
Jurisprudentie
BI0569
Datum uitspraak2009-04-10
Datum gepubliceerd2009-04-14
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers24-001454-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-14
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers24-001454-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte is degene geweest die de leveranciers van de cocaïne heeft gebracht naar de woning waar zij even later van de drugs werden beroofd. De personen die de keuken zijn binnendrongen moeten daarom op de hoogte zijn geweest van de voorgenomen drugsdeal in die woning en met verdachte nauw hebben samengewerkt. Verdachte heeft gelogen over zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen die dag. Verdachtes leugenachtige verklaringen hebben kennelijk als doel de waarheid (verdachtes rol in de ripdeal) te bemantelen en dragen bij aan de overtuiging dat de gewelddadige diefstal door nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met één of meer anderen is gepleegd. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van cocaïne en de telefoon. Recidive. Gevangenisstraf vier jaren.
Uitspraak
Parketnummer: 24-001454-08
Parketnummer eerste aanleg: 07-620373-07
Arrest van 10 april 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 29 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. H. Seton, advocaat te Amersfoort.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 05 november 2007 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer telefoon(s) en/of een of meer sieraden en/of een hoeveelheid cocaïne, althans een hoeveelheid van op cocaïne gelijkende stof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een of meer ander(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een of meer ander(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] en/of een of meer anderen is/zijn gelopen en/of
- (meermalen) een vuurwapen, althans een op een (ijzeren) (vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gedrukt op/tegen het hoofd van die [benadeelde 2],
- (meermalen) de kledingzakken van die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 1] heeft/hebben
doorzocht en/of
- een hoeveelheid cocaïne, althans die hoeveelheid op cocaïne gelijkende stof, heeft/hebben weggenomen en/of
-die [benadeelde 2] heeft/hebben beetgepakt en/of
-(meermalen) die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of die [benadeelde 1] naar de grond heeft/hebben getrokken/geduwd en/of
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op het gezicht, althans het lichaam, van die [benadeelde 1] en/of
- (vervolgens) die [benadeelde 1] een of meermalen heeft/hebben getrapt op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het gehele lichaam;
en/of
hij op of omstreeks 05 november 2007 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer telefoon(s) en/of en/of een of meer sieraden en/of een hoeveelheid cocaïne, althans een hoeveelheid van op cocaïne gelijkende stof, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een of meer ander(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een of meer ander(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- meteen vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] en/of een of meer anderen is/zijn gelopen en/of
- (meermalen) een vuurwapen, althans een op een (ijzeren) (vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gedrukt op/tegen het hoofd van die [benadeelde 2],
- (meermalen) de kledingzakken van die [benadeelde 2] en/of die [benadeelde 1] heeft/hebben
doorzocht en/of
- een hoeveelheid cocaïne, althans die hoeveelheid op cocaïne gelijkende stof, heeft/hebben weggenomen en/of
-die [benadeelde 2] heeft/hebben beetgepakt en/of
-(meermalen) die [benadeelde 1] heeft/hebben vastgepakt en/of die [benadeelde 1] naar de grond heeft/hebben getrokken/geduwd en/of
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben gericht op het gezicht, althans het lichaam, van die [benadeelde 1] en/of
-(vervolgens) die [benadeelde 1] een of meermalen heeft/hebben getrapt op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het gehele lichaam.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het ten laste gelegd, omdat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat hij als medepleger is aan te merken. Subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit dat niet bewezen kan worden dat de weggenomen stof cocaïne betrof, zodat vrijspraak dient te volgen van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Uit verklaringen blijkt dat uit [plaats 2] afkomstige personen - waaronder [benadeelde 2] en [benadeelde 1] - in een Honda naar [plaats 1] zijn gereden om cocaïne te verkopen. In [plaats 1] ontmoetten zij de inzittenden van een Opel, bestuurd door medeverdachte [medeverdachte 1]. Beide auto's zijn naar station [station] gereden. Daar is een man ingestapt in de door [medeverdachte 1] bestuurde Opel. Vervolgens zijn beide auto's weer vertrokken. De inzittenden van de Honda hebben verklaard dat zij de Opel hebben gevolgd naar een woning de [straat], alwaar de overdracht van de cocaïne zou plaatsvinden. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij op aanwijzingen van de man die bij station [station] was ingestapt naar de woning aan de [straat] is gereden. Uit verklaringen blijkt dat die man de woning ook is binnen gegaan en in de woning naar de cocaïne vroeg. Nadat die cocaïne uit de Honda was gehaald en de keuken van de woning was binnengebracht zijn meerdere personen de keuken binnengedrongen en is onder bedreiging van een vuurwapen de cocaïne weggenomen.
Door meerdere inzittenden van de Honda is verdachte herkend als de man die bij station [station] is ingestapt. Het hof gaat uit van de juistheid van die verklaringen.
