Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BH1441

Datum uitspraak2009-01-16
Datum gepubliceerd2009-02-03
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers05/2415 WAO
Statusgepubliceerd


Indicatie

Met de nieuwe beslissing op bezwaar is geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoet gekomen. Veroordeling proceskosten.


Uitspraak

05/2415 WAO Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van: [Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 maart 2005, 04/2862 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 16 januari 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellant heeft mr. B.F. Desloover, advocaat te Rotterdam hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Het Uwv heeft op 21 oktober 2008 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen. Bij brief van 12 november 2008 heeft mr. Desloover, voornoemd, namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten. Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten. II. OVERWEGINGEN Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep. De Raad stelt vast dat met de nieuwe beslissing op bezwaar van 21 oktober 2008 geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoet gekomen. De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 644,- in beroep en € 322,- in hoger beroep. Daarnaast komt nog voor vergoeding in aanmerking een bedrag van € 41,80 ter zake van de door appellant gemaakte kosten voor het inwinnen van schriftelijke informatie bij een reumatoloog. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Veroordeelt de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.007,80 te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan de griffier van de Raad. Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel. De beslissing is, in tegenwoordigheid van Y. Bouchikhi als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2009. (get.) G. van der Wiel. (get.) Y. Bouchikhi. GdJ