Jurisprudentie
BH9789
Datum uitspraak2009-04-02
Datum gepubliceerd2009-04-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/431516-08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-04-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/431516-08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Computervredebreuk en diefstal van virtuele goederen binnen een online computerspel. Beide feiten gepleegd door middel van het gebruik van een 'fake-site',
Artikel 138a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht geen lex specialis van artikel 310/311 WvSr.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/431516-08
Datum uitspraak: 2 april 2009
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de kinderrechter te Amsterdam, in de strafzaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres].
De kinderrechter heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 maart 2009.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde tenlastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
Geldigheid van de dagvaarding
Na de bestudering van de tekst van de dagvaarding is gebleken dat abusievelijk in de daarin opgenomen tenlastelegging onderdelen zijn weggevallen.
In het onder 1 en 2 tenlastegelegde worden de desbetreffende uitvoeringshandelingen telkens uitgesplitst in twee categorieën:
1. handelingen die zouden zijn verricht door middel van het (goed) beantwoorden van de geheime inlogvraag gericht op het verkrijgen van de inloggegevens van de gebruikers van www.hotmail.com;
2. handelingen die zouden zijn verricht met behulp van een zogenaamde ‘fake-site’ van www.hotmail.com, dan wel een zogenaamde 'key-logger', gericht op het verkrijgen van de inloggegevens van de gebruikers van www.hotmail.com en www.habbohotel.nl.
Naar aanleiding van de stukken en gelet op het verhandelde ter terechtzitting, moet worden aangenomen dat na de voorlaatste alinea van blad 2 (feit 1) en de voorlaatste alinea van blad 4 (feit 2) van de dagvaarding, waarvan de daarin voorkomende tekst telkens betrekking heeft op hiervoor genoemde tweede categorie handelingen, kennelijk telkens is nagelaten de volgende tekst op te nemen:
dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (vervolgens) de mailberichten afkomstig van (de server van) de internetsite van www.habbohotel.nl en/of de server van TTG Sulake B.V. in de inbox van de in de tenlastelegging voornoemde gebruikers heeft/hebben geopend, en het Habbohotel (per email) heeft/hebben gevraagd om een nieuwe gebruikersnaam en een nieuw wachtwoord toe te sturen/mailen en (vervolgens) met gebruikmaking van de/het nieuw verkregen gebruikersna(a)m(en) en wachtwoord(en) van voornoemde Habbohotel op de site van www.habbohotel heeft/hebben ingelogd op de habbohotel-accounts van voornoemde gebruikers met de (hotmail/habbohotel) na(a)m(en) '[naam1]' en '[naam2]' en '[naam3]' en '[naam4]' en '[naam5]' en '[naam6]' en '[naam7]' en '[naam8]' en '[naam9]'.
De voornoemde tekst is in de dagvaarding onder het 1 en 2 tenlastegelegde telkens wel met betrekking tot de eerstgenoemde categorie handelingen opgenomen. Mede gelet op de samenhang van de genoemde categorieën handelingen moet worden aangenomen dat per abuis is nagelaten het betreffende tekstblok in de genoemde plaatsen van de dagvaarding op te nemen. Deze kennelijke verschrijving behoort naar het oordeel van de kinderrechter niet te leiden tot een (partiële) nietigverklaring van de dagvaarding. Het genoemde tekstblok zal dan ook door de kinderrechter in de dagvaarding worden ingelezen.
3. Waardering van het bewijs
De kinderrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
In de periode van 3 december 2006 tot en met 18 februari 2007 te [woonplaats] of [woonplaats],
opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken, te weten de server van de internetsite van www.habbohotel.nl en/of de server van TTG Sulake B.V. en de server van de internetsite van www.hotmail.com of in een deel daarvan, is binnengedrongen,
waarna verdachte vervolgens gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van die geautomatiseerde werken waarin verdachte zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen, afgetapt of opgenomen,
door dat hij, verdachte, een zogenaamde 'fake-site' van www.hotmail.com heeft gemaild of gestuurd naar de gebruiker van de internetsite van www.habbohotel.nl en het TTG Sulake B.V. en de internetsite van www.hotmail.com, te weten '[naam9]',
en daarbij voornoemde gebruiker heeft gevraagd om de link van voornoemde 'fake-site', welke link als bijlage was verborgen in het mailbericht te openen, waarbij voornoemde gebruiker werd doorgeleid naar de 'fake-site' van www.hotmail.com en aldaar originele gebruikersnaam en wachtwoord invoerde, en waardoor hij, verdachte, de inloggegevens van voornoemde gebruiker kon lezen en opslaan,
en vervolgens op de originele internetsite van www.hotmail.com heeft ingelogd met gebruikmaking van opgeslagen gebruikersnaam en wachtwoord en de mailberichten afkomstig van de server van de internetsite van www.habbohotel.nl en/of de server van TTG Sulake B.V. heeft geopend, en voornoemde Habbohotel per email heeft gevraagd om een nieuwe gebruikersnaam en een nieuw wachtwoord toe te sturen/mailen, en vervolgens met gebruikmaking van nieuw verkregen gebruikersnaam en wachtwoord van voornoemde Habbohotel op de site van www.habbohotel.nl heeft ingelogd op habbohotel-account van voornoemde gebruiker met de hotmail/habbohotel naam '‘[naam9]'.