De personen die de keuken zijn binnendrongen moeten op de hoogte zijn geweest van de voorgenomen drugsdeal in die woning en met verdachte nauw hebben samengewerkt. Verdachte is immers degene geweest die de leveranciers van de cocaïne heeft gebracht naar de woning waar zij even later van de drugs werden beroofd.
Verdachte heeft gelogen over zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen die dag. Hij heeft verklaard dat hij op de avond van 5 november 2007 samen met [medeverdachte 2] vanuit de woning van verdachtes vriendin is vertrokken naar de woning aan de [straat] te [plaats 1]. Daar zou [medeverdachte 2] zijn uitgestapt en de woning zijn binnengegaan. Verdachte zou in de auto zijn blijven zitten en de woning niet zijn ingegaan. Deze verklaring strookt niet met de verklaring van [medeverdachte 2] dat hij alleen naar de woning aan de [straat] is gereden en met de verklaring van de vriendin van verdachte dat verdachte die avond niet door [medeverdachte 2] is opgehaald, maar alleen is weggegaan. Evenmin strookt verdachtes verklaring met de verklaringen van inzittenden van de Honda die verdachte aanwijzen als degene die bij station [station] bij [medeverdachte 1] in de Opel is gestapt.
Verdachtes leugenachtige verklaringen hebben kennelijk als doel de waarheid (verdachtes rol in de ripdeal) te bemantelen en dragen bij aan de overtuiging dat de gewelddadige diefstal door nauwe en bewuste samenwerking van verdachte met één of meer anderen is gepleegd.
Ten aanzien van het verweer dat niet bewezen kan worden dat de stof die is weggenomen op 5 november 2007 in de woning aan de [adres] te [plaats 1] cocaïne betreft, overweegt het hof dat de stof die is weggenomen niet is aangetroffen en derhalve niet is onderzocht op eventuele aanwezigheid van de op de bij de Opiumwet behorende lijst I vermelde stoffen.
[benadeelde 2] heeft verklaard (zie zijn verklaring van 19 januari 2008, dossierpagina 1634) dat hij - nadat hij de verpakking van de stof die hij vervoerde open had gemaakt - heeft gezien dat daarin wit poeder zat, welk poeder hij herkende als cocaïne, omdat hijzelf in het verleden cocaïne heeft gebruikt. [benadeelde 1] heeft verklaard dat [benadeelde 2] een cocaïnedealer is en dat [benadeelde 2] de bal cocaïne die zij op 5 november 2007 naar [plaats 1] vervoerden in zijn broek bewaarde. Gelet op deze verklaringen, en op de omstandigheid dat [benadeelde 2] en [benadeelde 1] ter bescherming van hun handelswaar bewapend naar [plaats 1] zijn afgereisd, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat het om cocaïne gaat.
Gelet op het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld van cocaïne en de telefoon.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld gepleegd door twee of meer verenigde personen, met dien verstande dat:
hij op 05 november 2007 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon en een hoeveelheid cocaïne, toebehorende aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte 's mededader(s)
- met een vuurwapen naar die [benadeelde 2] is gelopen en
- een vuurwapen heeft gedrukt tegen het hoofd van die [benadeelde 2],
-die [benadeelde 2] heeft beetgepakt en
-een vuurwapen heft gericht op het lichaam van die [benadeelde 1] en
-vervolgens die [benadeelde 1] meermalen heeft getrapt tegen het gezicht en het hoofd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal gepleegd door twee of meer verenigde personen voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 5 november 2007 in een woning in de gemeente [gemeente] schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal van cocaïne en een telefoon. Verdachtes medeverdachte heeft de rechthebbenden op voornoemde voorwerpen bedreigd met een vuurwapen en één van die rechthebbenden tegen het gezicht getrapt. Daarmee hebben verdachte en zijn medeverdachte(n) niet alleen inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de rechthebbenden, maar hebben zij tevens inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit.
Het hof laat bij de straftoemeting ook meewegen dat in deze woning, gelegen in een woonwijk, tijdens de ripdeal meermalen met vuurwapens is geschoten.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 2 september 2008 blijkt dat verdachte eerder ter zake van geweldsdelicten, waaronder ook diefstallen met geweld, is veroordeeld tot vrijheidsstraffen, waaronder een vrijheidsstraf van 30 maanden. Tevens is aan verdachte de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. Deze aan verdachte opgelegde straffen en maatregel hebben hem er niet van weerhouden om door te gaan met het plegen van strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof acht de in eerste aanleg opgelegde straf geen recht doen aan de ernst van de feiten. Gelet op het gebruik van een vuurwapen bij de ripdeal en verdachtes documentatie, acht het hof het opleggen van een langdurige gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier jaren;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.