
Jurisprudentie
BH1750
Datum uitspraak2009-01-12
Datum gepubliceerd2009-02-03
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers08/3471
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-03
RechtsgebiedBouwen
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers08/3471
Statusgepubliceerd
Indicatie
Het voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 Wro is op de negatieve lijst bij artikel 8:5 Awb geplaatst en niet meer appellabel. Het overgangsrecht is niet van toepassing. Derhalve is geen bezwaar en beroep mogelijk. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Bestuursrecht
Zaaknummer: 08/3471 WRO
Uitspraak van de voorzieningenrechter
in de zaak van:
[eiser 1] en [eiser 2],
wonende te [plaatsnaam],
verzoekers,
tegen
de gemeenteraad van de gemeente Niedorp,
verweerder.
Ontstaan en loop van de zaak
Bij besluit van 2 oktober 2008 heeft verweerder een voorbereidingsbesluit genomen als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor het perceel Langereis 4-6 te Winkel, kadastraal bekend als gemeente Niedorp sectie D, nummer 834.
Tegen dit besluit is door verzoekers op 27 november 2008 bezwaar gemaakt en is de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Motivering
1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor zover het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld heeft het oordeel daaromtrent een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor de beslissing in die procedure.
2. Ingevolge het bepaalde in artikel 8:83, derde lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken en overweegt daartoe het volgende.
3. Ingevolge artikel 3.7 van de Wro kan de gemeenteraad verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid.
Verweerder heeft in de raadsvergadering van 2 oktober 2008 een voorbereidingsbesluit voor het perceel Langereis 4-6 te Winkel, kadastraal bekend als gemeente Niedorp sectie D, nummer 834 genomen. Het voorbereidingsbesluit is door publicatie in “gemeentenieuws” op 15 oktober 2008 bekendgemaakt. De voorzieningenrechter stelt vast dat het voorbereidingsbesluit is genomen na 1 juli 2008, te weten na inwerkintreding van de Wro.
4. Ingevolge artikel 9.1.12, eerste lid, van de Invoeringswet Wro wordt een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) gelijkgesteld met een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wro.
Ingevolge artikel 9.1.12, tweede lid, van de Invoeringswet Wro blijft het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing ten aanzien van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de WRO, dat binnen dertien weken na dat tijdstip is bekendgemaakt.
Omdat het voorbereidingsbesluit buiten de termijn van 13 weken na 1 juli 2008, te weten op
15 oktober 2008, is bekendgemaakt is het overgangsrecht niet van toepassing. Gelet op het voorgaande is in dit geval de Wro van toepassing.
5. Ingevolge het bepaalde in artikel 8:5 van de Awb kan bij de rechtbank geen beroep worden ingesteld tegen een besluit, genomen op grond van een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlage die bij deze wet behoort.
Nu onderdeel C van deze zogenaamde negatieve lijst onder andere artikel 3.7 van de Wro vermeldt, moet worden geconcludeerd dat tegen verweerders besluit geen beroep kan worden ingesteld.
Uit artikel 7:1 van de Awb volgt dat uitsluitend bezwaar kan worden gemaakt door degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep in te stellen bij de administratieve rechter.
Uit het voorgaande volgt dat tegen het besluit van 2 oktober 2008 geen bezwaar kan worden gemaakt, aangezien daartegen ten tijde van het nemen van dat besluit geen beroep open stond.
6. Op grond van het bovenstaande moet worden geoordeeld dat het bezwaar geen kans van slagen heeft. Om die reden ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen.
7. Bij deze beslissing is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan op 12 januari 2009 door mr. drs. W.P. van der Haak, voorzieningenrechter, in tegen¬woordig¬heid van mr. J.I. Wever, griffier.
griffier voorzieningenrechter
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.