
Jurisprudentie
BJ1388
Datum uitspraak2009-06-30
Datum gepubliceerd2009-07-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep kort geding
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers200.026.151/01 en 200.026.153/01
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-07-06
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep kort geding
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers200.026.151/01 en 200.026.153/01
Statusgepubliceerd
Indicatie
Beslag en retentierecht
Uitspraak
Arrest d.d. 30 juni 2009
Zaaknummer 200.026.151/01 en 200.026.153/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken
in de zaak met nummer 200.026.153/01 van:
Nagabouw II B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante in het principaal en geïntimeerde in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Nagabouw,
advocaat: mr. L.P. Quist, kantoorhoudende te Zwijndrecht,
tegen
1. V.O.F. Stadionbouw Zwolle,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. Multiplan Design & Build V B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [persoonsnaam] Sportaccomodaties B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. Multiplan B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden in het principaal en appellanten in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: Stadionbouw Zwolle c.s.,
advocaat: mr. J.B. Dijkema, kantoorhoudende te Leeuwarden,
(hierna: KGI te noemen)
alsmede in de zaak met nummer 200.026.151/01 van:
Nagabouw II B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante in het principaal en geïntimeerde in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Nagabouw,
advocaat: mr. L.P. Quist, kantoorhoudende te Zwijndrecht,
tegen
1. V.O.F. Stadionbouw Zwolle (hierna: de VOF),
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. Multiplan Design & Build V B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [persoonsnaam] Sportaccomodaties B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. Multiplan B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden in het principaal en appellanten in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: Stadionbouw Zwolle c.s.,
advocaat: mr. J.B. Dijkema, kantoorhoudende te Leeuwarden,
5. Stadion Ontwikkeling Zwolle B.V.,
gevestigd te [adresvestigingsplaats],
geïntimeerde in het principaal appel,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: SOZ,
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden.
(hierna: KGII te noemen)
Het verdere procesverloop in beide zaken
Naar aanleiding van het tussenarrest van 26 mei 2009 hebben Stadionbouw Zwolle c.s. en Nagabouw gelijktijdig een akte genomen. Vervolgens hebben Stadionbouw Zwolle c.s. en SOZ andermaal de stukken in KG II overgelegd voor het wijzen van arrest. In KG I zijn geen stukken overgelegd, mogelijk omdat het hof heeft beslist elk oordeel in die zaak aan te houden, en heeft nagelaten ook te beslissen dat in die zaak gelijktijdig met KGII zal kunnen worden gefourneerd en arrest gevraagd. Een en ander ligt zo zeer in de rede, dat het hof thans aanneemt dat partijen in KGI ook arrest vragen, zodat het hof in die zaak op het griffiedossier recht zal doen.
De verdere beoordeling
Herstel
1. Ten onrechte is op de eerste pagina van het arrest van 26 mei 2009 de zaak met nummer 200.026.151 aangeduid als KGI. Dat had moeten zijn KGII. Het hof heeft op die plaats voorts nagelaten de andere zaak, met nummer 200.026.153 aan te duiden als KGI. Een en ander wordt hierbij hersteld.
In de zaak met nummer 200.026.151/01 (KG II) in het principaal appel
2. Het hof heeft in zijn tussenarrest met betrekking tot de gelegde beslagen overwogen dat niet duidelijk is of ten behoeve van enige van de onderhavige vorderingen ook in een bodemprocedure betaling is gevorderd en, zo ja, wanneer in die procedure de dagvaarding is uitgebracht.
3. Overeenkomstig de uitlatingen die Stadionbouw Zwolle c.s. en Nagabouw daarover bij akte hebben gedaan, staat nu vast dat geen bodemprocedures aanhangig zijn gemaakt. Om die reden moeten de onderhavige kortgedingen beide telkens als de hoofdzaak worden gezien. Ten aanzien van de in het tussenarrest onder 21.1.3 besproken meerwerk- en staalprijzenfactuur moet dan geoordeeld worden dat de hoofdzaak niet binnen 14 dagen is ingesteld. Ten aanzien van alle vorderingen moet voorts worden geoordeeld dat ze in twee instanties niet toewijsbaar zijn gebleken. Weliswaar is daarbij de maatstaf gehanteerd of de vorderingen in hoge mate aannemelijk zijn geworden en voldoende spoedeisend zijn, en sluit de ontkennende beantwoording van die vragen niet uit dat deze vorderingen in een latere bodemprocedure (deels) toewijsbaar blijken te zijn, maar die onzekerheid dient voor de thans te maken toetsing aan artikel 705 lid 2 Rv voor rekening van Nagabouw te blijven. Gelet op de afwijzing in twee instanties en het feitelijke karakter van de gemaakte beoordelingen en daarmee de geringe speelruimte in een eventuele cassatie, moet aangenomen worden dat de vorderingen summierlijk ondeugdelijk zijn gebleken. De beslagen dienen daarom, mede gelet op de door Stadionbouw Zwolle c.s. aangevoerde zwaarwegende belangen bij beëindiging daarvan, te worden opgeheven. De tegen de desbetreffende beslissing van de voorzieningenrechter gerichte grieven falen om die reden.
In beide zaken, zowel in principaal als in incidenteel appel
4. Nu - met uitzondering van grief KGI/1 - alle grieven falen, zullen de bestreden vonnissen worden bekrachtigd, behoudens voor zover in KG I de vorderingen tegen Multiplan BV zijn toegewezen. Gelet op de verwevenheid van beide procedures en het feit dat de hierna te noemen partijen beide in hoger beroep zijn gekomen, alsmede omdat Stadionbouw Zwolle c.s. en Nagabouw in dat hoger beroep over en weer ten dele in het ongelijk zullen worden gesteld, dient ieder van deze partijen de eigen kosten van het geding in hoger beroep te dragen. Nagabouw zal in hoger beroep wel in de proceskosten van SOZ worden verwezen (tarief II, 1 punt). Omdat niet gezegd kan worden dat Multiplan BV in eerste aanleg in KGI in conventie individualiseerbare kosten heeft gemaakt, zal de door de voorzieningenrechter uitgesproken kostencompensatie in stand blijven.
De beslissing
Het gerechtshof:
In de zaak met nummer 200.026.153/01 (KGI) in principaal en incidenteel appel
vernietigt het vonnis van 13 november 2008 (zoals verbeterd bij vonnis van 20 november 2008) waarvan beroep voor zover daarin de vorderingen tegen Multiplan BV zijn toegewezen en opnieuw rechtdoende:
weigert de tegen Multiplan BV gevraagde voorzieningen;
bekrachtigt het beroepen vonnis voor het overige.
In de zaak met nummer 200.026.153/01 (KG I) in het incidenteel appel
wijst af de vordering tot restitutie van hetgeen Stadionbouw c.s. bij wijze van voldoening aan het bestreden vonnis hebben voldaan.
In de zaak met nummer 200.026.151/01 (KGII) in het principaal en incidenteel appel
bekrachtigt het beroepen vonnis 15 januari 2009.
veroordeelt Nagabouw in de kosten van het geding in hoger beroep aan de zijde van SOZ en begroot die tot aan deze uitspraak op € 4.605,= aan verschotten en € 894,= aan salaris voor de procureur.
In de beide zaken, zowel in het principaal als in het incidenteel appel
bepaalt ten aanzien van Stadionbouw Zwolle c.s. en Nagabouw dat ieder van deze partijen de eigen kosten van het geding in hoger beroep zal dragen;
Aldus gewezen door mrs. Janse, voorzitter, Zandbergen en Tjallema, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 30 juni 2009 in bijzijn van de griffier.