2.
In de periode van 3 december 2006 tot en met 18 februari 2007 te Amsterdam of Prinsenbeek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
uit de virtuele hotelkamers van het habbohotel van de server van de internetsite www.habbohotel.nl en TTG Sulake B.V. van de gebruiker [gebruiker] (gebruikmakende van de naam '[naam9]')
heeft weggenomen diverse virtuele meubelstukken en virtuele goederen, welke voornoemde meubelstukken en goederen geldswaarde vertegenwoordigen, toebehorende aan [gebruiker] (gebruikmakende van de naam ‘[naam9]’)
waarbij verdachte de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht
door dat hij, verdachte, een zogenaamde 'fake-site' van www.hotmail.com heeft gemaild of gestuurd naar de gebruiker van de internetsite van www.habbohotel.nl en/of het TTG Sulake B.V. en de internetsite van www.hotmail.com, te weten ‘[naam9]’,
en daarbij voornoemde gebruiker heeft gevraagd om de link van voornoemde 'fake-site', welke link als bijlage was verborgen in het mailbericht te openen, waarbij voornoemde gebruiker werd doorgeleid naar de 'fake-site' van www.hotmail.com en aldaar originele gebruikersnaam en wachtwoord invoerde, en waardoor hij, verdachte, vervolgens de inloggegevens van voornoemde gebruiker kon lezen en opslaan,
en vervolgens op de originele internetsite van www.hotmail.com heeft ingelogd met gebruikmaking van opgeslagen gebruikersnaam en wachtwoord en de mailberichten afkomstig van de server van de internetsite van www.habbohotel.nl en/of de server van TTG Sulake B.V. heeft geopend, en voornoemde Habbohotel per email heeft gevraagd om een nieuwe gebruikersnaam en een nieuw wachtwoord toe te sturen/mailen, en vervolgens met gebruikmaking van nieuw verkregen gebruikersnaam en wachtwoord van voornoemde Habbohotel op de site van www.habbohotel.nl heeft ingelogd op habbohotel-account van voornoemde gebruiker met de hotmail/habbohotel naam '[naam9]',
waarna hij, verdachte, de virtuele meubelstukken en items die digitaal aanwezig waren in de digitale en virtuele hotelkamer van voornoemde gebruiker heeft verwijderd en verplaatst naar zijn, verdachtes, eigen habbohotel-account, met gebruikmaking van en naar de habbohotel en habbo-accountnaam "[accountnaam]".
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Het bewijs
Partiële vrijspraak
Zoals door de raadsman terecht is aangevoerd moet verdachte worden vrijgesproken van het hem onder 1 en 2 tenlastegelegde medeplegen van handelingen die gericht waren op de accounts van de gebruikers '[naam1]' en '[naam2]' en '[naam3]' en '[naam4]' en '[naam5]' en '[naam6]' en '[naam7]' en '[naam8]', nu uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat alle handelingen met betrekking tot die accounts alleen door de medeverdachten [medeverdachte1], [medeverdachte2] en [medeverdachte3] zijn gepleegd. Het aan verdachte tenlastegelegde medeplegen van deze handelingen kan niet wettig en overtuigend worden bewezen.
Verdachte wordt tevens vrijgesproken van het hem onder 1 en 2 tenlastegelegde medeplegen van handelingen die gericht waren op het account van de gebruiker '[naam9]', nu uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de handelingen met betrekking tot dit account enkel en alleen door hem zijn verricht.
