Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ1715

Datum uitspraak2009-07-02
Datum gepubliceerd2009-07-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers194025 KG ZA 09-364
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Nu eiser niet heeft voldaan aan de voorwaarden was gedaagde op grond van de samenwerkingsovereenkomst gerechtigd om de premie-incasso van eiser over te nemen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 194025 / KG ZA 09-364 Vonnis in kort geding van 2 juli 2009 in de zaak van [eiser], handelende onder de naam [A], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. G.J.F.M. Linders te Valkenburg aan de Geul, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid E.A.G. EINDHOVENSE ASSURADEUREN GROEP B.V., gevestigd te Eindhoven, gedaagde, gemachtigde mr. E.L.P. Custers. Partijen zullen hierna [eiser] en EAG genoemd worden. 1. De procedure 1.1. [eiser] heeft in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven. 1.2. De advocaat van [eiser] heeft, na eiswijziging, de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities met producties. 1.3. De gemachtigde van EAG heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van de door haar overgelegde pleitnotities met producties. 1.4. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd. 2. De feiten 2.1. [eiser], handelende onder de naam [A] is sedert 1990 actief als assurantietussenpersoon. EAG is actief als gevolmachtigde van diverse assuradeurs. 2.2. In mei 2003 hebben partijen een samenwerkingsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, ingaande 8 mei 2003, waarbij zij zijn overeengekomen dat [eiser] als intermediair adviseert en bemiddelt bij de totstandkoming van verzekeringsovereenkomsten tussen (verzekeringsmaatschappijen die een relatie hebben met) EAG en de relaties van [eiser]. 2.3. In voormelde overeenkomst - is voor zover thans van belang - het navolgende bepaald: “ 8.1. De administratie van het financiële verkeer tussen u ([eiser], vzr.) en EAG Assuradeuren B.V. vindt plaats via rekening courant. (…). 8.4. Indien de rekening courantoverzicht een debetsaldo aangeeft, zult u dit saldo uiterlijk 30 dagen na ontvangst van het overzicht aan EAG Assuradeuren B.V. voldoen. (…). 9.1.1. indien dit met u schriftelijk is overeengekomen, zorgt u voor het incasseren van de premies. Indien relaties ondanks de overeengekomen tussenpersoonincasso rechtstreeks aan EAG Assuradeuren B.V. betalen, wordt de rekening courant direct gecrediteerd. U kunt te allen tijde EAG Assuradeuren B.V. verzoeken de premie-incasso en de uitreiking van de stukken van u over te nemen. In dat geval zijn de op dat moment geldende bepalingen met betrekking tot maatschappij-incasso van toepassing. EAG Assuradeuren B.V. is in de volgende gevallen te allen tijde gerechtigd de premie-incasso van u over te nemen, ook indien met u is overeengekomen dat u zorg draagt voor de premie-incasso: (…) 9. U zich schuldig heeft gemaakt aan overige handelingen, die de vrees aantoonbaar rechtvaardigen dat u niet zal voldoen aan uw uit de premie-incasso voortvloeiende verplichtingen, 10. U zich niet houdt aan tijdige premie-afdracht aan EAG Assuradeuren B..V. conform de bepalingen van art. 8.4. ”. 2.4. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat [eiser] zorg draagt voor het incasseren van de premies van de diverse soorten verzekeringen. Deze wijze van incasso betreft een zogenaamde tussenpersoonincasso. 2.5. In de loop van april 2009 heeft EAG buiten medeweten van [eiser] alle relaties van [eiser], die [eiser] bij EAG had ondergebracht, een brief gestuurd met de mededeling dat EAG de premie-incasso van [eiser] met ingang van 1 mei 2009 zou overnemen. 2.6. Nadat [eiser] op 20 april 2009 schriftelijk protesteerde tegen de handelswijze van EAG heeft [eiser] van EAG op 21 april 2009 een brief ontvangen met een nagenoeg gelijke inhoud als de brief die EAG aan de relaties van [eiser] had gestuurd. 2.7. Bij brief van 5 mei 2009 heeft [eiser] EAG gesommeerd de oude incasso methode te herstellen, opdat [eiser] de premies weer zou incasseren. 2.8. Bij brief van 11 mei 2009 is EAG door de raadsman van [eiser] gesommeerd om alle relaties van [eiser], die de in 2.5. genoemde brief hadden ontvangen, schriftelijk te informeren dat deze brief op een misverstand beruste en dat de incassowijziging zou worden teruggedraaid casu quo ongedaan gemaakt naar de oude situatie. EAG heeft hieraan tot op heden geen gevolg gegeven. 