Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH2037

Datum uitspraak2008-12-23
Datum gepubliceerd2009-02-05
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers16/600365-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte vrijgesproken van verdenking van verkrachting. Wel is verdachte veroordeelt tot betaling van een geldboete van € 220,- voor het opzettelijk beledigen van een ambtenaar.


Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT Sector strafrecht parketnummers: 16/600365-08, 16/441574-08 en 16/515550-06 (TUL) [P] vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 december 2008 in de strafzaak tegen [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) wonende aan [woonadres] te [woonplaats]. Raadsvrouw mr. F.A. ten Berge, advocaat te Utrecht. 1. Onderzoek van de zaak De zaken en de vordering tenuitvoerlegging zijn inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 9 december 2008, waarbij de officier van justitie, mr. J. Beumer-Gonggrijp, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Overeenkomstig artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering zijn de zaken met de voormelde parketnummers gevoegd. 2. De tenlastelegging Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat (onder parketnummer 16/600365-08) hij op of omstreeks 16 november 2007 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld en / of een andere feitelijkheid bestaande uit: - het vastpakken van [aangever] en/of; - het meetrekken van [aangever] naar zijn (slaap)kamer en/of; - het onverhoeds slaan tegen de ribben van die [aangever] en/of; - (vervolgens) het (meerdere malen) met de vuist slaan tegen het lichaam van die [aangever] en/of; - het met kracht uittrekken van haar broek en/of; - het boven op die [aangever] liggen, [aangever] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [aangever] gebracht; (onder parketnummer 16/441574-08) hij op of omstreeks 02 februari 2008 te Amersfoort, althans in het arrondissement Utrecht, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1], hoofdagent van politie Utrecht, gedurende en / of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens / dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Hou je bek teringwijf, vuile kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en / of strekking; 3. De voorvragen De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging. 4. Ten aanzien van het onder parketnummer 16/600365-08 tenlastegelegde feit 4.1. Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er voldoende wettig bewijs is, doch dat zij niet de overtuiging heeft dat de verdachte het onder parketnummer 16/600365-08 tenlastegelegde feit heeft begaan, zodat de verdachte naar haar mening dient te worden vrijgesproken. 4.2. Het standpunt van de verdediging De verdediging stelt zich eveneens op het standpunt dat de overtuiging ontbreekt dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en verzoekt de verdachte dientengevolge vrij te spreken. 4.3. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank overweegt omtrent het onder parketnummer 16/600365-08 tenlastegelegde feit als volgt. Aangeefster [aangever] heeft bij de politie op 19 november 2007, 3 december 2007, 26 februari 2008 en 30 maart 2008 , bij de rechter-commissaris op 21 juli 2008 en ter terechtzitting van 9 december 2008 een heldere en op hoofdlijnen consistente verklaring afgelegd dat zij op 16 november 2007 door de verdachte is verkracht doordat hij tegen haar wil met zijn penis haar vagina is binnengedrongen. De verklaring van aangeefster wordt met name ondersteund door de verklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] , doordat zij bevestigen dat de aangeefster hen kort nadat de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden heeft verteld dat zij door de verdachte is verkracht. De verdachte heeft bij de politie op 28 maart 2008, 29 maart 2008 en 30 maart 2008 en ter terechtzitting van 9 december 2008 eveneens een heldere en op hoofdlijnen consistente verklaring afgelegd dat hij en [aangever] op 16 november 2007 op vrijwillige basis seks met elkaar hebben gehad. De verklaring van de verdachte wordt met name ondersteund door de verklaring van [getuige 4] dat hij de verdachte hand in hand met [aangever] naar de slaapkamer heeft zien lopen en de verklaring van [getuige 5] dat de verdachte en [aangever] in elkaars armen zaten in de woonkamer en dat hij die avond en nacht geen geluiden heeft gehoord uit de slaapkamer . De rechtbank overweegt dat niet kan worden vastgesteld dat het letsel dat op 19 november 2007 bij aangeefster is vastgesteld is veroorzaakt door onvrijwillige seksuele handelingen. De rechtbank is aldus geconfronteerd met twee lezingen die ieder consistent zijn en ondersteund worden door getuigenverklaringen. Naar het oordeel van de rechtbank geven deze getuigenverklaringen geen doorslag omtrent de beoordeling van het tenlastegelegde feit. De twijfel of de seksuele gemeenschap onder dwang heeft plaatsgevonden kan daardoor niet worden weggenomen. De rechtbank acht derhalve het tenlastegelegde niet overtuigend bewezen en zal om die reden de verdachte vrijspreken. 