5. De strafbaarheid van het feit
De raadsman heeft bepleit dat verdachte ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat in geval van een bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde, dit handelen niet kan worden gekwalificeerd als een strafbaar feit, nu het wetsartikel dat met de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde zou zijn overtreden, te weten artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht, moet worden beschouwd als een lex specialis van het onder 2 tenlastegelegde handelen in strijd met artikel 310 juncto 311 van het Wetboek van Strafrecht. Immers, de in de laatstgenoemde wetsartikelen opgenomen handelingen, te weten het wegnemen van de goederen, zijn ingebed in de handelingen die onder artikel 138a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar zijn gesteld. Ingevolge artikel 55 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht dient de kwalificatie van het eventueel door de kinderrechter onder 2 van de tenlastelegging bewezen te verklaren handelen, dan ook volgens de raadsman achterwege te blijven.
De raadsman heeft voorts bepleit dat, indien artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht niet als een lex specialis wordt toegepast, het wegnemen van de virtuele goederen een voortgezette handeling is van het binnendringen in het account van een ander door middel van het overnemen dan wel aftappen van andermans inloggegevens. Volgens de raadsman leveren beide eventueel door de kinderrechter bewezen te verklaren tenlastegelegde feiten, gelijksoortige feiten op en komen die tenlastegelegde feiten voort uit één ongeoorloofd wilsbesluit. Ingevolge artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht dient de voortgezette handeling bij bewezenverklaring tot uitdrukking te komen in de kwalificatie van het onder 2 tenlastegelegde en dient slechts artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht als strafbepaling te worden toegepast.
De kinderrechter verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De tekst en de wetsgeschiedenis van artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht geven geen blijk van een zodanige reikwijdte van het wetsartikel, waaronder tevens het feitelijk wegnemen i.e. het uit de macht van een ander weghalen van goederen moet worden verstaan.
Het eerste lid van voornoemd artikel spreekt immers slechts over het ‘binnendringen’ in een geautomatiseerd werk en heeft daarmee niet direct een zodanig toepassingsbereik dat handelingen gericht op het wegnemen van goederen eveneens hieronder kunnen vallen.
In artikel 138a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht worden daarnaast weliswaar de bestanddelen ‘overnemen, aftappen en opnemen’ gebezigd, doch de wetgever heeft ten aanzien daarvan blijkens de wetsgeschiedenis de volgende uitleg gegeven:
Gehandhaafd blijven (…) de termen "aftappen" of "opnemen". Deze hebben in de strafwet reeds een min of meer vastomlijnde betekenis en worden gebruikt voor het onderscheppen en vastleggen van stromende gegevens (vgl. artikelen 125g Sv en 139a e.v. Sr) In het wetsvoorstel wordt deze terminologie voortgezet. Ter onderscheiding van "aftappen" of "opnemen" wordt waar het gaat om het kopiëren van bestaande, opgeslagen gegevens, de term "overnemen" gebruikt.
In onderhavige zaak is naar het oordeel van de kinderrechter alleen sprake van aftappen, opnemen en overnemen van gegevens, in zoverre het daarbij de inloggegevens van zowel het hotmailaccount als het habbo-account van de gebruiker ‘[naam9]’ betreft. De hotmailgegevens van voornoemde gebruiker zijn immers, zoals volgt uit bewezenverklaring en de daarvoor gebezigde bewijsmiddelen, door middel van het gebruik van een 'fake-site' uiteindelijk gekopieerd en de habbogegevens zijn door middel van communicatie met Habbo via het hotmailaccount van voornoemde gebruiker uiteindelijk afgetapt dan wel overgenomen door verdachte.
Het door verdachte wegnemen van de virtuele meubelstukken en de virtuele items uit het habbo-account van voornoemde gebruiker kan naar het oordeel van de kinderrechter evenwel niet worden gekwalificeerd als het 'aftappen of opnemen', zoals bedoeld in artikel 138a lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. De virtuele meubelstukken en virtuele items zijn immers niet onderschept of vastgelegd. Tevens is niet gebleken dat deze goederen op het moment van ontvreemding stromende gegevens waren.
De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat het bestanddeel 'overnemen' evenmin aan de orde is. Deze bepaling mag niet als zodanig worden opgevat dat daaronder tevens valt het wegnemen van de virtuele meubelstukken en virtuele items uit de macht van voornoemde gebruiker, waardoor hij er niet meer over kon beschikken. Gelet op de zojuist aangehaalde wetsgeschiedenis, ziet de term 'overnemen' slechts op het kopiëren van gegevens waaruit volgt dat degene wiens gegevens worden overgenomen in het bezit blijft van de gegevens en de beschikkingsmacht hierover niet verliest, hetgeen een wezenlijk verschil met de betekenis van de term 'wegnemen' oplevert, waardoor 'wegnemen' ook niet als 'overnemen' kan worden gekwalificeerd.
