Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH2183

Datum uitspraak2008-12-29
Datum gepubliceerd2009-02-06
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
ZaaknummersAWB 08/2564
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bezwaar niet ontvankelijk. Verblijf in buitenland komt voor risico belastingplichtige.


Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer registratienummer: AWB 08/2564 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 29 december 2008 inzake [X], wonende te [Z], eiser, tegen de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder. De bestreden uitspraak op bezwaar De uitspraak van verweerder van 18 april 2008 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag en boetebeschikking motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 20 februari 2006 tot en met 16 juli 2006 (aanslagnummer [Y6]). Zitting Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2008. Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door mr. [A]. Namens verweerder is verschenen [B]. 1. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. 2. Gronden Ingevolge artikel 6:7 van de Awb bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Deze termijn vangt ingevolge artikel 22j van de AWR aan met ingang van de dag na die van dagtekening van een aanslagbiljet, tenzij de dag van dagtekening is gelegen vóór de dag van de bekendmaking. Ingevolge artikel 6:9, eerste lid, van de Awb is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Ingevolge artikel 6:9, tweede lid, van de Awb is bij verzending per post een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. De naheffingsaanslag is gedagtekend 14 maart 2007. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is derhalve geëindigd op 26 april 2007. Het bezwaarschrift van eiser is door verweerder ontvangen op 4 juni 2007. Het bezwaarschrift is derhalve niet tijdig ingediend. Ingevolge artikel 6:11 van de Awb blijft bij een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift een niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Eiser heeft hiertoe aangevoerd dat hij in de maanden maart tot en met mei 2007 veelvuldig bij zijn familie in Turkije is geweest in verband met de ziekte van zijn vader. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank niet leiden tot het oordeel dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. De aangevoerde omstandigheid komt voor rekening en risico van eiser. Het is aan eiser om te zorgen dat hij adequate maatregelen neemt om te voorkomen dat de bezwaartermijn zou worden overschreden. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan op 29 december 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.M.F. Geerling, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.G. Tiemessen, griffier. De griffier is verhinderd deze De rechter, uitspraak mede te ondertekenen Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de gronden van het hoger beroep.