5. Ten aanzien van het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde feit 5.1. Het standpunt van de officier van justitie. De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd onder parketnummer 16/441574-08. 5.2. Het standpunt van de verdediging De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij de hoofdagent heeft uitgescholden. Hij heeft haar genegeerd, hetgeen de hoofdagent als een belediging heeft opgevat, aldus de verdachte. 5.3. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd onder parketnummer 16/441574-08 gelet op: - het proces-verbaal van bevindingen, waarin politieagent [verbalisant 2] en hoofdagent van de politie Utrecht, [verbalisant 2], hebben verklaard dat zij de verdachte op 2 februari 2008 in Amersfoort hebben aangehouden en dat zij op het moment dat zij de verdachte in hun dienstvoertuig naar het politiebureau overbrachten hem hoorden roepen: “Hou je bek teringwijf, vuile kankerhoer.” - de verklaring van de verdachte, die hij op 2 februari 2008 bij de politie heeft afgelegd, dat hij heeft gezegd: “Hou je bek teringwijf.” 5.4. De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 2 februari 2008 te Amersfoort, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [verbalisant 1], hoofdagent van politie Utrecht, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Hou je bek teringwijf, vuile kankerhoer". Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad. De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 6. De strafbaarheid met betrekking tot het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde feit Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op. De verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 7. De strafoplegging met betrekking tot het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde feit 7.1. De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een geldboete van € 220,-, te vervangen door vier dagen hechtenis bij niet betaling. 7.2. Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd. 7.3. Het oordeel van de rechtbank Het beledigen van een politieagent vormt een ondermijning van het respect en gezag dat ten aanzien van ambtenaren die een publieke taak verrichten dient te worden betracht. Een ieder heeft bovendien recht op bescherming van zijn goede eer en naam. De verdachte heeft het respect en gezag ten aanzien van de hoofdagent ondermijnd en haar in haar goede eer en naam aangetast door haar met kwetsende woorden uit te schelden. De rechtbank houdt er bij de strafoplegging rekening mee dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld, zoals blijkt uit het Uittreksel Justitiële documentatie d.d. 10 november 2008. Alles afwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf voldoende recht doet aan de ernst van het feit. 8. De vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 16/515550-06 8.1. Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft ter terechtzitting verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf van 180 dagen jeugddetentie die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Utrecht d.d. 19 december 2006 af te wijzen, omdat zij van mening is dat de verdachte van het onder parketnummer 16/600365-08 tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken. 8.2. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit, namelijk de belediging van een hoofdagent, en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop kan de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. De rechtbank zal hiertoe niet besluiten. De verdachte wordt immers vrijgesproken van hetgeen hem is tenlastegelegd onder parketnummer 16/600365-08. De rechtbank acht het wel bewezen verklaarde feit te gering van ernst om de eerdere voorwaardelijke straf naar aanleiding daarvan ten uitvoer te leggen. 9. De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 23, 24, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. 10. De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 16/600365-08 tenlastegelegde feit; Bewezenverklaring - verklaart het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid van het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde feit - verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert: Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt gedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening. - verklaart verdachte strafbaar; Strafoplegging voor het onder parketnummer 16/441574-08 tenlastegelegde feit - veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van € 220,-; - beveelt dat bij niet betaling van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 4 dagen; Vordering tenuitvoerlegging - wijst de vordering tot tenuitvoerlegging af; Dit vonnis is gewezen door mr. A. Wassing, voorzitter, mr. P. Bender en mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Falkmann, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 december 2008.