De kinderrechter is ten aanzien van het subsidiair bepleite standpunt van de raadsman, van oordeel dat, gelet op de inhoud van de nader uit te werken bewijsmiddelen, het wegnemen van de goederen uit het account van de gebruiker '[naam9]' geen voortgezette handeling is geweest van het binnendringen in dit account, nu gebleken is dat verdachte soms alleen dit account heeft bekeken. Een zodanige kwalificatie blijft dan ook achterwege.
Het bewezen geachte feit is ook overigens volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is ook anderszins niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem onder 1 en 2 bewezengeachte feiten zal worden veroordeeld tot:
- een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen, waarvan een gedeelte, groot dertig uren, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren;
- toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen TTG Sulake B.V. en [persoon1] en [persoon2] en [persoon3].
De raadsman heeft bepleit dat bij een eventuele bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde door de kinderrechter, kan worden volstaan met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht dan wel een geheel voorwaardelijke werkstraf met een proeftijd van één jaar.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De kinderrechter heeft bij de keuze tot het opleggen van de straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich op slinkse wijze schuldig gemaakt aan het binnendringen in een internet- en een e-mailaccount van een ander, met als doel zelfverrijking van de virtuele items van die ander. Verdachte heeft daarmee een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander. Hij heeft daartoe zelfs een speciaal programma gedownload waarmee hij op professionele wijze aan de inloggegevens van een ander kon komen om vervolgens onder valse hoedanigheid andermans eigendommen weg te nemen, waardoor een ander schade heeft opgelopen.
Met het alsmaar groeien van het belang en de afhankelijkheid van het internet in de samenleving, is het van belang dat gebruikers daarvan veilig gebruik kunnen maken en dat zij erop moeten en kunnen vertrouwen dat dit mogelijk is. Het internet dient daarom gevrijwaard te blijven van het zogenaamde 'hacken'. Hoewel verdachte destijds jong van leeftijd was en het spel volgens zijn visie inhield om zoveel mogelijk meubels te verzamelen op Habbohotel, doet dit geen recht aan de disproportionele manier waarop hij de eigendommen van een ander heeft ontvreemd. Verdachte heeft zodanig buiten de context van het spel gehandeld dat dit niets meer te maken heeft met de spelregels van het Habbohotel. Dat ook door anderen op Habbohotel werd gehackt, doet hieraan niets af.
Anderzijds heeft de kinderrechter rekening gehouden met Uittreksel Justitieel Documentatieregister betreffende verdachte van 22 september 2008, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. Voorts is rekening gehouden met het feit dat inmiddels sinds het plegen van de strafbare feiten veel tijd is verstreken en dat de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde handelen pas 14 jaren oud was.
Gelet op de voornoemde omstandigheden acht de kinderrechter na te melden strafoplegging passend en geboden en is daarmee van oordeel dat de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht dan wel een geheel voorwaardelijke werkstraf met een proeftijd van één jaar, niet aan de orde is.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de vorderingen van de benadeelde partijen TTG Sulake B.V. en [persoon1] en [persoon2] en [persoon3], niet van zo eenvoudige aard zijn dat zij zich lenen voor de behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de kinderrechter bepalen dat de benadeelde partijen in de vorderingen niet-ontvankelijk zijn. De benadeelde partijen kunnen de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 138a en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De kinderrechter komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op
1.
Computervredebreuk.
2.
Diefstal, waarbij de schuldige de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 (dertig) uren.
Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien) dagen.
Beveelt dat van deze straf het gedeelte van 10 (tien) uren niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten als de verdachte zich voor het einde van de op 2 (twee) jaar gestelde proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de taakstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 5 (vijf) dagen.
De vordering van de benadeelde partij
De vorderingen van de benadeelde partijen TTG Sulake B.V. en [persoon1] en [persoon2] en [persoon3] zijn niet eenvoudig genoeg om in deze strafzaak te worden behandeld. De benadeelde partijen zijn daarom niet-ontvankelijk in hun vorderingen. Zij kunnen die nog wel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Knol, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. E. Huls, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 april 2009.