [kenteken]), althans enig(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 sub a Wetboek van Strafrecht 9. hij op of omstreeks 09 oktober 2006 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een bedrijfspand (van Hooft Holding B.V.) heeft weggenomen een auto (merk: Nissan, type: 350Z, kleur: grijs, voorzien van het kenteken [KENTEKEN]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of door middel van een valse sleutel (te weten een (kopie van een) autosleutel van die auto, terwijl hij, verdachte, die auto reeds had verkocht en geleverd aan die [benadeelde partij]); SUBSIDIAIR: voorzover het vorenstaande onder 9 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij in of omstreeks de periode van 09 oktober 2006 tot en met 24 april 2008 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, een (gestripte) auto (merk: Nissan, type: 350Z, kleur: grijs, voorzien van het kenteken [KENTEKEN]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht 10. hij op of omstreeks 24 april 2008 te Zevenbergen, gemeente Moerdijk, een wapen van categorie II, te weten een automatisch vuurwapen (Mauser, model MP.40, serienummer 5070, kaliber 9 mm), en/of munitie van categorie III, te weten een of meerdere scherpe kogelpatro(o)n(en) (geschikt om te worden afgeschoten in voornoemd automatisch vuurwapen), voorhanden heeft gehad; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd; 11. (ter berechting gevoegd 11/500592) hij op of omstreeks 15 december 2008 te Barendrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 64,2 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; Parketnummer: 11/510138-08 Vonnis d.d. 2 juli 2009