Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ1638

Datum uitspraak2009-07-03
Datum gepubliceerd2009-07-06
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers186415/ 09-203
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Wrakingszaak. Het wrakingsverzoek, zowel mondeling als schriftelijk, is gedaan nadat de rechtbank een eindbeslissing heeft gegeven. Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn verzoek (HR 18 december 1998, NJ 1999, 271). Omdat aanstonds duidelijk is dat verzoeker niet-ontvankelijk is, wordt afgezien van een mondelinge behandeling.


Uitspraak

beschikking RECHTBANK ARNHEM Wrakingskamer [186415/09-203] Beschikking van 3 juli 2009 inzake [verzoeker], wonende te [plaatsnaam], verzoeker tot wraking, en MR. [A], MR. [B], MR. [C], in hun hoedanigheid van voorzitter respectievelijk leden van de wrakingskamer, die het verzoek van verzoeker tot wraking van mr. [D] in haar hoedanigheid van kantonrechter in de zaak tussen [partij Z] en verzoeker ( zaaknummer/rolnummer [zaaknummer]) hebben behandeld. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit - de beslissing van de wrakingskamer van 11 juni 2009 op het verzoek van verzoeker tot wraking van mr. [D] - het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting op 11 juni 2009 - het verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank op 12 juni 2009, waarin het verzoek tot wraking van mrs. [A, B en C] is neergelegd. 1.2. De uitspraak op het verzoekschrift is bepaald op heden. Hieronder staan de overwegingen waarop de uitspraak stoelt. 2. De feiten Op 11 juni 2009 heeft ten overstaan van de wrakingskamer de mondelinge behandeling plaatsgevonden van het verzoekschrift van verzoeker strekkende tot wraking van mr. [D]. Van de wrakingskamer maakten deel uit mrs. [A, B en C]. De wrakingskamer heeft na schorsing ter zitting de behandeling van het wrakingsverzoek [hervat] en mondeling uitspraak gedaan, inhoudende dat het verzoek tot wraking van mr. [D] gedeeltelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard en gedeeltelijk wordt afgewezen. 3. Het verzoek Verzoeker stelt in zijn verzoekschrift, kort gezegd, dat de wrakingskamer, bestaande uit mrs. [A, B en C], ten onrechte heeft geweigerd hem een afschrift van het dossier in de hoofdzaak te verstrekken en heeft geweigerd een wrakingskamer te laten samenstellen van rechters uit een ander arrondissement. Verzoeker meent dat hem hierdoor het recht is onthouden op een onpartijdige en onafhankelijke wrakingskamer. Verder geeft verzoeker aan dat hij (ook) bij gelegenheid van de mondelinge behandeling de voltallige wrakingskamer heeft gewraakt. 4. De motivering van de beslissing 4.1. Het verzoek strekt tot wraking van mrs. [A, B en C] ter zake van een procedure die is geëindigd met een door hen op 11 juni 2009 uitgesproken beslissing. Aangezien de wet niet voorziet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van de zaak is geëindigd door het geven van een einduitspraak, wraking te verzoeken van de rechters die deze uitspraak hebben gedaan, is verzoeker om die reden niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek (HR 18 december 1998, NJ 1999, 271). Nu in het proces-verbaal van de zitting van 11 juni 2009 niet is vermeld dat verzoeker tijdens de behandeling van het verzoek de wrakingskamer mondeling heeft gewraakt, moet worden aangenomen dat dit verzoek toen niet is gedaan vóór het uitspreken van de beslissing. Dit betekent dat verzoeker ook in dit verzoek niet-ontvankelijk is. 4.2. Nu aanstonds duidelijk is dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek, zal worden afgezien van een mondelinge behandeling van het verzoek. 5. De beslissing De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. Deze beschikking is gegeven door mrs. J.D.A. den Tonkelaar, voorzitter, T.P.E.E. van Groeningen en C.M.E. Lagarde, leden, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2009. de griffier de voorzitter coll.: JO