Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI4669

Datum uitspraak2009-05-20
Datum gepubliceerd2009-05-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-002070-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt ter zake van het laten verrichten van beroepsvervoer met een vrachtwagen die te zwaar beladen was veroordeeld tot een geldboete.


Uitspraak

Parketnummer: 24-002070-08 Parketnummer eerste aanleg: 19-635015-08 Arrest van 20 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen van 1 juli 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], gevestigd te [vestigingsplaats], [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Het vonnis waarvan beroep De economische politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een overtreding veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 2.700,-. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat: zij op of omstreeks 01 november 2007, te of nabij [plaats], gemeente [gemeente], over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], met een vrachtauto, te weten een samenstel van trekker en oplegger, beroepsvervoer of eigen vervoer heeft verricht, althans heeft laten verrichten, in strijd met artikel 5 lid achttien, sub zeventien van het Voertuigreglement, immers werd de toegestane maximum last van de 3e achteras, althans enige (achter)as van de oplegger met (ongeveer) 3.300 kg. overschreden. Bewezenverklaring Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat: zij op 01 november 2007, nabij [plaats], gemeente [gemeente], over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], met een vrachtauto, te weten een samenstel van trekker en oplegger, beroepsvervoer heeft verricht in strijd met artikel 5 lid achttien, sub zeventien van het Voertuigreglement, immers werd de toegestane maximum last van de 3e achteras van de oplegger met 3.300 kg. overschreden. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op de overtreding: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 31 van de Wet goederenvervoer over de weg, begaan door een rechtspersoon. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft met een vrachtauto beroepsvervoer laten verrichten, terwijl deze vrachtauto veel te zwaar beladen was. Dat maakt haar verantwoordelijk voor de risico's die zijn genomen ten aanzien van de veiligheid van het verkeer op de weg. Het hof houdt rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister van 9 februari 2009, waaruit blijkt dat verdachte vóór het plegen van het onderhavige feit eerder voor een soortgelijk feit veroordeeld. Gelet op het vorenstaande acht het hof oplegging van een geldboete, conform de vordering van de advocaat-generaal, passend en geboden. Het hof houdt hierbij rekening met de financiële draagkracht van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting van het hof is gebleken. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud) en 24 (oud) van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1 (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 31 van de Wet goederenvervoer over de weg, artikel 6a van het Besluit goederenvervoer over de weg en de artikelen 5.1.2 en 5.18.17 van het Voertuigreglement. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van tweeduizend zevenhonderd euro. Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. W.F. van Zant en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.