3. Het geschil 3.1. [eiser] vordert in dit kort geding, na wijziging van eis samengevat - veroordeling van EAG tot: 1. het versturen van een in goede justitie vast te stellen rectificatie aan alle relaties van [eiser], die een brief van EAG hebben ontvangen met een nagenoeg gelijke inhoud als de als productie 3 overgelegde brief, 2. de wijze van incasseren van de premie terug te draaien naar de tussenpersoonincasso op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, 3. betaling van een bedrag van € 10.000,00, bij wege van een voorschot op schadevergoeding, althans een in goede justitie te bepalen schadevergoeding, 4. veroordeling van EAG in de kosten van dit geding. 3.2. [eiser] legt aan zijn vordering het navolgende ten grondslag. EAG is toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst, althans heeft EAG gehandeld in strijd met de goeder trouw die contractspartners jegens elkaar in acht hebben te nemen. [eiser] heeft hierdoor schade geleden, die vooralsnog wordt begroot op een bedrag van € 10.000,00. Hij wenst die schade vergoed te krijgen en hij heeft een spoedeisend belang bij het zo snel mogelijk beëindigen van deze onrechtmatige situatie. 3.3. EAG voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. Naar het oordeel van de rechter is in de aard van de vordering (beëindiging onrechtmatige situatie, die schade teweegbrengt) een voldoende spoedeisend belang gelegen. 4.2. Vooropgesteld wordt dat de door EAG een dag voor de terechtzitting ingediende producties, zoals reeds ter terechtzitting is medegedeeld, niet in het nadeel van [eiser] zullen meewegen, nu het in strijd met een goede procesorde wordt beschouwd dat een dergelijke hoeveelheid producties (16 producties van grote omvang) zo kort voor de zitting wordt ingediend en [eiser] daardoor niet voldoende tijd heeft gehad om zich in voldoende mate te kunnen weren. 4.3. [eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vordering aangevoerd dat EAG toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen, dan wel heeft gehandeld in strijd met de goeder trouw, die contractspartners jegens elkaar in acht hebben te nemen, omdat EAG zonder toestemming van [eiser] de premie-incasso van [eiser] heeft overgenomen. 4.4. EAG heeft zich onder meer verweerd met de stelling dat zij op grond van het bepaalde in artikel 9.1.1. sub 10 van de samenwerkingsovereenkomst gerechtigd was om de incassering van de premies over te nemen, omdat [eiser], ondanks waarschuwing en ingebrekestelling, niet aan zijn verplichting tot tijdige premieafdracht had voldaan. Dit is door [eiser] betwist; hij stelt dat hij het tekort op de rekening-courant tijdig (dat wil zeggen vóór het in de ingebrekestelling genoemde tijdstip van 1 april 2009) heeft aangezuiverd. 4.5. Naar het oordeel van de rechter is gelet op de inhoud van de door [eiser] zélf als productie 2 overgelegde brief van 20 april 2009 van [eiser] aan EAG voorshands onvoldoende aannemelijk dat er op 1 april 2009 geen achterstand meer bestond ter zake van de tussen partijen bestaande rekening courant ex artikel 8.1. van de samenwerkingsovereenkomst. Immers in deze brief staat - voor zover thans van belang - de navolgende passage: “mocht u het door Toine van de Wiel (EAG, vzr.) gedane voorstel tot betaling van het bedrag van Eur.- 1500,- willen intrekken dan zal ik dit bedrag direct aan u overmaken. Ik heb dit namelijk beschouwd als voorschot op de nog overeen te komen compensatie voor onze extra werkzaamheden en toegezegde winstdelingen etc…”. 4.6. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechter genoegzaam dat, in tegenstelling tot hetgeen [eiser] heeft betoogd, op 1 april 2009 de rekening-courant niet was aangezuiverd. Kennelijk gaat [eiser] er vanuit dat hij aanspraak kan maken op vergoeding van door hem beweerdelijk verrichte extra werkzaamheden, maar dat is door EAG gemotiveerd betwist. Aldus dient het er voorshands voor te worden gehouden dat EAG op grond van het bepaalde in artikel 9.1.1. sub 10 gerechtigd was om de premie-incasso van [eiser] over te nemen. Van een tekortkoming in de nakoming van de tussen partijen bestaande samenwerkingsovereenkomst dan wel een handelen in strijd met de goeder trouw is dan ook niet genoegzaam gebleken. Reeds hierom bestaat er geen grond om de door [eiser] gevraagde voorzieningen toe te wijzen. Een afweging van belangen van partijen brengt hierin geen verandering. 4.7. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. wijst de vordering af, 5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van EAG tot op heden begroot op € 1.078,00, waarvan € 816,00 salaris advocaat en € 262,00 vast recht. Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2009.